Na het ontslag van formateur Bart De Wever: hoe moet het verder met de regeringsvorming?

Bart De Wever bij koning Filip, 22 augustus 2024. © BELGA
Ewald Pironet

Bart De Wever heeft zijn ontslag als formateur aangeboden. Is de N-VA-voorzitter mislukt? Wat met zijn zogenaamde ‘supernota’? Mogen we nog hopen op een snelle regeringsvorming? Hoe moet het nu met de Vlaamse regeringsvorming? En illustreert dit opnieuw dat hervormingen in ons land onmogelijk zijn?

Even leefde er de hoop op een snelle federale regeringsvorming onder leiding van formateur Bart De Wever (N-VA), maar die hoop bleek ijdel: De Wever kon geen akkoord bereiken tussen N-VA, CD&V, Vooruit, Les Engagés en MR en gooide na twee en een halve maand de handdoek in de ring.

Het officiële struikelblok is een meerwaardebelasting, waarover Vooruit en MR diametraal tegenover elkaar staan: de Vlaamse socialisten willen daarin zo ver mogelijk gaan, de Franstalige liberalen willen er niet van horen.

Een ultiem voorstel van De Wever voor een lightversie van een meerwaardebelasting kreeg geen fiat van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez, die nu kan worden aangeduid als diegene waarmee geen akkoorden te maken zijn en bij uitbreiding als een onbetrouwbaar onderhandelaar. Wat ook al van hem werd gezegd tijdens de regering-De Croo.

Saboteert Georges-Louis Bouchez de formatie? ‘Bart De Wever en Conner Rousseau zijn ook geen koorknapen’

Dat kan ook anders worden gezien. Waarom zou Bouchez, winnaar van de verkiezingen in Wallonië met plus 8 procentpunt om uit te komen op 28 procent en goed voor 20 van de 150 Kamerzetels, niet de belangen van zijn kiezers mogen verdedigen? Waarom zou hij akkoord moeten gaan met een nieuwe belasting, als er geen sprake is van een totale lastenverlaging? ‘We hebben geen 30 procent van de stemmen gehaald met een programma voor nieuwe belastingen’, aldus Bouchez.

Bouchez is daarmee trouw aan een van de allerbelangrijkste principes van zijn partij, iets wat zijn Vlaamse evenknie, de Open VLD, jarenlang niet was. We weten welke prijs de Vlaamse liberalen daarvoor hebben betaald: ze hebben nog 9 procent van de stemmen en zeven Kamerzetels.

De vraag is natuurlijk: wat nu? De koning heeft het ontslag van De Wever aanvaard en vat consultaties aan met de voorzitters van de vijf partijen die deelnemen aan de regeringsonderhandelingen.

Is De Wever nu mislukt? Wat met zijn zogenaamde ‘supernota’ met hervormingen in de arbeidsmarkt, pensioenen en fiscaliteit? Mogen we nog hopen op een snelle regeringsvorming? Komen er andere partijen aan de onderhandelingstafel? Wat met de Vlaamse regeringsvorming? En zijn hervormingen in ons land überhaupt nog mogelijk?

1. Is De Wever mislukt en wat met zijn nota?

N-VA-voorzitter De Wever had zich tijdens de kiescampagne al gepresenteerd als kandidaat-premier. Toen hij op verkiezingsavond in Vlaanderen werd bewierookt als grote overwinnaar, werd hij ook meteen naar voor geschoven als diegene die nu maar zijn verantwoordelijkheid moest opnemen en de formatie moest leiden om uiteindelijk premier te worden.

Niet dat zijn partij ook de echte winnaar was op 9 juni: Vlaams Belang won federaal 3 procentpunt en twee zetels, N-VA bleef status quo. Maar tot veler verrassing was N-VA met 25 procent groter dan Vlaams Belang, dat 21 procent haalde. ‘Bart De Wever heeft zondag de Vlaamse democratie gered van erger’, schreef Knack.

