Na drie jaar Vivaldi, Walter Pauli over de staat van het land: ‘Het is stilaan beangstigend’

Alexander De Croo is niet de sterke man van de sterkste partij, en dus geen echte eerste minister. © id
Walter Pauli

De Vivaldi-partijen zeggen dat ze zich willen profileren door goed te besturen. Intussen profileren ze zich zo hard dat ze niet toekomen aan goed besturen.

Vorige week was opnieuw een rotweek voor de Vivaldi-regering van premier Alexander De Croo (Open VLD). Ditmaal deelden tot hun eigen verbijstering eerst en vooral de socialisten van Vooruit in de klappen. Nochtans is Vooruit de enige partij die zich relatief goed voelt bij Vivaldi. De miserie begon vorige week uitgerekend met slecht nieuws voor überpositivo Conner Rousseau. Bij de regeringsonderhandelingen in 2019 was de Vooruit-voorzitter een van de meest voluntaristische onderhandelaars en zo werd hij een van de vaders van Vivaldi, ondanks zijn jonge leeftijd. Door in volle coronacrisis Frank Vandenbroucke weer op het schild te hijsen, zette Rousseau het engagement van zijn partij voor deze regering extra in de verf: Vooruit wil iets maken van Vivaldi. Het leverde ook een lange rij positieve peilingen op.

Zo creëer je een sfeer waarin de PS’ers maar zelf hun eigen succesjes bij elkaar stelen, letterlijk.

Maar sinds vorige week dreigen onvermoede persoonlijke problemen van Rousseau politieke problemen voor Vooruit te worden. Er gonsde al langer wat over dit en dat. Dit was zijn vermeende homoseksualiteit, dat was een schimmig schandaalverhaaltje. Twee weken geleden besloot Rousseau daarover zelf te communiceren. Hij liet tv-maker Eric Goens een interview filmen. Die werkwijze kreeg kritiek maar bereikte waarschijnlijk haar doel: het grote publiek weet dat Conner wellicht homoseksueel is, het zedenzaakje is de naam amper waard.

Dat goede gevoel sloeg eensklaps om toen vorige donderdag het Antwerpse parket onverwacht melding maakte van een strafklacht over nieuwe zedenfeiten. Een bekende advocaat van de nieuwere lichting hing de klacht die hij indiende meteen aan de grote klok. Dat hadden ze bij Vooruit niet zien aankomen. Wat er gebeurd is tussen de voorzitter en zijn ex-lief – want daar gaat het om – weet Rousseau zelf wel. Alleen wordt elke uitspraak of reactie op die nieuwe ontwikkeling plots erg kies. Vooruit gaf een korte verklaring, maar zei niet dat Jorgen Van Laer ook de advocaat was van aangebrande figuren met een rechts profiel, zoals plastisch chirurg Jeff Hoeyberghs en een Reuzegommer. Door een zedenkwestie meteen publiek te spelen, maakt Van Laer de zaak natuurlijk ook politiek. De meeste slachtoffers dringen er niet zelf op aan om uit te pakken met het grensoverschrijdend gedrag dat hen trof. Rousseau houdt het erbij dat hij slachtoffer is van ‘een heksenjacht’.

Niet alleen Rousseau zat plots in quarantaine, ook minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke belandde in slechte papieren. Wetstraat Insider, de site van journalist Wouter Verschelden, schreef dat Vandenbroucke tijdens het kernkabinet van woensdag een ‘handgemeen’ had met minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). Hij wilde hem beletten de vergadering te verlaten terwijl hij nog aan het woord was. Het ging om ‘gedragsgestoord gedoe’ van een socialist die ‘over de rooie’ was gegaan. Vandenbroucke blijft erbij dat hij gewoon zijn hand legde op de arm van Van Quickenborne. Tot niemand minder dan eerste minister Alexander De Croo met een persbericht extra gewicht gaf aan de meer dramatische versie, en zo zelf focuste op felle meningsverschillen in zijn eigen ploeg – een beetje regeringsleider probeert toch net het omgekeerde te doen? De reactie van Vandenbroucke: ‘Van een fout is geen sprake.’

De persoonlijke problemen van Conner Rousseau dreigen politieke problemen voor Vooruit te worden.
De persoonlijke problemen van Conner Rousseau dreigen politieke problemen voor Vooruit te worden. © GF

Exact hetzelfde was daags voordien al gebeurd in de federale Kamer: De Croo communiceert en Vooruit distantieert zich. Nadat De Croo op het spreekgestoelte zijn zeg had gedaan over de zaak-Lahbib – wat is de precieze rol van de minister in het verlenen van visa aan Iraniërs en loog ze in het parlement? – besloot hij: ‘Het incident is gesloten.’ Hij keek – enigszins te zelfverzekerd – naar het halfrond, alsof hij wilde zeggen: ‘Als ik zeg dat het incident gesloten is, dan is het gesloten.’ Alleen zei Vooruit-fractieleider Melissa Depraetere wat later in Villa Politica: ‘Het incident is níét gesloten.’ Dat een figuur als Vandenbroucke de eerste minister fors tegenspreekt, dat kun je nog verwachten van een man die gezien zijn status geen publieke standjes hoeft te krijgen van een junior statesman. Ook al is die inmiddels de eerste minister. Maar dat Depraetere net zo vrank uit de hoek komt, is ongebruikelijk. Toch in een goede regering.

Pootje lappen

Maar wat is een goede regering? Een die zich aan drie principes houdt.

Ten eerste: een goede regering start met een goed onderhandeld regeerakkoord, een tekst waar elke regeringspartij op een positieve manier achter staat. Dat is iets anders dan een zogenaamd ‘akkoord’ waarbij een paar coalitiepartners een paar moeilijke hoofdstukken slechts passief aanvaarden – ‘we zijn eigenlijk nog altijd tegen maar we zeggen dat nu liever niet, om de zaken vooruit te helpen’ – en vast van plan zijn om en cours de route dwars te liggen. Dat laatste gebeurt voortdurend met Vivaldi. Vivaldi is niet geboren als een inhoudelijk project, maar omdat de PS de liberale partijen hun zin heeft gegeven: de MR en de Open VLD mochten de N-VA pootje lappen. Dat deden ze tot jolijt van Ecolo en Groen en tot verbazing van Vooruit en ook van de CD&V. Waarom de CD&V erbij is? Vivaldi had nog wat Vlaamse zetels nodig.

Het gebrek aan een inhoudelijk akkoord werd op pijnlijke wijze duidelijk toen de groenen oprecht dachten dat ze in Vivaldi de kernuitstap eindelijk konden realiseren en dat ook in het regeerprogramma lieten opnemen. Tot bleek dat binnen Vivaldi alleen de groenen dat nog écht wilden. De onvermijdelijke Georges-Louis Bouchez (MR) was van in het begin niet meer solidair met zijn eigen regeerakkoord. De CD&V en zelfs de Open VLD helden sneller dan verwacht over naar nee, en de socialisten zwegen. Het klinkt zeer cynisch, maar uiteindelijk moesten Groen en Ecolo zelfs in alle stilte blij zijn geweest dat in Oekraïne een oorlog uitbrak. De exponentiële stijging van de energieprijzen gaf hen de ruimte om hun principiële verzet tegen kernenergie op te geven zonder dat hun kiezers hen zouden beschuldigen van verraad. Groen is nog altijd tegen kernenergie, maar daarom niet meer voor de totale en onmiddellijke kernuitstap tot elke prijs.

Hoeveel kiezers van de N-VA, Groen of Vooruit liggen wakker van visa voor een burgemeester uit Iran?

Dat gebrek aan harde afspraken in het regeerakkoord doet binnen Vivaldi voortdurend alles blokkeren. Van 1992 tot 1999 was de PS de belangrijkste regeringspartner van Jean-Luc Dehaene (CD&V) in zijn historische herstelbeleid om België te laten meedoen aan de euro. Ondanks tandengeknars bij de eigen achterban respecteerde de PS de strenge begrotingsafspraken, acht jaar lang. Vandaag zal de begroting en vooral het begrotingstekort PS-voorzitter Paul Magnette worst wezen. Waarom zou hij anders doen?

Juiste plaats

Een tweede principe: de meerderheidspartijen moeten bereid zijn om elkaar successen te gunnen. Dat lukt amper bij Vivaldi. De regering bestaat namelijk uit zéven partijen. Het is de overtreffende trap van de vaststelling die de Britse prinses Diana over haar huwelijk met Charles maakte: ‘There were three of us in this marriage, so it was a little bit crowded. ’ Vivaldi heeft al snel twee tot drie partners te veel om lief te kunnen zijn voor elkaar. Dan krijg je situaties zoals de keer dat Wouter De Vriendt (Groen) geen meerderheid vond voor de besluiten van zijn Congocommissie. Het moet van de sektecommissie in 1996-1997 geleden zijn dat een eindrapport waaraan hard was gewerkt toch niet goedgekeurd raakte. Dan creëer je ook een sfeer waar de PS’ers maar zelf hun eigen succesjes bij elkaar stélen, letterlijk, door uit allerlei federale fondsen wat geld weg te graaien om de eerste ruimtereis te financieren van een Franstalige astronaut. Als staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid vindt Thomas Dermine (PS) dat erg knap van zichzelf.

Handgemeen in Knokke tussen een ‘vuile Waal’ en een ‘sale Flamand.’
Handgemeen in Knokke tussen een ‘vuile Waal’ en een ‘sale Flamand.’ © GF

Tot slot is er nog principe drie: zet als het even kan de juiste man op de juiste plaats. Vandenbroucke op Sociale Zaken, Van Quickenborne op Justitie, Sophie Wilmès (MR) op Buitenlandse Zaken: het waren drie prima voorbeelden. Helaas is ook het omgekeerde gebeurd. Het begon al met de keuze voor de premier. Dat had natuurlijk PS-voorzitter Paul Magnette moeten zijn, tot Alexander De Croo hem apart nam. Na vijf minuten had Magnette afstand gedaan van de titel van premier. Alleen is de eerste minister nu niet de sterke man van de sterkste partij, en dus geen echte eerste minister.

