Tony Van de Calseyde
‘Nee, de kiezer heeft géén mandaat gegeven voor een confederale omslag’
Onder meer door zich niet als een communautaire hardliner op te stellen, heeft Bart De Wever (N-VA) de verkiezingen kunnen winnen. ‘Om dan tot de conclusie te komen dat de tijd meer dan ooit rijp is voor confederalisme, doet toch de wenkbrauwen fronsen’, schrijft Tony Van de Calseyde.
Het stof van de verkiezingen van 9 juni is inmiddels neergedwarreld. Er zijn ondertussen zelfs al drie regeringen gevormd. Het verkiezingsresultaat toonde nog maar eens aan dat peilingen relatief zijn. In 2019 waren de peilingen wat accurater. Al enige tijd voor de vorige federale verkiezingen bleek toen uit peilingen dat Wallonië (verder) naar links zou afbuigen en dat onder meer de PVDA-PTB fors zou stijgen, terwijl Vlaanderen nog rechtser zou stemmen.
In de media werd toen de analyse gemaakt dat op het hoofdkwartier van de N-VA de champagne al ontkurkt werd. Als de twee landsdelen qua stemgedrag verder uiteendrijven, is dat voor Vlaams-nationalisten een gedroomd argument voor een verdere opsplitsing.
Dat argument lijkt na 9 juni volledig van tafel geveegd.
Wat de peilingen ditmaal óók niet voorspeld hadden, was de afgetekende verkiezingsoverwinning die de MR boekte in het zuiden van het land. Meestal werd voorspeld dat het een nek-aan-nekrace zou worden tussen de MR en de PS. Die laatste is duidelijk de verliezer gebleken. Ook de PTB laat in Wallonië verlies optekenen. En dat het naar rechts opgeschoven Les Engagés vooruit zou gaan, was óók niet in die mate voorspeld. In Wallonië lijkt zich effectief een ware electorale revolutie te hebben afgespeeld.
Om vanuit deze vaststelling te komen tot de conclusie dat de tijd na 9 juni meer dan ooit rijp is voor confederalisme, zoals bijvoorbeeld Bart Maddens (KU Leuven) herhaaldelijk aangeeft de laatste weken, doet toch de wenkbrauwen fronsen.
Stellingnames zoals deze ademen vooral ongerustheid uit over de échte kansen op een grote staatshervorming. Dat is wellicht terecht. Want jarenlang werd de vermeende onverenigbaarheid tussen de politieke aspiraties van een links Wallonië met die van een rechts Vlaanderen als voornaamste motivatie opgevoerd om België te splitsen. Het is ook de voornaamste reden geweest waarom Bart De Wever zijn partij door de jaren heen meer en meer naar rechts heeft geduwd.
De N-VA heeft zich op deze wijze aantrekkelijk kunnen maken voor een heel deel van het Vlaamse bedrijfsleven. En in 2024 wilde De Wever daar zelfs een Waals verlengstuk aan breien door ook in Wallonië op te komen. Het bedrijfsleven staat uiteraard niet te springen voor zeer linkse recepten. En het geraakte, zeker ook onder Vivaldi, meer en meer gefrustreerd omdat men in België nog maar moeilijk tot een rechts beleid, of grote hervormingen tout court, leek te kunnen komen. Al mag men dan wel de jaren met Charles Michel (MR) als premier wel niet vergeten.
Alleszins, positioneringen zoals die van Bart Maddens zijn vooral bedoeld om de druk op federaal formateur Bart De Wever op te voeren om vooral geen genoegen te nemen met slechts enkele ‘communautaire borrelnootjes’. Hetzelfde geldt voor de 11 juli-toespraken van Jan Jambon en Liesbeth Homans (beiden N-VA). Allemaal lezen ze als een waarschuwing aan het adres van de N-VA-voorzitter dat de staatshervorming ditmaal niet in de koelkast mag belanden, zoals in 2014.
