N-VA en Vooruit na het Antwerpse experiment: ‘Bart De Wever is Sinterklaas niet’
IN ‘T KORT
– Bart De Wever vormde in 2018 een coalitie met SP.A/Vooruit in Antwerpen, genaamd ‘De Grote Verbinding’, wat gezien werd als basis voor mogelijke toekomstige samenwerking op nationaal niveau.
– De coalitie bleek moeilijk voor Vooruit: de partij had weinig invloed buiten eigen bevoegdheden, er waren interne spanningen, en Tom Meeuws en Jinnih Beels vertrokken uiteindelijk.
– Critici zeggen dat Vooruit weinig heeft kunnen veranderen aan het beleid van De Wever, terwijl verdedigers wijzen op verwezenlijkingen binnen de eigen bevoegdheden.
– De ervaring in Antwerpen maakt Vooruit voorzichtig bij huidige onderhandelingen op Vlaams en federaal niveau met N-VA.
– Ondanks de moeilijkheden in Antwerpen, zien sommigen nog steeds voordelen in een brede coalitie over links en rechts heen.
Vooruit onderhandelt momenteel over een Vlaamse én een federale regering met de N-VA. In Antwerpen liep zo’n samenwerking nochtans aardig mis. Of lag dat toch vooral aan henzelf? ‘Tom Meeuws is een slechte verliezer.’
‘Het is tijd voor verzoening’, zegt Bart De Wever tegen partijgenoten Luk Lemmens en Annick De Ridder. ‘We kunnen zo niet verder tegen links. Ik word moe van die oorlog elke dag. Eigenlijk zouden wij moeten zeggen: komaan, overstijg dat. Dit is een historische kans om de stad in een nieuwe plooi te leggen.’
Het is u vergeven als u deze scène alweer vergeten bent, maar het was een van de opmerkelijkste optredens uit de Belgische politiek in 2018. De Wever deed zijn uitspraak voor de camera’s van Paul Jambers, die hem mocht volgen tijdens de verkiezingsdag op 14 oktober. Opmerkelijk wel omdat de woorden er nogal gekunsteld uitkwamen – u moet het fragment maar eens terugkijken – maar die verzoening kwam er niettemin. Zelfs na een bitse, harde campagne tussen de N-VA en de toenmalige SP.A wist De Wever een bestuursakkoord te sluiten met die partij dat zelfs De Grote Verbinding mocht heten.
Heel innig was die verbinding voor de socialisten wel niet meteen: de onderhandelaars hadden veel moeite om het bestuursakkoord goedgekeurd te krijgen door de achterban, en het duurde niet minder dan negen maanden voor de partij naast Jinnih Beels en Tom Meeuws een derde gemeenteraadslid bereid vond om ook schepen te worden in een college voorgezeten door Bart De Wever. Voor veel Antwerpse socialisten bleef het onverteerbaar dat ze als junior partner moesten regeren met een partij die haar in 2012 had vernederd – herinner u de mars op het stadhuis.
‘Patrick Janssens klaagt over de uitverkoop van de stad aan projectontwikkelaars, maar dat is met Vooruit in het bestuur gewoon doorgegaan.’
Peter Mertens, gemeenteraadslid PVDA
De rest van Vlaanderen was misschien van in het begin al enthousiaster. In de analyses kreeg het Antwerpse model zelfs een eigen naam: de Bourgondische coalitie. De term is in onbruik geraakt, maar zeker met de komst van Conner Rousseau als voorzitter van SP.A/Vooruit werd het idee van een coalitie tussen socialisten en Vlaams-nationalisten populair. ‘In Antwerpen is de basis gelegd voor die alliantie’, denkt VUB-politoloog Dave Sinardet. ‘Net trouwens zoals Zweeds ook eerst in 2012 in Antwerpen van start is gegaan, alvorens twee jaar later regeringen werden gevormd met dezelfde partijen. De Wever gelooft heel erg in het doortrekken van die allianties. Stel dat Groen zes jaar geleden in het Antwerpse bestuur was geraakt, dan was die partij misschien ook nationaal opgepikt door de N-VA.’
