Partijfinanciering raakt alweer niet hervormd: ‘Het ontbreekt vooral aan politieke moed’
‘We zetten de hervorming van het systeem van partijfinanciering verder, zoals beslist door de Kamer’, zo leest het Vivaldi-regeerakkoord van 2020. Vier jaar en talloze parlementaire vergaderingen later staat de regering nog geen stap verder. ‘Een zwarte dag voor de democratie’, zei Kristof Calvo (Groen).
Alle politieke partijen samen ontvangen in België 78 miljoen euro per jaar. Daarmee staat België aan de top van Europa. In verhouding tot het aantal kiezers geeft ons land twee keer zoveel geld aan de partijen als Duitsland. Tel daar nog de lonen van parlementaire medewerkers bij, en de subsidiëring loopt op tot 160 miljoen euro. Hoewel alle partijen erkennen dat hervormingen zich opdringen, slaagden de meerderheidspartijen er deze week niet in om een ‘finale doorbraak’ te forceren tijdens een vergadering in de bevoegde Kamercommissie.
Tot groot ongenoegen van het burgerpanel We Need To Talk, dat de bewuste commissievergadering bijwoonde en ze achteraf als ‘gênant’ bestempelde. Panellid Darlin (18) wees na afloop het hele parlement terecht: ‘Het lijkt wel één grote speelplaats hier. Ik heb het gevoel dat jullie geen gezamenlijke verantwoordelijkheid wíllen nemen. Het is nochtans de schuld van elk van jullie.’
We Need To Talk had in mei 2023 nochtans al 34 voorstellen rond partijfinanciering aan het parlement bezorgd, zegt woordvoerder Ben Eersels. Ook hij was na de commissievergadering erg ontgoocheld.
Zowat elke partij claimt verandering te willen. Toch komt die er niet. Wat is het grootste struikelblok voor deze hervormingen?
Ben Eersels: Het ontbreekt vooral aan politieke moed. De aanpak van de partijfinanciering was een duidelijke belofte in het regeerakkoord en in veel partijprogramma’s. Er waren twee rondes met experts en consultaties en ons burgerpanel heeft aanbevelingen aangereikt. Toch loopt het vast. Anderzijds speelt er bij de partijfinanciering een vreemde dynamiek. De politiek geeft zichzelf geld, beslist vervolgens zelf waar ze het aan uitgeven en controleert ten slotte ook zichzelf. Dat maakt het extra moeilijk om tot doorbraken te komen. De belangen voor partijen zijn groot.
Meer transparantie zodat mensen op een toegankelijke manier begrijpen waar het geld naartoe gaat: wie kan daar nu tegen zijn?
Burgerplatform We Need To Talk kwam met 34 aanbevelingen. Ook dat bracht geen soelaas. Het riedeltje ‘wij willen wel, maar de anderen willen niet mee’ staat on repeat. Welke partijen houden wat tegen?
Eersels: Dat is ook voor ons onduidelijk. De commissie had beloofd dat ze een tabel ging opstellen met de positionering van alle individuele partijen. Die hebben we niet ontvangen. Alle partijen hebben eigen ideeën over hoe die partijfinanciering eruit moet zien. Tegelijkertijd staan ze dichter bij elkaar dan ze zelf denken. Uit reacties van politici bleek dat er voor de helft van onze aanbevelingene en parlementaire meerderheid te vinden was. Momenteel is de oppositie ook buiten de onderhandelingen gelaten terwijl ik denk dat er tussen de meerderheidspartijen en de oppositie veel overeenstemming is. Dat kwam ook uit de laatste commissievergadering naar voren. Kristof Calvo van Groen schaarde zich bijvoorbeeld achter een voorstel van de N-VA.
Transparantie van politieke financiering is een belangrijk topic in jullie aanbevelingen. Wat houdt dat in?
Eersels: Meer transparantie zodat mensen op een toegankelijke manier begrijpen waar het geld naartoe gaat: wie kan daar nu tegen zijn? Politieke partijen redeneren op dit moment: onze jaarrekeningen staan openbaar en mensen kunnen die raadplegen. Maar daar gaat het niet om. Partijen hebben een belangrijke rol in de maatschappij om het politieke debat te organiseren. Burgers erkennen dat ze daarvoor geld nodig hebben. Dat mag zeker belastinggeld zijn, maar dan moet het wel duidelijk zijn waar het naartoe gaat. Dat kan alleen maar het vertrouwen versterken. Nu denken mensen: waarom moeten partijen zo veel geld krijgen? Als ze zien waar partijen mee bezig zijn, bijvoorbeeld in het parlement, in communicatie en in studiecentra, dan komt daar ongetwijfeld meer begrip voor.
