Charlotte Verkeyn

‘Politici in raden van bestuur? Jazeker, maar met de juiste bedoelingen’

Charlotte Verkeyn Schepen van Ondernemen Stad Oostende en Voorzitter Haven Oostende.

Na de lokale verkiezingen krijgen we straks niet alleen nieuwe gemeente- en provinciebesturen. Ook talrijke raden van bestuur zullen opnieuw worden samengesteld. Politici staan immers mee aan het stuur van autonome gemeentebedrijven, intercommunales, gemeentelijke vzw’s en tal van andere instellingen. We mogen daar niet licht mee omgaan. Afgelopen zomer bleek uit een studie immers dat (overheids-)bedrijven met politici in de raad van bestuur minder goed presteren’, schrijft Charlotte Verkeyn. ‘Het is aan ons, verantwoorde bestuurders, om de komende legislatuur beter te doen en het tegendeel te bewijzen.’

Er wordt vaak onvoldoende stilgestaan bij de impact die de resultaten van lokale verkiezingen hebben op de vele instellingen die ons dagelijks leven rechtstreeks beïnvloeden. Denk aan autonome gemeentebedrijven die instaan voor stedelijke ontwikkeling of zorgverlening bijvoorbeeld, aan de overheidsbedrijven die instaan voor basisvoorzieningen zoals water, elektriciteit en gas, of vzw’s actief in de ouderenzorg.  

Hoewel er de voorbije decennia steeds meer werd gedepolitiseerd, is het van essentieel belang dat overheden strategische controle behouden in talrijke instellingen. Het blijven immers publieke middelen die worden besteed of kerntaken die worden toevertrouwd aan organisaties met een specifieke knowhow. Om ervoor te zorgen dat dit op de juiste manier gebeurt en dat die organisaties ook productief en performant worden geleid, is een weloverwogen samenstelling van raden van bestuur essentieel. Het biedt bovendien een kans om het vertrouwen in politici via die bestuursorganen te herstellen.

Strategische overheidsbedrijven en instellingen kunnen immers de sleutel in handen hebben om te bewijzen dat zij – met of ondanks politici aan boord, zo u wil – een structureel productieve of rendabele koers kunnen varen met het maatschappelijk belang voor ogen. Ze kunnen kiezen voor een quadruple helix-model, waarbij overheid, bedrijfsleven, wetenschap en onderwijs intensief samenwerken in het belang van de burger.

Dat vergt van de bestuurders-politici een juiste ingesteldheid. Te vaak nog worden mandaten als bestuurder gezien als troostprijs voor wie buiten de prijzen viel bij de verdeling van schepenambten, of gebeurt de keuze van bestuurders in functie van evenwichten inzake de (soms lucratieve) zitpenningen. Kennis van zaken of expertise ter zake blijken meer niet dan wel een selectiecriterium tijdens het aanwijzen van politieke bestuurders.

Terwijl het net daarover zou moeten gaan. Van bestuurders mag men toch verwachten dat ze in staat zijn het verschil te maken tussen hun eigen belang, het aandeelhoudersbelang en de maatschappelijke belangen van de organisatie die ze mee besturen? In tijden waarin de uitdagingen complexer worden voor élk bedrijf en élke organisatie, hebben we meer dan ooit nood aan toekomstgericht leiderschap, dat de juiste strategische keuzes kan en durft te maken. En dan mag er best eens goed gediscussieerd worden.

Ik leerde uit eigen ervaring dat we hier in de realiteit nog ver van verwijderd zijn. Toen ik als jonge twintiger een engagement opnam in de lokale politiek, werd ik gevraagd om als gemeentelijk vertegenwoordiger een raad van bestuur “te vullen” omdat ik de enige was die daar “op school iets over geleerd had”. Toen ik in die raad van bestuur opmerkingen maakte over de financiële resultaten en de staat van het eigen vermogen, werd ik er door andere bestuurders smalend op gewezen dat de organisatie het toch niet zo slecht deed, aangezien de cashflow toch nog positief was… En daar was de kous dan mee af! Als nieuwkomer werd van mij verwacht dat ik me verder koest zou houden.

Ik noem het chimpanseepolitiek, waarbij degene die zich het hardst op de borst klopt, het voor het zeggen heeft. En het komt helaas nog te vaak voor in de bestuursorganen met lokale politici. Daar moet een eind aan komen. Het is hoog tijd dat we de regels voor goed bestuur ook in onze eigen organisaties toepassen. Dat betekent dat we na de verkiezingen bestuurders voordragen die op zijn minst enige kennis van zaken hebben, dat we oog hebben voor diverse raden van bestuur en kiezen voor een cultuur waarin er open discussies mogelijk zijn, in het algemeen belang.

Voor brulapen met grens- en bevoegdheidsoverschrijdend gedrag, die als bestuurder andere belangen voor oog hebben dan die van de vennootschap of organisatie, heb ik één boodschap: “Blijf weg, je vernietigt waarde en waarden.”

Gelukkig zijn er intussen al voorbeelden van raden van bestuur met politici die wel dynamisch en vooruitstrevend denken en waar er ook in goede interactie met onafhankelijke bestuurders strategisch wordt vooruit gedacht. Waar er gehandeld wordt vanuit dezelfde missie: de instelling en hoe zij maximaal haar publieke opdracht en maatschappelijke impact kan waarmaken. Ik ben ervan overtuigd dat deze organisaties beter presteren dan aangenomen en dat ze meerwaarde bieden op alle vlakken. Dat is het pad dat we moeten bewandelen! Want finaal zal dat ook leiden tot meer vertrouwen en respect van de burger.

Natuurlijk is alles evolutie en geen revolutie. Deze problematiek zal niet van vandaag op morgen opgelost zijn. Maar, beste collega’s-politieke bestuurders, als u begin 2025 aan de slag gaat in een raad van bestuur, wees dan een toonbeeld van toekomstgericht leiderschap en goed bestuur. Zowel de organisatie, de burger als de politiek zullen er wel bij varen.

Charlotte Verkeyn is schepen van Ondernemen van Stad Oostende, en voorzitter van Haven Oostende.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content