De Grote Ontkenning
Ondertussen wordt er inderdaad zowel op het Vlaamse als op het federale niveau onderhandeld door N-VA en Vooruit over een regeerakkoord. Het loopt allemaal niet eenvoudig, maar drie maanden na de verkiezingen is het nog altijd de gedoodverfde coalitie. Nochtans: nu in Antwerpen de campagne echt begonnen is voor de gemeenteraadsverkiezingen, wordt duidelijk dat De Grote Verbinding met N-VA geen succes is geworden voor Vooruit. Een jaar geleden al werd de partij in de peilingen op serieus verlies gezet, en sindsdien hebben de socialisten zichzelf in een crisis gestort. Tom Meeuws sloeg gefrustreerd en met heel veel lawaai de deuren van het stadhuis achter zich dicht. In de carambole die daarop volgde, en eigenlijk nooit helemaal is opgehelderd, moest ook Beels vertrekken uit Antwerpen. Nieuwe lijsttrekker Kathleen Van Brempt en Patrick Janssens voeren ondertussen campagne alsof Vooruit helemaal nooit in het bestuur heeft gezeten. ‘Als de tandem Meeuws-Beels beter had gewerkt, dan zat ik hier nu niet’, zei die laatste zelf over zijn verrassende terugkeer in De Standaard.
Met de hulp van Patrick Janssens, Melissa Depraetere en een Antwerpse exit: hoe Jinnih Beels haar vel redde
Bij de linkse oppositie hebben ze alvast met grote ogen zitten kijken naar wat er het voorbije jaar, maar ook de jaren daarvoor al, bij Vooruit gebeurde. ‘Patrick Janssens maakt van De Grote Verbinding De Grote Ontkenning’, vindt Peter Mertens (PVDA), die al twee bestuursperiodes in de Antwerpse gemeenteraad zit. ‘Hij klaagt over de uitverkoop van de stad aan projectontwikkelaars, maar dat is met Vooruit in het bestuur gewoon doorgegaan. Het is érger geworden onder Annick De Ridder als schepen dan het onder Rob Van de Velde al was.’
Niel Staes, die voor Groen in de raad zit, zag de voorbije jaren ook maar weinig verandering. ‘De Wever is erin geslaagd zijn model uit die eerste bestuursperiode te kopiëren’, vindt hij. ‘Toen mochten Marc Van Peel en Philip Heylen als schepenen van CD&V ook spelen met hun bevoegdheden. Zolang Beels en Meeuws binnen hun bevoegdheden initiatieven namen, werden ze met rust gelaten. Daarbuiten hadden ze nooit echt iets te zeggen.’
Afwezig
Dat is de analyse die overal wordt gemaakt, ook binnen Vooruit: de partij had alleen invloed op de eigen bevoegdheden. Beels kon als schepen van Onderwijs beginnen met gezonde maaltijden in schoolklassen, iets wat in de Vlaamse campagne werd opgepikt door haar partij en zelfs een breekpunt werd in de campagne. Meeuws werd als schepen van Sociale Zaken – zeker als opvolger van de N-VA’er Fons Duchateau – door het middenveld in de stad met open armen ontvangen, en krijgt voor zijn werk nog altijd complimenten. Daartegenover staan (veel) dossiers waarin Vooruit totaal afwezig leek. Zo voerde Meeuws zes jaar geleden zelf campagne tegen de banden van het stadsbestuur met de projectontwikkelaars (en de zogenaamde paaitaks), maar kreeg daarrond weinig gedaan. Beels werd de voorbije jaren nationaal waarschijnlijk het bekendst door haar pleidooien om de war on drugs te staken en het gebruik van die drugs te legaliseren. Dat had niets te maken met haar verwezenlijkingen als schepen, want de stad voert een geheel ander beleid. Het pijnlijkst waren waarschijnlijk de keren dat N-VA-schepen van Cultuur Nabilla Ait Daoud frontaal botste met die cultuursector, zoals met het stadsgedicht van Ruth Lasters, en Vooruit erbij zat en ernaar keek.