75 procent van die partijdotaties komt van publiek belastinggeld. Het panel raadt aan dat niet te veranderen. Waarom niet?
Eersels: Het panel vond het belangrijk dat de financiering hoofdzakelijk publiek blijft. De huidige regeling, die een jaarlijks plafond oplegt voor giften van privépersonen, moet behouden blijven. Zo worden corruptieschandalen vermeden, en komen we niet in een Amerikaans systeem, waar private actoren macht kunnen kopen. Het feit dat partijen geld krijgen van de belastingbetalers is goed, en dat zij voldoende middelen krijgen om hun werk te doen is ook goed. Het panel wil gewoon zien wat er met dat geld gebeurt. Een suggestie is bijvoorbeeld om alle inkomsten en uitgaven op een eenvoudige, visuele manier toegankelijk te maken. Dat gebeurt ook zo in het Verenigd Koninkrijk.
Kleine partijen slagen er onvoldoende in om democratisch mee te spelen, terwijl het belangrijk is dat er een ideeënstrijd kan plaatsvinden.
Partijdotaties in België liggen enorm hoog ten opzichte van andere Europese landen. Toch moet de focus volgens het panel niet liggen op de grootte van de koek, maar eerder op hoeveel iedereen van die koek krijgt. Waarom?
Eersels: Het panel zei dat het wellicht met minder zou kunnen. Maar het hechtte veel meer belang aan de verschillen tussen kleine en grote partijen. Op dit moment krijgt een partij die 30 procent van de stemmen behaalt ruw geschat ook drie keer zoveel geld als een partij die 10 procent behaalt. Partijen die electoraal scoren mogen financieel beloond worden, maar het verschil is momenteel te groot, vond het panel. Nu kunnen rijke partijen het debat domineren, bijvoorbeeld door meer uitgaven voor sociale media of door meer in studiediensten te investeren. Kleine partijen slagen er onvoldoende in om democratisch mee te spelen, terwijl het belangrijk is dat er een ideeënstrijd kan plaatsvinden.
De uitgaven voor sociale media zijn een belangrijk thema binnen de partijfinanciering. Ook daarin spant België de Europese kroon. Het Vlaams Belang en de N-VA spendeerden vorig jaar elk bijna 1,7 miljoen euro aan online advertenties. Zijn er risico’s verbonden aan zulke grote bedragen?
Eersels: Mensen stellen zich terecht de vraag: moet daar zoveel belastinggeld naartoe gaan? Partijen zitten nu in een soort permanente campagnemodus. Vooruit oppert voor een totaal verbod op socialemediacampagnes. Het panel vond dat niet wenselijk omdat het voor jongeren vaak dé manier is om politieke informatie te ontvangen. Alleen moet er wel paal en perk gesteld worden aan die buitenproportionele uitgaven. Momenteel bestaat er een uitgavenplafond voor campagnes tijdens de sperperiode. Elke partij mag tijdens die periode, vier maanden voor de verkiezingen, maximaal 1 miljoen euro uitgeven aan communicatie. Het panel vond het bizar dat dat alleen tijdens die sperperiode geldt. Het stelt voor om dat door te trekken en een plafond te hanteren op zowel de uitgaven voor sociale media als de totale communicatie-uitgaven.
Het panel stelt voor om een jaarlijks plafond te hanteren op de uitgaven voor sociale media én de totale communicatie-uitgaven.
De enige hervorming die tot nu toe is verwezenlijkt, is de verlaging van dotaties met 1,11 procent, dat door indexering van 2 procent meteen teniet is gedaan. Ziet u in de aanloop naar de verkiezingen nog hervormingen mogelijk?
Eersels: Dat ligt volledig in handen van de politieke partijen. De gênante zitting van 31 januari heeft me niet bepaald vertrouwen gegeven. De zitting begon met een ontzettende ontgoocheling toen partijen aankondigden dat er geen akkoord was gevonden. Darlin, een panellid van nauwelijks 18 jaar, heeft die partijen echt met hun neus op de feiten geduwd. ‘We zijn in zes dagen tijd tot een pakket van aanbevelingen gekomen, u bent acht maanden verder en staat helemaal nergens. Wij hebben ons werk gedaan, waar is dat van jullie?’ Je merkte dat daar wel een soort ongemak uit voortkwam. Uiteindelijk is het thema dus opnieuw op de agenda geplaatst. Gaat dat tot iets leiden? Ik kan alleen maar hopen dat de urgentie en het besef eindelijk zijn doorgedrongen. Dat ze een symbolisch dossier als partijfinanciering niet zomaar kunnen laten liggen. Of dat ook het geval is, zal de toekomst uitwijzen.
Sperperiode
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier