Herwig Reynaert

‘Politiek gezelschapsspel “Wie met wie?” is actueler dan ooit’

Herwig Reynaert Professor lokale politiek aan de UGent

‘Verkiezingen winnen is   één zaak, winnen aan de onderhandelingstafel is een ander paar mouwen’, schrijft politicoloog Herwig Reynaert (UGent) na de lokale verkiezingen van 13 oktober. ‘De grootste zijn. Het betekent hoogstens dat men aan zet is. Helemaal niet dat men erbij moet zijn.’

Waren de verkiezingsuitslagen van de parlementsverkiezingen van 9 juni een voorbode van de electorale resultaten van 13 oktober 2024? Wat stond er voor iedere politieke partij op het spel?

Bleef CD&V op lokaal vlak de sterkhouder? Traditioneel speelt zij immers de eerste viool. Sinds de fusies van 1976 moest de partij echter een deel van haar sterke electorale positie prijsgeven. Bovendien heeft de partij het traditioneel moeilijker in stedelijk gebied. Scoren in de centrumsteden was zeker één van de uitdagingen. In Brugge, Genk en Roeselare deden ze het alvast goed. In landelijk Vlaanderen bleef de partij de grootste politieke formatie. Ook bij de provincieraadsverkiezingen hield CD&V goed stand, in het bijzonder in West-Vlaanderen en Limburg. In de overige provincies was N-VA de grootste.

In 2018 kleurde Antwerpen en de rand N-VA. De grote doorbraak werd het finaal niet. Op 9 juni 2024 werd N-VA de grootste politieke partij. Bart De Wever deed dit kunstje op 13 oktober in Antwerpen over en is aan zet. Ook elders scoorde de partij goed.

De Vlaamse socialisten wilden na 13 oktober ‘meebesturen in alle centrumsteden’. In Sint-Niklaas, met partijvoorzitter Conner Rousseau die de uitgesproken ambitie had om burgemeester te worden, lukte het net niet. De N-VA van burgemeester Lieven Dehandschutter kwam als grootste partij uit de stembusslag. Sint-Niklaas stond symbool voor de strijd die Vooruit in heel Vlaanderen voerde namelijk terugwinnen wat het zes jaar geleden verloor. Met de verkiezingsoverwinning van 9 juni op zak lukte dit in heel wat Vlaamse gemeenten, zeker in de steden.

In 2018 haalde Open VLD haar hoofddoelstelling namelijk vier burgemeesters halen in centrumsteden. Dit lukte in Mechelen, Gent, Oostende en Kortrijk. De belangrijkste vraag was of de partij al (deels) van de electorale klap van 9 juni hersteld zou zijn. Een veeg teken was alvast dat Open VLD slechts in ongeveer 10% van de Vlaamse gemeenten onder de eigen naam aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnam. Het resultaat viel, gezien de omstandigheden, al bij al mee. Eva De Bleeker heeft echter de komende tijd nog heel wat werk om haar partij weer op de rails te krijgen.

In 2018 deed Groen het goed maar het was (alweer) niet de grote doorbraak. De vraag nu was of de partij al bekomen was van de electorale nederlaag van 9 juni. Het antwoord is ‘neen’.

Zes jaar geleden zei Tom Van Grieken ‘Het Vlaams Belang is back’. Gesterkt door het verkiezingsresultaat van 9 juni droomde men niet alleen van een goede verkiezingsuitslag maar vooral van het doorbreken van het cordon sanitaire. De uitslag is goed maar is zeker geen vloedgolf. Symbolisch heel belangrijk is uiteraard het feit dat Forza Ninove met Guy D’haeseleer een absolute meerderheid behaalde.

Ook voor de PVDA, met een goede verkiezingsuitslag van 9 juni op zak, waren het belangrijke verkiezingen. Realiseerden zij lokaal een doorbraak? De partij bleef echter al bij al onder de verwachtingen.