De koning duidde De Wever al snel, op 12 juni, aan als informateur en op 10 juli werd hij formateur. Hij ging met vijf partijen aan tafel zitten: N-VA, CD&V, Vooruit, Les Engagés en MR. Aanvankelijk lekte er niet zoveel uit over de onderhandelingen, maar toen het erop aankwam en de gesprekken wat begonnen te slepen, lekte half augustus de volledige nota van De Wever uit in zakenkranten De Tijd en L’Echo. De nota werd geframed als ‘supernota’, blijkbaar om te onderstrepen dat ze echt wel enige importantie had.

In de ‘supernota’ komt nochtans heel wat belangrijks niet aan bod, zoals bijvoorbeeld de verhoging van onze defensieuitgaven en waar die dan aan zouden worden besteed. Er wordt ook niet gezegd waar er bijvoorbeeld zou worden bespaard. Of waarin zou worden geïnvesteerd om onze productiviteit en dus onze welvaart te verhogen. Allemaal zaken die blijkbaar pas later aan bod zouden komen. Dus zo ‘super’ was die nota ook weer niet.

De geïnteresseerden konden wel lezen welke hervormingen De Wever wou doorvoeren in de arbeidsmarkt, de pensioenen en de fiscaliteit. Het zijn hervormingen waar experten en internationale instellingen al langer op aandringen. Er was sprake van een hogere werkloosheidsuitkering tijdens de eerste drie maanden na een jobverlies, waarna die zou verminderen om uiteindelijk na twee jaar uit te doven. Er zouden strengere pensioenregels komen en de berekening van de lucratieve ambtenarenpensioenen zou worden aangepast. De btw-tarieven van 6 en 12 procent zouden worden vervangen door een nieuw tarief van 9 procent. Enzoverder.

In de nota staan ook grote delen van het fiscaal hervormingsplan dat minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) tijdens de regering-De Croo klaarstoomde. Daar was Bouchez toen ook al tegen. De meerwaardebelasting is daar slechts een klein onderdeel van en sommigen denken dat de MR-voorzitter de meerwaardebelasting aangreep om de hele fiscale hervorming van Van Peteghem opnieuw te kelderen.

Hoe dan ook, De Wever zal altijd kunnen zeggen dat hij alles heeft gedaan om de al jaren noodzakelijk geachte hervormingen te realiseren. Er is wel één pijnpunt: in zijn nota is dus ook sprake van die meerwaardebelasting van 10 procent bij de verkoop van financiële activa, zoals aandelen en obligaties. Dat is iets wat vele N-VA-kiezers, maar ook anderen niet zal hebben bevallen. Ze vonden het een knieval voor Vooruit, misschien zelfs een prijs die De Wever aan Rousseau betaalde niet alleen om in de regering te stappen, maar ook om straks in Antwerpen samen een coalitie te smeden.

Heel wat N-VA-kiezers (en anderen) waren blij met het verzet van MR tegen de meerwaardebelasting. Sommigen meenden zelfs dat het Bart De Wever en de N-VA goed uitkwam: het was de MR die ook voor N-VA de meerwaardebelasting bestreed.

In elk geval, de volgende maanden zal zeker vaak naar de nota van De Wever worden verwezen. In die zin is De Wever niet mislukt, zijn nota zal blijven circuleren omdat ze tegemoet komt aan wat de Europese Commissie aan België vraagt: we moeten ons begrotingstekort van 4,5 procent van het bbp afbouwen tot 3 procent, zodat het niet meer als ‘buitensporig’ wordt beschouwd.

Dat traject moet in principe in een periode van vier jaar worden uitgevoerd, maar het mag ook over een periode van zeven jaar, als we geloofwaardige investeringen en hervormingen doorvoeren. Een aantal daarvan staan in de nota van De Wever.

