Ministerraad: betogingsverbod voor relschoppers
Een rechter zal voortaan een betogingsverbod kunnen opleggen aan relschoppers die zich eerder hebben misdragen tijdens betogingen. De ministerraad heeft daarvoor vrijdag een wetsontwerp van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) goedgekeurd.
Volgens de minister biedt het verbod de mogelijkheid om ‘de rotte appels’ eruit te halen, zonder het recht op betogen in gevaar te brengen.
Minister Van Quickenborne verwees naar de coronabetogingen in 2021 en 2022, die soms uitmondden in rellen en vernietigingen. Ze werden ‘gekaapt door relschoppers’, die daarmee het recht op protest ondermijnden van mensen die wel op een vreedzame manier de straat willen optrekken. ‘Een burgemeester kan vandaag een betoging verbieden als hij of zij de indruk heeft dat er relschoppers zouden kunnen optreden, maar door zo’n preventief verbod wordt het recht op betogen gefnuikt’, aldus de minister. Het gerechtelijk betogingsverbod moet daar een mouw aan passen.
Van Quickenborne beseft dat daarmee wordt geraakt aan het recht op betogen en de vrijheid van vereniging – een delicate aangelegenheid. Daarom kan het verbod enkel worden opgelegd voor een beperkte reeks misdrijven: vernieling, brandstichting, geweld tegen politie en geweld tegen journalisten tijdens een betoging. Het verbod geldt ook voor een maximum van drie jaar en bij herhaling zes jaar, en dat op het volledige grondgebied van ons land. De informatie wordt ook toegevoegd aan de Algemene Nationale Gegevensbank van de politie, zodat de politie er controle op kan uitvoeren, zoals bij een stadionverbod. Als iemand een gerechtelijk betogingsverbod aan zijn laars lapt, kan hij daarvoor een celstraf van 1 jaar oplopen.