Sterkhouders en wiskunde

Vanaf nu is het politieke gezelschapsspelletje ‘Wie met wie?’ actueler dan ooit. Wat heeft het initiatiefrecht van 14 dagen voor de stemmenkampioen van de grootste lijst voor ons in petto? Hopelijk komt er geen carrousel van initiatiefnemers tot stand.

Wat speelt er zoal bij coalitievorming? Talrijke al dan niet strategische overwegingen. Bij de eigenlijke partnerkeuze spelen, gelukkig maar, overeenkomsten in het verkiezingsprogramma. In de mate van het mogelijke wil men toch een coherent inhoudelijk beleidsverhaal. Niettemin, geregeld doet het verhaal er helemaal niet toe. Als men maar aan de macht komt. Goede persoonlijke contacten tussen de sterkhouders van de onderhandelende partners spelen eveneens een belangrijke rol. Goede ervaringen in de meerderheid zijn uiteraard ook een pluspunt.

Vaak wordt in dergelijke omstandigheden de coalitie verder gezet. In zee gaan met gekozenen zonder of met slechts een heel geringe bestuurservaring houdt ongetwijfeld risico’s in. Een ander element bij de coalitievorming is dat men, indien mogelijk, een rechtstreekse lijn naar Brussel wil. Verder zijn er vaak nog openstaande rekeningen. Men werd door partij X in het verleden uit de meerderheid gewipt en nu dient de kans zich aan om politiek ‘wraak’ te nemen.

Ten slotte speelt ‘wiskunde’ ook een rol. Het zeteloverschot van de meerderheden is vaak beperkt. Met hoe minder men immers is om te verdelen, hoe meer men aan zijn trekken komt.

Verkiezingen winnen is trouwens één zaak, winnen aan de onderhandelingstafel is een ander paar mouwen. De grootste zijn. Het betekent hoogstens dat men aan zet is. Helemaal niet dat men erbij moet zijn.

Vlaams Belang was er tot op heden nooit bij. Je weet wel, het cordon sanitaire. Vervelend voor de partij? Uiteraard. Antidemocratisch? Helemaal niet. De partijen die een coalitie vormden, hadden immers een meerderheid. Of het cordon straks nog ergens doorbroken wordt, is de vraag. De kans is echter miniem.

De verkiezingskaravaan verdwijnt stilaan achter de horizon. Opnieuw zal de neiging bestaan om zich blind te staren op ‘nationale’ gemiddelden die lokale verschillen verdoezelen. Bovendien zullen de ‘vlottende’ kiezers voor meer dynamiek zorgen dan de procentuele verschuivingen tussen partijen zullen laten vermoeden.

Thuisblijvers

De vraag bij uitstek zal echter zijn wie waren de 36% die thuis bleven. Voer voor onderzoek en verdere discussie over de afschaffing van de opkomstplicht en de invoering van het stemrecht. In ieder geval hadden de verkiezingen van 13 oktober toch een andere dynamiek dan de parlementsverkiezingen van 9 juni.

Eigenaardig en volledig onterecht was het feit dat er opnieuw nauwelijks aandacht was voor de provincieraadsverkiezingen. Nochtans zijn de resultaten van de provincieraadsverkiezingen de beste graadmeter voor het actuele electorale klimaat. Bij deze verkiezingen wordt er immers meer ideologisch gestemd dan bij gemeenteraadsverkiezingen. Bovendien nemen op provinciaal vlak ook de politieke partijen deel die op Vlaams of federaal vlak aan de verkiezingen deelnemen. Op lokaal vlak hebben we immers heel wat lokale partijen en nemen de traditionele politieke partijen niet in alle gemeenten deel aan de verkiezingen.

Tot slot. Ondanks het feit dat we door het stemrecht in de plaats van de opkomstplicht met heel wat minder aan de stembusgang deelnamen, hoop ik dat de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024 sterk politiek personeel opleverden die de komende zes jaar ten dienste van de bevolking zal staan.

Partner Content