In combinatie met het niet respecteren van het eerste principe (gebrek aan een echt politiek project) en het tweede (gebrek aan cohesie) leidt dat tot politiek onvermogen. Normaliter is de functie van minister van Buitenlandse Zaken voorbehouden aan sterke, ervaren politici. Nadat Wilmès ontslag nam om voor haar zieke man te zorgen, verving Bouchez haar door neofiet Hadja Lahbib. Een populaire verschijning, daar ging het hem om. Sinds haar aantreden ligt de minister onder vuur. In de visazaak lapte ze zelfs collega’s van andere meerderheidspartijen erbij, ook op andere bestuursniveaus. Exit Pascal Smet (Vooruit). Dus hakken ook rode en groene parlementsleden in op Lahbib, en zelfs met enige gusto.

Natuurlijk. Want als er geen goed regeerakkoord is, is er geen kader. Hoe ziet België zijn eigen positie in de wereld? Elke Vivaldi-regeringspartij bepaalt dat door een natte vinger in de wind te houden. Heeft Lahbib dan een probleem? Jammer voor haar. En niet eens jammer voor Bouchez. Want drie jaar lang heeft de MR-voorzitter gepocht dat hij in de regering geen vrienden heeft. Plots zit hij opgescheept met alleen maar vijanden.

Et alors

De N-VA zou vanuit de oppositie de MR wel durven te steunen, zeker als dat Vivaldi in de problemen brengt, maar níét over Iran, níét als er stennis gemaakt kan worden over een te lakse omgang van de Belgische regering met een moslimdictatuur. Iran is al lang een strijdpunt van de N-VA. En bij gebrek aan inhoudelijk kader, aan politieke eensgezindheid én aan bekwame ministers die de leiding kunnen overnemen in dat debat, hebben de Vivaldi-partijen geen verhaal tegen de framing van de N-VA en gaan ze daarin mee.

De regering had ook kunnen reageren met: Et alors? Waar gaat het in godsnaam over? Over een paar visa voor een paar Iraniërs voor een internationale conferentie die al voorbij is? Welke burgemeesters uit welke andere niet-democratische landen zijn voortaan ook niet meer welkom? Geen Chinezen meer – ook niet meer in de Antwerpse haven? Quid met de Turken, de Cubanen, de Egyptenaren, Soedanezen, Filipijnen, Saudi’s, Pakistani, Oezbeken, Kazachen, Rwandezen, Oegandezen – allemaal landen met regimes die vlot onder onze democratische standaarden gaan? Landen waar de corruptie vaak toeneemt en waar in een aantal gevallen de prilste rechten van vrouwen en homo’s in rotvaart geschonden worden.

Hoe oprecht is onze solidariteit met de oppositie in Iran? In het voorjaar waren er in Brussel betogingen om het protest van de Iraanse vrouwen te steunen. Waar waren trouwens socialisten en groenen – vlaggen van JongGroen of van de rode vrouwenbeweging ZIJKant vielen er niet te bespeuren. In elk geval wordt er in de Wetstraat minder politieke energie geïnvesteerd in de steun aan fundamentele rechten van Iraanse vrouwen dan in heisa over een paar visa voor een conferentie die al een tijd afgelopen is. Het is de zoveelste illustratie van een regering die haar fundamenten niet op orde heeft.

Elk politiek systeem dat in zichzelf gekeerd is, vervreemdt van de burger. Hoeveel kiezers van de N-VA, Groen of Vooruit zouden wakker liggen van die visa voor een burgemeester uit Iran? Balt de man in de straat in stille woede een vuist? Vervreemding slaat snel door tot vijandigheid. Ook dat kon Georges-Louis Bouchez ervaren. Hij had het voorbije weekend de Wetstraat ingeruild voor de Knokse kust. Zijn bezoekje liep uit op een fysieke confrontatie met een boze Vlaming, een aanval die Bouchez niet zelf had opgezocht. Er werd ‘vuile Waal’ geroepen, waarna de petite amie van de voorzitter zich iets als ‘sale Flamand’ liet ontvallen.

Het is stilaan beangstigend. De man die Bouchez zo agressief benaderde, leek wel zijn gelijke. Ze droegen allebei met dezelfde gekunstelde nonchalance eenzelfde soort broek-tot-op-de-knie en daarboven een vergelijkbaar shirt – gepast voor flaneren op de dijk in Knokke. Maar de ene is politicus, en alleen dat gezicht wekt blijkbaar de woede op van betere burgers. Het is de oververhitte staat van het land na drie jaar Vivaldi.

Rechtzetting op 28 juni: In tegenstelling tot wat in een eerdere versie van deze tekst gesuggereerd werd, was er wel een N-VA-delegatie aanwezig bij een betoging tegen het Iraans regime in Brussel. Onder meer Kamerleden Darya Safai en Theo Francken namen toen het woord.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content