Jo Brouns
‘Met of zonder wet: de natuur zal zich herstellen en de landbouw zal verduurzamen’
‘Wij hebben onze ondernemers en boeren nodig voor een duurzame toekomst, maar er moet ook een duurzame toekomst zijn voor hen’, schrijft Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (CD&V) naar aaneleiding van de stemming op Europees niveau over de natuurherstelwet. ‘Ook christen-democraten willen uiteraard zorgen dat onze landbouwers, onze ondernemers en onze volledige samenleving zich kunnen wapenen tegen de klimaatverandering. Uiteraard willen we onze omgeving nog mooier te maken. Maar we moeten hen ook het vertrouwen geven dat we ook oog hebben voor de andere realiteiten, uitdagingen en bezorgdheden waar zij voor staan.’
Een gebied zo groot als gans België of drie miljoen hectare. Zoveel extra bos zal er tussen 2011 en 2031 zijn bijgekomen in Europa. Goed nieuws haalt zelden de voorpagina’s, maar het is wel de conclusie van de Europese Commissie. Het zijn gewoon de wetten van de economie die spelen: lage opbrengsten maken landbouw op marginale gronden onrendabel, veel boeren hebben geen opvolging en door stadsvlucht ontvolken grote delen van landelijk Europa.
Voor het eerst in eeuwen zal het totale areaal bos in Europa daarmee groter zijn dan het totale areaal aan weiden en akkers. De Wageningse onderzoeker Richard Fuchs was op basis van historische reconstructies van landgebruik in Europa al tot de conclusie gekomen dat bos zich spectaculair herstelt. Waar in 1800 nog maar 10% van ons continent onder een bomenkruin bedekt was, is dat vandaag al vier keer zoveel. Terwijl Dirk Draulans de landbouw en de fossiele industrie als twee baarlijke duivels voor de natuur omschrijft, ziet Fuchs hen net als de reden van dat opmerkelijke natuurherstel.
Van Vlaanderen weten we op basis van de historische bronnen dat het al in de vroege middeleeuwen zo goed als volledig ontbost was. Vanaf de jaren 1100 werd hout door turf vervangen als voornaamste energiebron. Het is misschien een ongemakkelijke waarheid, maar daarom niet minder juist: de opkomst van fossiele brandstoffen – eerst kolen en dan gas en olie – zorgde er net voor dat de Europese bossen aan een opmerkelijk herstel konden beginnen. Evident is de volgende stap fossiel vervangen door hernieuwbare energie.
De intensivering van de landbouw vanaf de 19de eeuw maakte dan weer dat de groeiende Europese bevolking kon gevoed worden met hogere opbrengsten en zonder nieuwe gronden aan te snijden. Voordien waren er slag om slinger hongersnoden in Europa. Waar boeren de wapens van de moderne landbouw – techniek, veredeling, kunstmest, bestrijdingsmiddelen – niet kunnen inzetten, moeten ze zich wenden tot laagproductieve “slash-and-burn” landbouw. Niet de export naar het rijke Westen maar juist overlevingslandbouw is vandaag de belangrijkste bedreiging van regenwouden en ongerepte ecosystemen.
De laatste keer dat de Vlamingen honger leden, deden wij trouwens net hetzelfde. Na de aardappelcrisis in het midden van de 19de eeuw, was de reactie in Vlaanderen om de laatste bossen in West-Vlaanderen onder de ploeg te brengen en zo de opbrengsten te verhogen. Het christelijke verhaal van de mens “boven en buiten de natuur” waar Draulans naar verwijst, staat ver van de ervaring die onze voorouders zouden gehad hebben. Zij waren juist onderworpen aan alle grillen en plagen van de almachtige natuur – van de aardappelschimmel Phytoftora tot de extreem natte voorjaren van de waanzinnige 14de eeuw – en onze geschiedenis is juist één lange strijd om er ons daar aan te ontworstelen.
De strijd voor een leefbare toekomst; die zijn we juist overtuigend aan het winnen. We leven niet met het vooruitzicht van “hel en verdoemenis”, zoals Draulans schrijft, maar met de hel en verdoemenis in de achteruitkijkspiegel. Denk aan de Grote Hongersnood van 1315-1317 met zijn kannibalisme en massagraven, of “la misère des Flandres” (1845) die tienduizenden verzwakte Vlamingen ten prooi deed vallen aan tyfus en cholera. Het winnen van die strijd hangt ook niet af van een Europese verordening, maar van de volgehouden innovatie en vooruitgang die Draulans en met hem vele ecologisten lijken te verketteren.
(Lees verder hieronder.)
Maar terug naar de landbouwers, want het zijn zij die vandaag het meest in verwevenheid met de omgeving werken. Ze zijn onze frontsoldaten in de strijd tegen klimaatverandering. Wie langs een wuivend korenveld fietst of wandelt, moet beseffen dat daar het inkomen van de boer staat, geheel en al blootgesteld aan het weer en de elementen. Onze boeren hebben met andere woorden “skin in the game”: zij bloeden als eerste. Zij voelen het meest concreet de gevolgen van de klimaatverandering en de nood aan sterke ecosystemen. Maar het zijn ook zo die vandaag geconfronteerd worden met alle beperkingen op hun bedrijfsvoering die voortvloeien uit het natuurbeleid.