‘Bart De Wever is Sinterklaas niet’, zegt Jinnih Beels vandaag ter verdediging. ‘Tom en ik hebben het uiteindelijk goed gedaan. Iedereen lijkt te zijn vergeten dat wij de verkiezingen in 2018 verloren hadden. Wij hebben 6 zetels in de gemeenteraad, de N-VA 23. Van de drie grote portefeuilles – mobiliteit, stadsontwikkeling en sociale zaken – hebben wij er één binnengehaald. Ik hoop dat het volgende keer meer zal zijn, maar met de uitslag van 2018 lukte ons dat niet. We hebben daarmee uiteindelijk nog boven ons gewicht gebokst en binnen onze bevoegdheden zo goed als alles gerealiseerd uit het bestuursakkoord. Helaas worden we nu enkel afgerekend op wat we niet hebben gedaan. Blijkbaar tegenwoordig ook binnen onze eigen partij.’
Bart De Wever (N-VA): ‘Antwerpen is te groot om in zo’n klein land opgesloten te zijn’
Slechte verliezers
Door dat gerommel bij Vooruit zouden we kunnen vergeten dat er ook ter linkerzijde nog altijd verdedigers zijn van deze coalitie. ‘Ik vond het van bij de aanvang moedig van Vooruit dat de partij de sprong wilde wagen’, vertelt Manu Claeys van stRaten-generaal. Hij is een van de activisten die al voor 2018 met het stadsbestuur het Toekomstverbond sloot en sindsdien onafhankelijk bestuurder bij Lantis is. ‘Het is goed dat de stad bestuurd wordt door een brede coalitie over rechts én links. Dat heeft zes jaar geleden in mijn ogen ook een evenwichtig bestuursakkoord opgeleverd. Zélfs op thema’s als mobiliteit. Schepen Koen Kennis (N-VA) zegt ons natuurlijk ook dat we hem moeilijk kunnen verwijten dat hij rechts-conservatief is, en daarom voert hij de modal shift behoedzamer en trager door dan links-progressieve partijen zouden willen. Maar het is niet zo dat er in De Grote Verbinding een hartstochtelijke verdediging van de auto stond. De hele stad is inmiddels een zone dertig vol fietsstraten.’
‘Het is ontzettend moeilijk als junior partner in zo’n coalitie, dus het is belangrijk dat de socialisten voldoende binnenhalen.’
Peter Van Aelst, politoloog
Ook de Antwerpse politoloog Peter Van Aelst is niet zo negatief over de bestuursdeelname van Vooruit. ‘Veel Antwerpenaren zijn heel tevreden over hun stad’, meent hij. ‘Weinig mensen hebben het gevoel dat het hier de verkeerde kant uitgaat. Het stadsbestuur heeft een palmares dat volgens mij ook door Vooruit verdedigd had kunnen worden. Mocht u mij dus twee jaar geleden hebben gebeld, had ik een positiever antwoord gegeven. Ondertussen zijn de spanningen binnen Vooruit helemaal bloot komen te liggen, en heeft die partij het zichzelf heel moeilijk gemaakt. We kunnen moeilijk veel positiefs zeggen over politici die vechtend over straat rollen, maar ik denk eerlijk gezegd dat Tom Meeuws een slechte verliezer was door met slaande deuren te vertrekken. Hij is een bekwame bestuurder, en ik begrijp ook wel zijn teleurstelling, maar hij had het college beter blijven verdedigen tot aan de verkiezingen.’