Voor het overige bevatten ze meestal nog altijd confederale wensdromen die erg ver van de realiteit staan. Dat ondervond Bart Maddens toen hij vorige maand tegenover MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez kwam te zitten in De Afspraak op Vrijdag. Bouchez stelde meermaals luidop de vraag waarom we in hemelsnaam alles zouden opsplitsen als het beleid dat men in beide landsdelen wil gaan voeren, quasi hetzelfde zou zijn. Dat opsplitsen zou dan vooral twee dingen met zich meebrengen: een grotere kost en een toegenomen complexiteit. Maar voor wie of voor wat? Een eerste lezing van de beleidsplannen van de regeringen die de MR en Les Engagés in het Waals Gewest en in de Franse Gemeenschap vormden, uitgerekend op de Vlaamse feestdag, maakt die vraag alleen maar pertinenter.
Gematigde De Wever
De confederale projecties van de Vlaams-nationalisten gaan nog steeds uit van het intussen toch wat versleten beeld dat België uit twee democratieën bestaat. Echter, ook al lang vóór de uitslag van de verkiezingen van 9 juni duidelijk werd, was dat beeld al regelmatig voorwerp van kritiek. Zo bleek bijvoorbeeld uit een onderzoek van de Universiteit Antwerpen, de KU Leuven, de VUB, de ULB en de UCL uit 2019 dat, ofschoon het stemgedrag in Vlaanderen en Wallonië (toen nog) erg verschilde, de onderliggende denkbeelden van de kiezer in het noorden en het zuiden van het land verrassend dicht bij elkaar lagen. Het verschil in stemgedrag leek dan ook vooral te liggen aan een hiaat qua politiek aanbod. En laat het nu net die hiaat zijn die Georges-Louis Bouchez (MR), alsook Maxime Prévot (Les Engagés) meesterlijk lijken te hebben ingevuld.
Natuurlijk kan je de analyse maken dat de ‘bijna-meerderheid’ van de kiezers die in Vlaanderen stemmen op partijen die, althans op papier, het separatisme nastreven, na 9 juni nog (iets) groter is geworden. Maar vandaaruit concluderen dat de kiezer in Vlaanderen een mandaat zou hebben gegeven om het land te splitsen, is meer dan één brug te ver. Eind februari 2024 publiceerde Trends-Tendances nog de resultaten van een peiling waaruit bleek dat een duidelijke meerderheid van de Belgen (zo’n 60 procent), ook van de Vlamingen (55,7 procent), gewonnen was voor de herfederalisering van bevoegdheden. Oók bij de kiezers van de N-VA (52,2 procent), en zelfs bij de kiezers van het Vlaams Belang (56,4 procent), was een meerderheid het idee genegen.
Dat Bart De Wever de verkiezingen in Vlaanderen gewonnen heeft, of toch minstens als morele winnaar uit de stembusslag is gekomen, klopt als een bus. Maar De Wever heeft dat voornamelijk kunnen bereiken door zich, vooral ook communautair, zeer gematigd op te stellen, vooral in de laatste maanden voor de stembusslag.
Dat deed hij onder meer door, na lang twijfelen, de deur voor een coalitie met het Vlaams Belang enkele weken vóór de verkiezingen zeer nadrukkelijk dicht te smijten. De Wever ging nog verder door nadrukkelijk te stellen dat Vlaamse onafhankelijkheid voor hem niet langer het einddoel was. Nee, Bart De Wever heeft van de staatshervorming uitdrukkelijk niet de inzet van de voorbije verkiezingen gemaakt. Op deze manier heeft hij zich verzekerd van gematigd rechtse kiezers, die geen boodschap hebben aan grote communautaire avonturen, en waarvan een heel deel anders wellicht voor de Open VLD gestemd zou hebben. Stel dat de N-VA de federale regeringsvorming zou blokkeren omdat er geen stappen in de staatshervorming komen, en dit ondanks het feit dat een coherente meerderheid voor een eerder centrumrechts beleid voor het grijpen ligt.
Het valt op dat de meeste pleidooien voor een grote staatshervorming die sinds 9 juni de kop op steken, zich amper nog inlaten met de vraag naar het waarom van de hele zaak.
Alsof die vraag overbodig is geworden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier