MR-voorstel neutraliteit Brusselse ambtenaren in commissie verworpen
In de commissie Algemene Zaken van het Brussels Parlement is maandag een voorstel van MR verworpen dat de neutraliteit en de onpartijdigheid van de Brusselse ambtenaren beoogt te verzekeren door het dragen van opzichtige tekenen van geloofs- of levensovertuiging bij de uitoefening van hun functies te verbieden. Enkel MR, N-VA en Open VLD keurden de tekst goed, de rest stemde tegen.
Het voorstel van ordonnantie van de MR voorziet in de verplichting van onpartijdigheid, neutraliteit en schijn van neutraliteit bij de uitoefening van hun functie voor de personeelsleden van de overheidsdiensten van het Brussels Gewest, zowel de gewestelijke als de lokale diensten. Daarvoor wordt het dragen van opzichtige tekenen van geloofs- of levensovertuiging voor alle personeelsleden van het Brussels Gewest verboden, zo lichtte fractieleidster Alexia Bertrand toe.
De N-VA steunt de tekst, kondigde Cieltje Van Achter aan. ‘Traditioneel hanteren we in Brussel een strikte invulling van het neutraliteitsbeginsel: de neutraliteit van ons personeel die moet je niet alleen weerspiegeld zien in hun daden maar ook in hun klederdracht. Elke uiting van een politieke, filosofische of religieuze overtuiging is tijdens de uitoefening van hun job verboden’, aldus Van Achter.
Maar de voorbije jaren is er volgens haar toch onduidelijkheid ontstaan over de neutraliteitsverplichting van de Brusselse overheden, het gevolg ‘van de politieke keuze om stelstelmatig geen beroep in te dienen tegen rechtspraak van lagere rechtbanken die lijnrecht ingaan tegen de bestaande rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, het Hof van Justitie, het Grondwettelijk Hof en de Raad van State’. Voor Van Achter kan de MR-ordonnantie de verdere uitholling van het neutraliteitsprincipe voorkomen. Daarom steunt de N-VA de tekst.
Socialisten en groenen verzetten zich eertegen. ‘Deze ordonnantie focust duidelijk op het dragen van een hoofddoek’, stelde Marc-Jean Ghyssels (PS) en Farida Tahar (Ecolo). ‘Daarmee discrimineren jullie de vrouwen, want over de baard van moslinmannen spreken jullie niet’, voegde Tahar eraan toe. Ghyssels wees erop dat het toepassen van de ordonnantie tot heel wat ontslagen van ambtenaren zou leiden.
Voor Juan Benjumea-Moreno (Groen) is het voorstel onnodig, onvoldoende, tegenstrijdig en flou. Onnodig omdat het statuut van de Brusselse ambtenaren de neutraliteit garandeert; onvoldoende aangezien veel mensen ervoor kiezen geholpen te worden door een ambtenaar die op hen lijkt; tegenstrijdig met het principe van neutraliteit omdat de overheid moet bepalen wat precies een opzichtige teken van geloofs- of levensovertuiging is – Benjumea verwees naar de discussie in Antwerpen over het regenboog-T-shirt; en flou omdat in delen van Spanje het dragen van een hoofddoek een culturele reden heeft.
Ook PVDA verwerpt de tekst omdat die leidt tot discriminatie bij de toegang tot een overheidsbetrekking. Petya Obolenski wees er ook op dat er discriminatie dreigt naargelang de functie die men bekleedt. ‘De openbare dienst moet een weerspiegeling van de diversiteit in Brussel zijn’, zei hij.
Voor DéFI moet de openbare dienstverlening neutraal en onpartijdig zijn en moeten de ambtenaren op eenzelfde manier behandeld worden, ongeacht hun functie of dienst. Maar DéFI zal de tekst van MR niet unaniem goedgekeuren omdat de tekst onvoldoende juridische zekerheid geeft, stelde fractieleider Emmanuel De Bock. Hij pleitte voor eenzelfde regeling in alle gewesten, waarbij hij verwees naar het dossier van het onverdoofd slachten. Bovendien wilde hij niet dat de tekst met een wisselmeerderheid zou worden goedgekeurd. Omdat DéFI voorstander is van een neutrale en onpartijdige staat, zullen twee fractieleden bij de plenaire stemming voor stemmen en acht tegen.
Christophe De Beuckelaer (Les Engagés) diende een amendement in dat het verbod op het dragen van opzichtige tekenen van geloofs- of levensovertuiging beperkte tot ambtenaren die autoriteit hebben of in contact met het publiek komen. Maar dat werd unaniem verworpen.