Na vertrek Tom Meeuws (Vooruit): ‘De N-VA heeft in Antwerpen het rijk nu voor zich’
Zenuwachtig
Meeuws en Beels schoten van meet af aan niet goed op met elkaar, deels ook omdat nooit duidelijk werd wie van de twee de leiding had. Afhankelijk van met wie iemand praat, wordt daar een andere versie van verteld. Dat geldt ook over de rol die Bart De Wever daarbij als burgemeester heeft gehad. Speelde hij Vooruit op een handige manier uit verband, is Beels met open ogen in zijn armen gelopen, of was het zijn autoritaire bestuursstijl (dixit Janssens) die samenwerking onmogelijk maakte? ‘Objectief had Bart De Wever er geen enkele baat bij om Vooruit te kleineren’, denkt Dave Sinardet. ‘Uiteraard had hij wel liever een inschikkelijke nieuweling als Beels dan een geharde dossiervreter als Meeuws. Maar de twee partijen spraken eerder al af om samen verder te besturen, dus heeft De Wever er net belang bij dat zijn coalitiepartner goed scoort. Nu ziet het er stilaan naar uit dat de N-VA ook Groen nodig zal hebben om verder te besturen in Antwerpen, wat allerminst het droomscenario is van De Wever.’
Het is niet omdat het in Antwerpen niet is gelukt, dat het in Vlaanderen en België op dezelfde manier verkeerd moet lopen. Bij Vooruit kijken ze ernaar uit om Frank Vandenbroucke als vicepremier tegenover premier Bart De Wever te zetten. Met Vandenbroucke heeft hij in ieder geval een te duchten tegenstander, maar dat neemt niet weg dat het Antwerpse experiment Vooruit zenuwachtig maakt. ‘Die ervaring werkt nu absoluut door tijdens de regeringsonderhandelingen’, denkt Van Aelst. ‘Daarom duurt het ook zo lang. Het is ontzettend moeilijk als junior partner in zo’n coalitie, dus het is belangrijk dat de socialisten tijdens de regeringsonderhandelingen voldoende binnenhalen. Een partij kan achteraf niet de hele bestuursperiode ruzie maken, maar je wilt ook niet voor de volgende verkiezingen eindigen met lege handen.’
Sociale zaken onder Tom Meeuws: ‘Stappen in de goede richting’
Onder Liesbeth Homans en vervolgens Fons Duchateau werd het sociaal beleid van Antwerpen een van de domeinen waarop de N-VA heel graag een harde breuk wilde maken met het verleden. Het was aan Tom Meeuws om vervolgens te laten zien dat hij daar opnieuw een verschil kon maken. Is dat gelukt?
Peter Raeymaeckers (armoede-expert Universiteit Antwerpen): Schepen Duchateau duldde weinig inspraak van buitenaf. Dat zorgde voor veel conflicten met het middenveld, dat zich niet gerespecteerd voelde in zijn expertise. Meeuws heeft die relaties proberen te herstellen. Voor het lokale bestuur is die samenwerking met het middenveld belangrijk: je hebt de expertise van sociaal werkers en hun organisaties nodig. Dat was ook duidelijk tijdens de coronacrisis: sociale organisaties wisten de weg naar zijn kabinet te vinden, en hij zocht mee naar oplossingen voor alle mogelijke problemen.
Is het OCMW onder de leiding van Meeuws ruimhartiger geworden?
Raeymaeckers: Dat is moeilijk te zeggen, maar ik zou eerder ‘nee’ antwoorden. Meeuws was vaak en terecht gefrustreerd over de beslissingen die de leden voor het Comité voor de Sociale Bijstand namen in individuele leefloondossiers. In dat comité zitten leden van alle partijen.
In de organisatie van het OCMW zijn er wel stappen in de goede richting gezet. De maatschappelijke dienstverlening is bijvoorbeeld begonnen om zelf op zoek te gaan naar mensen die onderbeschermd zijn en vandaag niet alle steun krijgen waar ze recht op hebben. Dat is heel belangrijk. Het wordt voor mensen ook makkelijker gemaakt om zelf te zien waar ze recht op hebben.
De crisis op de woningmarkt is onder deze bestuursperiode wel alleen maar erger geworden.
Raeymaeckers: Het tekort aan sociale huisvesting en voor mensen met een laag inkomen is heel acuut. Meeuws is er niet in geslaagd om daar samen met de andere schepenen een beleid op lange termijn voor op te zetten. Voor de dak- en thuislozen heeft hij dan weer wel belangrijke stappen gezet, bijvoorbeeld door een uitbreiding van het aantal inloopcentra.
Waarom de exit van Tom Meeuws helemaal anders is dan die van Conner Rousseau