Minister Crevits (CD&V): ‘Zwaartepunt nu écht verleggen naar de deelstaten’
Vlaams viceminister-president Hilde Crevits pleit in een interview met de Krant van West-Vlaanderen voor een grondige staatshervorming in de richting van het confederalisme. ‘Wij willen minstens de domeinen arbeidsmarkt en gezondheidszorg helemaal overhevelen. Het is tijd om het zwaartepunt écht te verleggen naar de deelstaten’, zegt Crevits.
Volgende week dinsdag 11 juli is het de Vlaamse feestdag. Traditioneel spreken Vlaamse politici zich dan uit over Vlaanderen, de Vlaamse autonomie en de staatsstructuur.
In een interview met de Krant van West-Vlaanderen noemt CD&V-kopstuk Hilde Crevits een volgende staatshervorming ‘superbelangrijk’. ‘Ik ben voorstander van een België met twee sterke deelstaten: Vlaanderen en Wallonië. Zij moeten vervolgens samen beslissen wat ze nog op Belgisch niveau willen doen’, legt Crevits uit. ‘Brussel en het Duitstalig deel kunnen dan een apart statuut krijgen. Het is voor mij wel elementair dat Vlaanderen Brussel niet loslaat.’
Stapt CD&V op die manier mee in het confederalisme dat N-VA-bepleit? ‘N-VA is niet de bedenker daarvan, hoor. Ook Kris Peeters (CD&V) pleitte daarvoor toen hij Vlaams minister-president was. Hij wou een dialoog opzetten van gemeenschap tot gemeenschap om te bekijken wat we nog samen willen doen. Dat is ook het model waar ik voor sta.’
‘Het vuur brandt nog hard’
De CD&V-minister pleit wel voor een nieuwe staatshervorming, maar past tegelijk voor een ‘oeverloze discussie’ over de kwestie. Ze vindt ook dat de Vlaamse regering ‘zo snel mogelijk’ na de verkiezingen van juni 2024 moet gevormd worden. ‘We moeten daarvoor niet wachten op het federale niveau en al zeker niet op de lokale verkiezingen zoals De Wever suggereert’, luidt het. ‘Als je Vlaanderen serieus neemt, dan begin je direct na de verkiezingen aan de regeringsvorming. En hebben de regeringen andere samenstellingen, so be it.’
Over haar eigen toekomst zegt Crevits dat ze graag wil doorgaan als ze daarvoor de steun van de kiezer krijgt. ‘Het vuur brandt nog even hard als vroeger. Ik doe het nog elke dag ongelooflijk graag. Wat als dit wegvalt? Ik mag er niet aan denken. Neen, ik ben nog niet klaar om afscheid te nemen van de politiek’.