Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Lokale verkiezingen werpen een schaduw op de federale formatie’

Op minder dan één week van de lokale verkiezingen kunnen we de vraag stellen welke invloed deze gaan hebben op de lopende regeringsonderhandelingen, en ook of er een mogelijkheid bestaat om een druk electoraal jaar à la 2024 in de toekomst te vermijden.

Tien bedenkingen. 

1. Om te beginnen zal de uitslag van 13 oktober de kaarten van de politieke macht herschikken tussen de politieke partijen en ook binnen een politiek partij. Een partij die goed scoort op 13 oktober zal meer eisen aan de tafel van de regeringsonderhandelingen en een Minister die slecht scoort, zal er ook de negatieve gevolgen van dragen. 

    2. Op 13 oktober zal er ook uitgekeken worden naar het resultaat van de PS. Als de Franstalige socialisten er een even slechte beurt van maken als bij de verkiezingen van afgelopen juni, dan lijkt deze partij niet meer in aanmerking te komen voor de federale regering. Met als resultaat dat de vijf Arizona partijen dan écht op elkaar zijn aangewezen.  

      3. Er is nogal wat discussie geweest over de vraag wat nu het best zou zijn: een uitgebreid regeerakkoord zoals in Vlaanderen van 203 bladzijden of een tiental bladzijden met hoofdlijnen à la Bouchez en  Prevot voor de Waalse/Franstalige regering? De volgende jaren zullen het uitwijzen. 

        4. Over de nieuwe Vlaamse regering zijn een aantal merkwaardige vaststellingen te maken: voor het eerst beheert niet de CD&V  de portefeuille van Welzijn, maar wel de socialisten; de CD&V is voor het eerst de junior partner in een Vlaamse coalitie; de CD&V heeft voor het eerst de bevoegdheid over binnenlands bestuur; de twee Ministers met de grootste bevoegdheden: Demir op onderwijs en Gennez op welzijn zijn geen Viceminister-president; de nieuwe Vlaamse regering heeft maar een meerderheid van 65 op 124 voor de gemeenschapsmateries en 63 op 118 voor de gewestmateries of een meerderheid met weinig speelruimte.  

          5. Ook is er al veel discussie geweest over de begrotingstabellen bij de regeerakkoorden. In feite zijn die nutteloos, want voor het budgettair dossier bij de EU moet er een globaal plan worden ingediend. De federale– en de deelstaatregeringen hebben nog nooit gepraat over een dergelijk interfederaal akkoord. Daarin zou dan echt moeten bepaald worden wie wat bespaart en tegen wanneer. Het laatste dergelijk akkoord dateert ook al van 2013.  

            6. De volgende verkiezingen zijn er pas in juni 2029 en lokaal in oktober 2029. Er ligt dus een lange  periode zonder verkiezingen voor ons. In principe zou dat moeten leiden tot een gemakkelijk beleid. Maar de combinatie van een lange federale formatieperiode en het gegeven dat men meestal stopt met regeren één jaar voor de verkiezingen, leiden ertoe dat de effectieve regeerperiode in de praktijk terugvalt van vijf jaar tot maximaal drie jaar. Vlaams is dit wel een langere periode. Maar het komt er vooral op aan om zaken in beweging te krijgen tijdens het eerste deel van de regeerperiode.   

            7. Naar aanleiding van de verkiezingen van juni jongstleden is er wat te doen geweest over het feit dat er drie verkiezingen op één dag waren met als resultaat dat een verliezende partij dan drie klappen op één dag te verduren krijgt. Bovendien gaan de specifieke thema’s inzake de eigenheid van elke verkiezing verloren in dergelijke super electorale dag. Worden de verkiezingen niet beter losgekoppeld? 

              8. Om de gewestelijke/gemeenschapsverkiezingen los te koppelen van die voor het Europees Parlement is een wijziging van art. 117 van de grondwet vereist. Gaat men erin slagen om daarvoor een twee derde meerderheid te vinden in de Kamer en de Senaat? In ieder geval is er in het Vlaamse regeerakkoord niets terug te vinden over een vermindering van het aantal Vlaamse parlementsleden, wat toch behoort tot de zogenaamde constitutieve autonomie.   

                9. En dan is het uitkijken naar de politieke gevolgen van de uitslag van 13 oktober. Hoeveel tijd gaan de partijvoorzitters moeten steken in de vorming van lokale coalities? Die moeten al in Vlaanderen geïnstalleerd worden begin december ten aanzien van de niet gefusioneerde gemeenten. De kans is dus reëel dat er na 13 oktober niet alle Arizona-voorzitters de nodige tijd gaan hebben om zich volop te smijten op de federale onderhandelingen. 

                  10. En hoelang gaat het duren dat politieke partijen in Vlaanderen een wijziging gaan voorstellen aan het decreet over het lokaal bestuur, omdat vele bepalingen daarin niet bepaal te relateren zijn met een goed bestuur?    

                    Partner Content