En dat maakt hun vandaag steeds moedelozer. Met veranderend weer omgaan, beschouwen de meeste landbouwers als de essentie van hun job. Met de veranderde prijzen op de wereldmarkt hebben de meesten ook leren leven, en als ze dat niet kunnen richten ze zich op de korte keten. Maar met de veranderende en complexere regelgeving van de overheid wordt het steeds moeilijker omgaan, dat weegt ook op hun mentaal welzijn.
Het zou eerlijker zijn moesten de voorstanders van de natuurherstelwet gewoon toegeven dat ze wel degelijk de landbouw viseren in hun voorstel. “The 2030 objective of covering at least 10% of the Union’s agricultural area with high-diversity landscape features”, staat er in de tekst. Verder wordt er nog verduidelijkt dat “they cannot be under productive agricultural use (including grazing or fodder production.)” Op een moment dat Vlaamse boeren zien hoe moeilijk hun collega’s in Italië of Spanje het hebben en dat de ideale teeltzones inderdaad aan het schuiven zijn door klimaatverandering, komt dat neer op een aderlating verkopen als gezondheidskuur. Op het moment dat flexibiliteit gaan moeten tonen om met klimaatverandering om te gaan, zijn we juist extra rigiditeit aan het introduceren.
Het zou ook eerlijker zijn moest men de grote inspanningen erkennen die door de landbouw (maar ook de industrie) al geleverd zijn. De hoeveelheid “actieve stof” in gewasbeschermingsmiddelen is sinds de jaren ’60 met meer dan 90% teruggedrongen. Als we kijken naar alle potentieel verzurende uitstoot zoals ammoniak en stikstofoxiden, dan weten we dat die met 59% gedaald is sinds 2000 en dat voordien ook al grote stappen waren gezet. De waterkwaliteit is moeilijker te meten, maar de VMM zag de gemiddelde zuurstofconcentratie in onze waterlopen met 50% stijgen sinds de jaren ’90. In de Maas zit weer meerval, op de Zenne kan je weer kajakken. Nog niet zo lang geleden was dat ondenkbaar geweest. Dat het allemaal nog beter moet, daar kunnen we het over eens zijn. Maar de grote inspanningen minimaliseren of onder de mat vegen werkt altijd bijzonder demotiverend voor wie die inspanningen gedaan heeft.
Het zou ook eerlijker zijn moest alle urgentie rond klimaat en biodiversiteit ook leiden tot het opgeven van groene taboes. Tal van technologieën staan vandaag op punt – denk aan CRISPR-Cas-veredeling of kunstmest winnen uit dierlijke mest (Renure) – maar blijven in de mottenballen omdat het juridisch kader de uitrol verhindert. Ook dat voelt voor veel landbouwers alsof ze naar het front gestuurd worden zonder de beste en nieuwste wapens. Het is zoals groenere energieproductie willen én een kernuitstap. Opnieuw creëert dat bij veel mensen het gevoel dat het niet de bedoeling is om de oorlog te winnen – want dan gooien we alles in de strijd – maar om schaarste te creëren – eerst energie, nu voedsel – en “gedragsverandering” af te dwingen.
(Lees verder hieronder.)
Dat er argwaan bestaat over de Natuurherstelwet, hoeft niet het drama te zijn dat Dirk Draulans er van maakt. De natuur zal zich blijven herstellen en de landbouw zal blijven verduurzamen. Waar ik ook kom in Vlaanderen, ik spreek geen enkele boer die niet bezig is met een gezonde bodem en met zijn bedrijf robuuster maken voor de klimaatverandering. We keren voor een stuk “back to basics” waarbij we de biologie van de bodem weer ontdekken, maar tegelijk ook technologie en innovatie blijven omarmen zoals we het altijd gedaan hebben. Het zijn de “laptops und lederhosen” voor onze landbouw: traditie herontdekken en nieuwe high tech eraan toevoegen.
Ook christen-democraten willen uiteraard zorgen dat onze landbouwers, onze ondernemers en onze volledige samenleving zich kunnen wapenen tegen de klimaatverandering. Uiteraard willen we onze omgeving nog mooier te maken. Maar we moeten hen ook het vertrouwen geven dat we ook oog hebben voor de andere realiteiten, uitdagingen en bezorgdheden waar zij voor staan. Wij hebben onze ondernemers en boeren nodig voor een duurzame toekomst, maar er moet ook een duurzame toekomst zijn voor hen.
Lees ook:
– Alleen maar miserie met de Europese natuurherstelwet? ‘De voordelen zullen immens zijn’
– ‘We hebben biodiversiteit nodig om gezond te blijven: het is niet óf de boom óf het ziekenhuis’
– De laatste Boerenkrijg: de slag om het Vlaamse platteland
– Degrowth om klimaatneutraal te worden? ‘Een kolossale denkfout’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier