Vlaams minister-president Matthias Diependaele heeft zich woensdag in het Vlaams Parlement verdedigd tegen de kritiek op het Vlaamse defensieplan van zijn regering. Volgens oppositiepartij PVDA zal dat plan niet zorgen voor meer vrede, maar net voor een grotere kans op ‘militaire escalatie’. Diependaele bestempelt die houding als ‘naïef’. ‘Wij hebben de luxe niet om onze ogen te sluiten’, aldus Diependaele.
Op de laatste ministerraad voor het paasreces zette de regering-Diependaele het licht op groen voor een eigen defensieplan. Centraal in dat plan staat de oprichting van een Vlaams Defensiefonds dat tot 1 miljard euro aan kapitaal moet bundelen. Verder gaat de richtlijn-Muyters op de schop. Die richtlijn van oud-minister van Economie Philippe Muyters (N-VA) schrijft onder meer voor dat overheidssteun voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) van defensiebedrijven enkel toegelaten is als de technologieën naast een militaire ook een civiele toepassing hebben.
Daarnaast komt er een Vlaams Centrum voor Digitale Veiligheid, worden vergunningsprocedures voor strategische infrastructuurprojecten versoepeld en er komt een ‘burgerlijk weerbaarheidsprogramma’ met onder meer de ondersteuning van vrijwilligerskorpsen.
In het actualiteitsdebat verdedigde Vlaams minister-president Matthias Diependaele zich tegen de kritiek op de plannen. Terwijl oppositiepartijen Vlaams Belang en Open VLD vooral vragen hebben bij de ‘vaagheid’ en de becijfering van de plannen, vreest Groen dat de Vlaanderen zijn ‘decennialange traditie op vlak van vrede overboord’ dreigt te gooien. Volgens fractieleider Mieke Schauvliege is haar partij niet tegen extra investeringen in defensie, maar Vlaanderen ‘is niet bevoegd voor defensie’ en moet de regering vooral investeren in zorg, klimaat en onderwijs.
PVDA-fractieleider Jos D’Haese gaat nog een stap verder. Door de Vlaamse defensiegerelateerde industrie te ondersteunen stapt de Vlaamse regering volgens hem mee in een ‘militaire escalatie’ die enkel zal zorgen voor ‘meer oorlog in plaats van minder’. D’Haese pleit voor de weg van ‘diplomatie en vrede’.
Maar die houding is volgens minister-president Diependaele ‘naïef’. Volgens hem gaat de defensiediscussie over de essentie van het mandaat als politicus. ‘Onze belangrijkste opdracht is de veiligheid van de burger’, aldus Diependaele. Om die veiligheid te garanderen zijn er nu eenmaal wapens en militaire ‘afschrikking’ nodig. De regeringsleider richtte zich rechtstreeks tot D’Haese: ‘Doe uw ogen gerust toe. Wij kunnen ons die luxe niet veroorloven.’