2. Mogen we nog hopen op een snelle regeringsvorming?

Na de verkiezingen was er sprake van enige euforie: in Vlaanderen had de N-VA het Vlaams Belang weten te bedwingen, in Franstalig België was de MR duidelijk de grootste en hadden de linkse partijen PS en PTB serieus verloren. Zowel Open VLD als de PS kozen voor de oppositie, maar met de onverwachte verkiezingsuitslag dook een andere coalitiemogelijkheid op, met N-VA, CD&V, Vooruit, MR en Les Engagés, de partijen die tot nu toe hebben onderhandeld en goed zijn voor 82 van de 150 Kamerzetels.

Die onderhandelingen zijn nu spaak gelopen. Misschien worden ze later opnieuw hervat. Maar De Wever hoopte op een federale regeringsvorming vóór 20 september, wanneer Europa graag onze begrotings- en hervormingsplannen zou kennen. Die datum wordt nog moeilijk haalbaar, want zelfs als de gesprekken met deze vijf partijen opnieuw worden opgestart, zal eerst wat onvrede over de gang van zaken moeten worden weggemasseerd.

De datum van 20 september wordt ook moeilijker haalbaar naarmate de lokale verkiezingen dichterbij komen: op 13 oktober mogen we daarvoor naar de stembus en de vraag is welke partijen dicht bij die datum nog een compromis willen sluiten met beslissingen die hun achterban zouden kunnen treffen. Hoe dichter bij de datum van 13 oktober, hoe groter de prijs zou zijn die de kiezers hen in het stemhokje daarvoor aanrekent.

De kans dat de regeringsvorming over 13 oktober wordt getild groeit dus. Dan weten we ook hoe de partijen het er lokaal hebben van afgebracht. Wie weet welke partijen dan winnen of verliezen. Wie weet of bijvoorbeeld de PS daarna toch geen zin krijgt om mee te onderhandelen voor een federale regering.

Volgens sommigen heeft Vooruit daarop al tijdens de voorbije onderhandeling aangestuurd en was dat ook een van de redenen waarom de partij zo hard vasthield aan een meerwaardebelasting die helemaal geen rijkentaks is, maar vooral de kmo’s, middenstanders en beleggers zal treffen. Als de onderhandelingen langer duren, bestaat de kans dat de PS zelfs als ‘redder van de regeringsvorming’ wordt binnengehaald en dan is Vooruit niet langer de enige socialistische partij in de nieuwe regering en moet ze niet gebukt gaan onder de kritiek van de Franstalige socialisten als die in de oppositie zouden zitten.

Het is dus best mogelijk dat we ten vroegste in de winter een nieuwe federale regering zullen hebben. Ja, dat betekent dat de hervormingen die alvast Europa eist nog wat zullen worden uitgesteld. Sommige politici vinden dat geen probleem, ze denken dat we ook deze keer ons achter Frankrijk kunnen verschuilen, dat ook door Europa wordt geviseerd.

Maar dan zijn er nog de financiële markten: als die merken dat er geen hervormingen komen en onze begroting niet op orde raakt, kan het snel gaan met het verhogen van de intresten als onze overheden moeten gaan lenen. Dat zal ons extra pijn doen.

Ondertussen moet de regering-De Croo in lopende zaken verder blijven werken en zal ze ook steeds meer in de kijker lopen. Dat is ongelukkig, zeker met Alexander De Croo (Open VLD) als premier, die zwaar beschadigd uit de verkiezingen kwam, en waarvan zelfs de kandidaat-voorzitters van Open VLD publiekelijk zeggen dat zijn toekomst in de privé ligt.

3. Wat met de Vlaamse regering?

De N-VA heeft lange tijd de federale regeringsonderhandelingen parallel laten lopen met de Vlaamse regeringsonderhandelingen. Zowel federaal als Vlaams zat N-VA met dezelfde Vlaamse partijen aan tafel: CD&V en Vooruit. Er werd Vlaams onderhandeld met de handrem op, zo leek het wel. Dat was niet naar de zin van CD&V. Al in juni al liet de partij weten dat ze niet wilde dat de Vlaamse onderhandeling een aanhangwagentje was van de federale gesprekken en dat ze een Vlaamse regering wilde tegen 1 september.

