Marc Thys (Egmont Institute): ‘De Russen zullen ook onze boerenprotesten uitbuiten’
Staan we dicht bij een aanval van de Russische president Vladimir Poetin op de NAVO? Als we verschillende westerse beleidsmakers en defensietoplui mogen geloven wel. Michel Hofman, de stafchef van het Belgische leger, waarschuwde er al voor en vraagt om een versterking van onze militaire capaciteit. De Duitse minister van Defensie Boris Pistorius plakte er zelfs een termijn op: hoewel hij een snelle Russische aanval onwaarschijnlijk acht, stijgen de kansen erop ‘binnen een periode van vijf tot acht jaar’. Volgens gewezen generaal Marc Thys, vandaag senior associate fellow bij Egmont Institute en senior advisor bij Growth Inc., is de boodschap niet nieuw. ‘Maar de huidige geostrategische omstandigheden maken dat er meer naar wordt geluisterd.’
Toch klinken de waarschuwingen erg gelijksoortig. Dat is toch geen toeval?
Marc Thys: Het is wel zo dat de defensiechefs elkaar geregeld zien en gebrieft worden. Op die manier wordt de ongerustheid collectief. Wat we wel moeten begrijpen, is dat ook de mensen van defensie dit niet als een puur militair maar als een maatschappelijk probleem zien.
Rusland kan met moeite zijn kleinere buurland Oekraïne op de knieën krijgen. Waarom zou het dan de NAVO aanvallen, die meerdere kernmachten bevat?
Thys: U moet niet denken aan Russische tanks die over Europees grondgebied rollen, maar aan een Europa dat verdeeld is en gevoelig voor politieke recuperatie. Ik ben er bijvoorbeeld zeker van dat de boerenprotesten bij ons uitgebuit zullen worden door Russische kanalen. De dreiging is dus niet alleen militair en economisch, maar doet zich bijvoorbeeld ook voor op het vlak van informatie.
België moet sneller de tweeprocentnorm van de NAVO halen.
Vanuit de militaire industrie wordt aangedrongen op meer overheidsinvesteringen.
Thys: Die druk komt niet vanuit defensie, maar vanuit de politieke overheid. De Baltische staten, bijvoorbeeld, zijn veel meer geneigd om collectieve middelen in te zetten in de defensie-industrie. En dat terwijl de Europese Investeringsbank (EIB) drie grote industrieën niet mag financieren: de seksindustrie, de gokindustrie en de defensie-industrie. Dat is op z’n zachtst gezegd vreemd.
90.000 militairen nemen deel aan ‘Steadfast Defender’, de grootste oefening van de NAVO sinds de Koude Oorlog. Spierballenvertoon tegenover Poetin?
Thys: Nee. Vóór 1990 waren er jaarlijks grote oefeningen omdat we toen in een scenario van collectieve defensie zaten. Daarna gingen we over naar het principe van collectieve veiligheid, wat leidde tot operaties in het Midden-Oosten en de Sahel. Vandaag keren we terug naar collectieve defensie. Een groot deel van onze militaire capaciteit moet zo tegelijkertijd worden aangesproken. De Russen voeren zulke oefeningen al jaren uit. Ook bij ons zullen ze volgens mij opnieuw een constante worden.
Een vrijwilligerskorps van jongvolwassenen, zoals in Lubbeek, juich ik toe.
België investeert het komende jaar 1,24 procent van het bruto binnenlands product in defensie. De NAVO legt de lat op 2 procent, wat België pas vanaf 2035 zal halen.
Thys: Toen men mij in 2017 vroeg of België de NAVO-doelen zou bereiken, antwoordde ik dat die in een ander universum lagen. Sinds de passage van minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) hebben we het oude universum verlaten, en dankzij de sterke realisaties van huidig minister Ludivine Dedonder (PS) zijn we op de goede weg. Maar het is niet genoeg. Wij zetten grote stappen, maar onze bondgenoten zetten er grotere. De achterstand van België wordt steeds groter ten opzichte van de Europese bondgenoten. In 2014 beloofden we nog dat we de tweeprocentnorm tegen 2024 zouden halen, nu is het 2035. Om nog enige geloofwaardigheid over te houden, moet de volgende regering die streefdatum versnellen.
Bent u voorstander van de herinvoering van de dienstplicht?
Thys: Elk jaar zijn er ongeveer 120.000 achttienjarigen. Defensie heeft niet de ambitie om hen allemaal in huis te nemen. Wel ben ik voorstander van een model dat in Zweden bestaat en sinds kort ook in Nederland: vraag jongeren of ze bereid zijn om te dienen. Indien het antwoord ja is, bekijkt Defensie op basis van de beschikbare vacatures hoe ze een jaar kunnen dienen. Daarna komen die jongeren terecht bij de reservisten. Wat ik ook toejuich, zijn vrijwilligerskorpsen van jongvolwassenen, zoals in het Lubbeek van burgemeester Theo Francken (N-VA). Het is altijd goed wanneer we burgers weerbaarder maken en als ze beseffen dat onze welvaart en rechtsstaat een anomalie zijn in de wereldgeschiedenis.