Milieu-expert Pieter Leroy: ‘We zullen een vierde en zelfs een vijfde stikstofakkoord nodig hebben’
Het stikstofakkoord is een non-akkoord, typerend voor het hele Vlaamse milieubeleid, zegt expert Pieter Leroy.
Met een grote glimlach. Zo verschenen de belangrijkste ministers van de Vlaamse regering halfweg november op een persconferentie om hun stikstofakkoord aan te kondigen. Het derde al, want de vorige keren liep het telkens mis. Met het akkoord wilden Jan Jambon en co. het stikstofprobleem aanpakken én perspectief geven aan landbouw en industrie. De N-VA en de CD&V, verpersoonlijkt door kemphanen Zuhal Demir en Jo Brouns, begroeven de strijdbijl.
Maar volgens Pieter Leroy, emeritus hoogleraar milieubeleid, viel de ministeriële glimlach maar om één reden te verklaren: ‘De ministers hebben een politiek probleem opgelost. Als milieuwetenschapper stel ik vast dat ze het milieuprobleem niet hebben aangepakt.’ Vanuit Nederland volgt de gewezen hoogleraar aan de Radboud Universiteit de Vlaamse milieupolitiek op de voet. Onze landgenoot is er zeker van: ‘We zullen een vierde en waarschijnlijk zelfs een vijfde stikstofakkoord nodig hebben.’
Waarop baseert u dat?
Pieter Leroy: Het probleem zit ‘m in de juridische houdbaarheid. Ik ben geen jurist, maar ik zie in dit akkoord dezelfde zwakte als voorheen: de overheid wil nog steeds vergunningen verlenen op basis van de belofte dat ze de toekomstige uitstoot van stikstof zal reduceren. Als het decreet straks klaar is, staan de juristen klaar om het onderuit te halen. Bovendien is het akkoord onuitvoerbaar.
Waarom?
Leroy: De passende beoordeling zal een grote rol spelen in de vergunningsverlening. Duizenden landbouwbedrijven zullen een extra milieuonderzoek moeten laten uitvoeren, wellicht vooral door adviesbureaus. Maar wie zal die passende beoordeling beoordelen? De milieuwetgeving is steeds ingewikkelder geworden, maar de milieuadministratie is kapotbespaard. Een vergunningsketen die niet sluitend is, levert geen milieukwaliteit.
De Vlaamse regering mikt op technologische oplossingen. Ze verwacht veel van luchtwassers om de stikstofuitstoot te verlagen.
Leroy:We kennen die redenering: dat is het ecomodernisme. Versta me niet verkeerd, technologie is en blijft belangrijk, maar bij meerdere milieuproblemen kan ze niet meer dan 30 procent aan de oplossing bijdragen. De rest moet van gedrags- en organisatieverandering komen, en daar is de regering niet mee bezig. Een voorbeeld: de regering zegt dat ze op termijn niet langer rekening wil houden met de stikstofneerslag maar alleen met de uitstoot op stalniveau. Vergelijk het met de uitstoot van fijnstof door een moderne auto. Uiteraard ligt die lager dan bij een oude, maar als er tien keer zoveel auto’s rondrijden, is het totale effect nihil. Op die manier kan één individuele stal zijn stikstofuitstoot verlagen, maar gaat de heide toch nog kapot door het totale teveel aan stikstof.
We zullen een vierde en zelfs een vijfde stikstofakkoord nodig hebben.
Deze generatie politici is zeer milieuonvriendelijk. Toen Gwendolyn Rutten (Open VLD) nog geen minister was, zei ze in De afspraak dat ze de Europese natuurdoelstellingen onderuit wilde halen. Ze sprak niet over beschermde natuurgebieden, maar over ‘versplinterde stukjes natuur her en der’. Rutten ridiculiseert de Vlaamse natuur. Dat doet Vlaams minister voor Omgeving Zuhal Demir (N-VA) trouwens ook.
Demir wordt toch op handen gedragen voor de natuurbeweging?
Leroy:Het is relatief makkelijk om bestaande natuur te beschermen. Op het terrein verandert er niet veel. Dat is dankbaarder en eenvoudiger dan een degelijk klimaatbeleid voeren of een serieus stikstofakkoord sluiten.
Hoe zou u het stikstofprobleem aanpakken?
Leroy:Het totale aantal stikstofproducerende activiteiten moet omlaag. Dat is onvermijdelijk. Vergelijk het met hoe we andere oude industrieën, zoals de staalindustrie, economisch én ecologisch hebben gemoderniseerd. Over de snelheid kun je discussiëren, maar we moeten naar een ander soort landbouw, met een veel kleinere veestapel. En we moeten het stikstofprobleem niet verkleinen, maar juist verbreden. Zowel ecologisch als sociaal.
Hoe bedoelt u?
Leroy:We kijken naar het probleem alsof het een boksmatch tussen chemiereus Ineos en de Boerenbond betreft, tussen industrie en landbouw. Maar waarom laten we mobiliteit, kmo’s en huishoudens buiten beschouwing?
Denkt u bijvoorbeeld aan een snelheidsbeperking van 100 kilometer per uur op de snelwegen, zoals in Nederland?