Probleem daarbij is wel dat Vlaanderen niet weet hoeveel het zal moeten bijdragen aan de besparingen die Europa van België eist. Zolang er geen duidelijk federaal plan bestaat, blijft dit voor de regio’s een blinde vlek en moeilijk om hun begrotingen en beleid op af te stemmen, als men er rekening mee wil houden tenminste.

De gesprekken op Vlaams niveau blijken ook niet altijd zo vlot te lopen. En ook hier spelen de naderende lokale verkiezingen mee, die steeds meer aandacht vergen van de politici en de partijen om zich te profileren en die tegelijkertijd angst inboezemen om op Vlaams niveau afspraken te maken die door hun kiezers kwalijk genomen zullen worden.

Met andere woorden, nu De Wever formateur af is, kunnen de Vlaamse onderhandelingen los van de federale gesprekken worden gevoerd. Een snelle Vlaamse regeringsvorming is nog mogelijk. Maar dat is wel minder interessant voor politici als Jan Jambon en Theo Francken (beiden N–VA), waarvan het de bedoeling is dat ze federaal een ministerpost gaan bekleden. Bij een snelle Vlaamse regeringsvorming zullen zij moeten toezien hoe hun partijgenoten Vlaams minister worden, terwijl zij zelf nog niet zeker zijn van een ministerambt.

Het is immers nog altijd mogelijk dat er op federaal niveau een voortzetting van de Vivaldi-coalitie komt, want de zeven partijen (Open VLD, CD&V, Vooruit, MR, PS, Groen en Ecolo) hebben samen 76 zetels van de 150. Met de 14 zetels van Les Engagés erbij komt men zelfs aan 90 zetels. En dan verdwijnt N-VA federaal terug op de oppositiebanken. En kan Bart De Wever in plaats van premier opnieuw burgemeester worden in Antwerpen.

4. Werkt België nog?

De Wever geeft zijn opdracht als formateur terug, maar vriend en vijand zal moeten toegeven dat hij zich voor de vorming van een federale regering heeft uitgesloofd. Met de uitgelekte ‘supernota’ in de hand kan De Wever zeggen dat hij de noodzakelijke hervormingen waar al jarenlang op wordt gewacht wilde doorvoeren. Maar ondanks alles is het hem niet gelukt. Hij of zijn partij kunnen het ooit aangrijpen als illustratie dat België niet meer werkt, dat je in dit land geen meerderheden vindt voor grondige hervormingen, laat staan voor een staatshervorming.

Zo’n staatshervorming zal vroeg of laat toch opduiken, al was maar omdat Wallonië en zeker Brussel in geldnood geraken. Stel dat de PS toch ooit zou deelnemen aan de federale onderhandelingen met de huidige vijf partijen die gesprekken voerden, dan komen ze samen aan 98 van 150 zetels, nog steeds geen tweederde meerderheid die nodig is voor een staatshervorming – waarover tot nu toe zedig is gezwegen. Er is dan nog een partij nodig, bijvoorbeeld Open VLD. Dat wordt allemaal heel moeilijk.

De N-VA zou dus kunnen betogen dat je in België geen hervormingen meer kunt doorvoeren, dat het land niet meer werkt, maar het is afwachten of de Vlaamse regering wél werkt en erin slaagt om belangrijke hervormingen door te voeren. Bijvoorbeeld op het vlak van onderwijs, een cruciale factor om onze productiviteit op te drijven en onze welvaart te verzekeren. Of om het aantal stremmende regels te verminderen, terwijl ze net van plan lijkt om er nóg meer uit te vaardigen. Of door zich te richten op haar kerntaken, waarover dringend een debat moet worden gevoerd. Enzovoort.

Het ontslag van De Wever als federaal formateur verhoogt dan ook de druk op zijn partijgenoot en Vlaams formateur Matthias Diependaele om met een echte ‘supernota’ te komen en om vervolgens een daadkrachtige Vlaamse regering te vormen en liefst zo snel mogelijk. Anders dreigt werkelijk op alle niveaus de status quo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content