Bert Bultinck
‘Met de kritiek van Theo Francken op de meerwaardebelasting zit het wijsvingertje weer bij rechts’
‘De meerwaardebelasting op zich vind ik gewoon immoreel en onethisch’, zei N-VA-onderhandelaar Theo Francken afgelopen vrijdag in het Canvas-programma De afspraak. De redenering van Francken is niet moeilijk. Ondernemen betekent risico nemen, of in het Engels: ‘skin in the game’ hebben. Als je faalt, dan bloed je, of scheur je minstens je broek. Als je het als ondernemer dan zo goed hebt gedaan dat je meerwaarde hebt gecreëerd, dan is het oneerlijk dat je daar nog eens belastingen op moet betalen, zei Francken. Een N-VA’er die tegen belastingen is, dat is niet verrassend. Maar een taks die ongeveer overal in Europa bestaat ‘immoreel’ noemen, dat is nog iets anders.
Het standpunt van Francken is geen theoretische bespiegeling. Samen met onder meer MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez probeert N-VA-voorzitter Bart De Wever op dit eigenste moment een ondernemersvriendelijke Arizona-coalitie op de been te brengen. Dan gaat het onder meer over de verschuiving van lasten op arbeid naar andere taksen, bijvoorbeeld op consumptie (btw) of vermogen (vermogensbelasting). De verlaging van de loonlasten moet het voor ondernemers makkelijker maken om mensen aan te nemen.
Anders dan Theo Francken laat doorschemeren is een meerwaardebelasting niet noodzakelijk, en zeker niet exclusief, een taks voor ondernemers. Bij de meerwaardebelasting op aandelen, die in de meeste Europese landen tussen de 20 en de 35 procent bedraagt, gaat het over de winst die je maakt als je aandelen verkoopt. Kleine spaarders die beleggen in aandelenfondsen, bijvoorbeeld, kunnen ook meerwaarden boeken, al zullen die in de Arizona-plannen wellicht op een flinke vrijstelling kunnen rekenen. Maar ook holdings, vermogensbeheerders en andere speculanten komen in het vizier. Lang niet iedereen die straks een meerwaardebelasting betaalt, is een ondernemer. Lang niet elke investeerder is een hardwerkende held van de vrije markt.
Francken begeeft zich op het gladde ijs van het ethische debat. Dat biedt kansen voor links.
Dat maakt de kritiek van Francken op die meerwaardebelasting nog net iets pikanter, en de morele pretentie ervan nog vreemder. Voor kleine en middelgrote ondernemers bestaat in dit land best veel sympathie. Je moet een Vlaming niet uitleggen waarom winst maken belangrijk is, en waarom bedrijven die waardevolle jobs aanbieden van goudwaarde zijn. Dat ligt anders bij lieden die met rijkdom nog meer rijkdom vergaren. Vermogensbeheerders, grote investeerders en multinationals mogen dan wel startende ondernemers helpen groeien, maar verder kunnen ze doorgaans toch al iets minder op applaus rekenen.
De forse claim van Francken past in een groeiend zelfvertrouwen van rechts, dat zich na de herverkiezing van Donald Trump in de Verenigde Staten nog sterker voelt dan voorheen. Morele veroordelingen zijn nooit het privilege van links geweest. Rechtse politici en opiniemakers hebben altijd al met veel gusto morele oordelen geveld, van de aanval op de ‘permissieve samenleving’ en de algehele ‘zedenverwildering’ tot de jacht op ‘sociale fraudeurs’ en andere ‘profiteurs’. Toch was het de afgelopen jaren vooral links dat geassocieerd werd met ‘moraalridders’ en ‘het wijsvingertje’. Met de kritiek van Theo Francken op de meerwaardebelasting zit het wijsvingertje weer bij rechts. En spelen de morele argumenten niet alleen mee in de cultuurstrijd, maar ook in het hart van de economie.
Het doet denken aan Tesla-baas Elon Musk, nochtans een begunstigde van véél belastinggeld, die vorige week in een peiling op X suggereerde dat de Amerikaanse belastingdienst ook gewoon afgeschaft kon worden. 60 procent van de respondenten was pro. Het doet nog meer denken aan het interview dat het Britse blad The Economist had met de Argentijnse president Javier Milei. Ook Milei veroordeelde vorige week belastingen in morele termen: ‘Ik beschouw de staat nog altijd als een criminele organisatie, die leeft van een systeem van afpersingen dat “belastingen” wordt genoemd.’
Zover ging Francken nog niet, maar voorlopig lijkt zowel Francken als Milei met ethische veroordelingen van overheidsinterventies succes te oogsten. Dat moet pijn doen bij links, dat zo lang met morele argumenten het debat dacht te kunnen winnen.
Voor dat kamp is er één troost. Als de ‘moral high ground’ van kant verandert, dan komt er weer meer ruimte voor links om zich als anti-establishmentbeweging te positioneren.
Bart De Wever wil premier worden. Rechts nestelt zich in het pluche. En Francken begeeft zich op het gladde ijs van het ethische debat. Dat biedt kansen. Er is niks wat zo luid ‘establishment’ schreeuwt als een belasting ‘immoreel en onethisch’ noemen.