Leroy:Die snelheidsbeperking is zowel qua bijdrage als qua naleving hoogst symbolisch. Maar het is wel een manier om mensen te laten voelen dat stikstof ook hún probleem is. Zoals bijna alle milieuproblemen is stikstof een collectief dilemma. Ik geef een schoolvoorbeeld: waarom brengen zo veel ouders hun kinderen met de auto naar school? Antwoord: omdat ze bang zijn dat ze te voet of op de fiets worden aangereden door ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen. Dat dilemma zit ook achter het stikstofprobleem. Dat aanpakken vergt zowel individuele als collectieve zelfbeheersing.
De stikstofkwestie wordt vaak benaderd als een economisch dossier. Het valt op dat u het als een milieuprobleem ziet.
Leroy: Politici verkleinen het stikstofprobleem inderdaad tot een lokaal economisch probleem. De link met klimaat en milieu is vrijwel weg. Bovendien zitten de zwakste partijen – de kleine boeren én de natuur zelf – niet mee aan de onderhandelingstafel. De natuur wordt op een zwakke manier verdedigd door wetenschappelijke getallen en scenario’s over nitraat, fosfaat en kritische depositiewaarden. Maar ‘milieu’ is voor mensen veel meer dan natuurwetenschappelijke variabelen. Definieer het begrip ‘milieu’ sociaal, en er komen heel andere elementen in beeld.
Critici ter linker- én ter rechterzijde noemen het klimaatbeleid vaak asociaal.
Leroy:Het is jammer dat de klimaatbeweging zo eenzijdig de nadruk legt op fossiele uitfasering en zero carbon. Ze vindt terecht dat CO2 beprijsd moet worden en dat de fossiele subsidies eruit moeten, maar als je dat van vandaag op morgen doet, creëer je grote onrechtvaardigheid. Wie was het slachtoffer toen de Franse president Emmanuel Macron de diesel fors duurder maakte in 2018? De loodgieter op het platteland die elke dag 100 kilometer moet rijden. Anders gezegd: klimaatbeleid zal niet werken zonder fiscaal beleid, huisvestingsbeleid, werkgelegenheidsbeleid, openbaar vervoer, onderwijsbeleid enzovoort. Door de ‘gele hesjes’ hebben politici dat beter ingezien, maar nu zijn ze zo bang geworden dat ze niets meer durven. Na de bange blanke man van Willem Vermandere hebben we nu ook de bange blanke politicus.
En toch is er een electorale markt voor klimaatcritici.
Leroy:De gele hesjes waren géén antiklimaatbeweging. Hetzelfde geldt voor de kiezers van Geert Wilders of van het Vlaams Belang. Onder hen heb je veel mensen die in de kou staan door slecht bestuur. Wat als Vlaanderen progressief en preventief had gereageerd op de klimaatcrisis? Mensen die het moeilijk hebben, zouden moeten worden geholpen bij de renovatie en isolatie van hun verouderde huis. Dat is het ‘milieu’ van gewone mensen. Milieu is ook veiligheid – kijk naar de overstromingen in de Westhoek. Milieu is ook mobiliteit, maar de regering bouwt De Lijn af. Milieu is ook snelle bereikbaarheid van de overheid, maar de regering dringt aan op gemeentefusies die de afstand tot de dienstverlening vergroten. Met die sociale kant van het klimaatverhaal houdt de regering geen rekening.
De Boerenbond is veel te conservatief in zijn milieuvisie.
Tot slot: zowel in Nederland als in Vlaanderen verhit stikstof de gemoederen, maar bij ons kwam het nooit tot zo’n hevig boerenverzet als bij onze noorderburen. Hoe verklaart u dat?
Leroy:Al vóór het stikstofdrama was Nederland gevoelig voor de tegenstelling tussen centrum en periferie. Provincies als Zeeland en Groningen voelden zich achtergesteld ten opzichte van de Randstad. Bovendien beging de regering in de zomer van 2022 een blunder met de publicatie van de ‘stikstofkaart’. Plots zagen boer Jan en boer Klaas dat hun bedrijf bedreigd werd. Het was de directe aanleiding voor het ontstaan van de BoerBurgerBeweging (BBB). Ik vind de Boerenbond in Vlaanderen veel te conservatief in haar milieuvisie, maar haar cohesiekracht is kennelijk nog steeds groot genoeg om de opkomst van een Vlaamse BBB te verhinderen. Net daarom is de polarisatie tussen de Boerenbond en minister Demir een zeer kwalijke zaak voor Vlaanderen. Een overheid alleen kan de samenleving niet veranderen. Ook het middenveld kan dat niet alleen. En het kan ook niet louter van de markt en technologie komen. Naar mijn stellige overtuiging moet het van de drie kanten komen. Maar alleen met provocaties creëer je een halve oorlogssituatie. In zo’n context winnen aan beide kanten enkel de extremen.
Pieter Leroy
1954: Geboren in Deinze.
Studie politieke en sociale wetenschappen (KU Leuven).
1976-1985: Onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen, waar hij promoveert in 1983.
1985: Wordt docent aan de toenmalige Rijkshogeschool IJsselland (Deventer).
1988-1994: Universitair hoofddocent aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (vandaag bekend als de Radboud Universiteit).
1994-2019: Hoogleraar milieu en beleid aan de Radboud Universiteit.
1994-2004 en 2012-2019: Voorzitter van de stuurgroep van Milieurapport Vlaanderen (MIRA).