Kristof Clerix over Chinese spionage: ‘China wéét dat het Vlaams Belang goed zal scoren’
Sinds een week is België in de ban van Chinagate, de onthulling van de relaties tussen Vlaams Belang-politicus Frank Creyelman en de Chinese geheime dienst. Knack-journalist Kristof Clerix volgt al bijna 20 jaar de activiteiten van buitenlandse geheime diensten in België op. Welke Chinese spionagecases zijn hem bijgebleven?
Verhalen over Chinese spionage halen geregeld de krantenkolommen. Waarom is het tumult nu opeens zo groot?
Kristof Clerix: Dat is eenvoudig: omdat er Belgische politici bij betrokken zijn. Zulke affaires worden niet zo vaak publiek. Natuurlijk had je in 2018 al het nieuws over de banden tussen Vlaams Belang-boegbeeld Filip Dewinter en de Chinese spion Shao Changchun, die een jaar eerder België was uitgezet. De procureur-generaal oordeelde dat Dewinter geen feiten had gepleegd die indruisten tegen de strafwet. Toen al werd duidelijk dat het in België aan het nodige wetgevende kader ontbrak om verdachten te kunnen vervolgen voor spionage.
Justitieminister Paul Van Tigchelt (Open VLD) pakt die lacune nu aan.
Clerix: Het werd tijd. Goed dat hij er werk van maakt. Toen ik in 2006 een eerste boek publiceerde over de strapatsen van buitenlandse spionnen in België, was de titel niet voor niets Vrij Spel. Buitenlandse spionnen konden in België haast ongemoeid hun gang gaan. Intussen hebben de Belgische inlichtingendiensten een veel beter arsenaal, onder meer door de zogenoemde BIM-wet, die een aantal nieuwe methodes invoerde voor het verzamelen van informatie. Ook het personeel is fors uitgebreid. Maar een wet om spionage te bestraffen bleef uit. En door de focus op terrorisme verdween de aandacht voor spionage een tijdlang naar het achterplan. Maar zeker sinds de Qatargate-onthullingen van vorig jaar is de bewustwording gegroeid dat buitenlandse inlichtingendiensten in België tot in het hart van de macht kunnen doordringen.
Frank Creyelman kun je moeilijk het hart van de macht noemen.
Clerix: Juist. Maar als ik één ding heb geleerd op basis van vele gesprekken met Belgische inlichtingenofficieren, dan is het wel dat China op de lange termijn denkt en werkt. De Chinese inlichtingendiensten nemen hun tijd. Ze weten verdomd goed dat het Vlaams Belang gaat scoren bij de verkiezingen in 2024. En vanuit die optiek is het niet onlogisch om in zo’n partij contacten te onderhouden. Ik heb trouwens eens alle Belgische politieke partijen gevraagd naar hun standpunten over buitenlandse geheime diensten. Geen enkel antwoord was zo kort als dat van het Vlaams Belang. Op eentje na. De MR liet toen weten: ‘We stellen geen veranderingen voor op dit moment.’
In partijprogramma’s is het met een vergrootglas zoeken naar standpunten over de problematiek.
Clerix: En dat is toch wel opmerkelijk, zeker gelet op de internationale rol van Brussel. België is al ruim een halve eeuw een magneet voor buitenlandse geheime diensten – sinds de NAVO naar hier is verhuisd. En al sinds 2004 waarschuwt de Staatsveiligheid de buitenwereld expliciet voor Chinese spionage. Maar politici voelen weinig animo om zich écht te specialiseren in dit thema – er vallen maar weinig stemmen mee te winnen. Gelukkig zijn er uitzonderingen. Ik vind bijvoorbeeld dat Kamerleden Michael Freilich (N-VA) en Samuel Cogolati (Ecolo) belangrijk werk hebben verricht. Dankzij hun parlementaire vragen weet het publiek veel meer over Chinese inlichtingenactiviteiten in België. Cogolati is trouwens zelf het doelwit geweest van een hacking die door het Centrum voor Cyberveiligheid België is toegeschreven aan een Chinese hackinggroep.
Ook via cyberspionage probeert China in België aan informatie te komen?
Clerix: Ook daarvan zijn er tal van voorbeelden. Voormalig justitieminister Jo Vandeurzen (CD&V) had het in 2008 al over elektronische aanvallen tegen mailaccounts van de federale overheid, die werden toegeschreven aan China. Vervolgens bleek dat het mailverkeer van het Dalai Lama-kantoor in België onderschept was, en ook de mails van Herman Van Rompuy (toen voorzitter van de Europese Raad) en Gilles de Kerchove (de antiterrorismecoördinator van de EU) waren gehackt.
Zat China daarachter?
Clerix: Dat vermoeden was er, maar vaak is dat moeilijk te bewijzen. Je moet natuurlijk kunnen aantonen dat de hackersgroeperingen in opdracht werken van de Chinese overheid. Uiteraard ontkent Peking dat. Een Belgisch bedrijf actief in ‘computational fluid dynamics’ was doelwit van twee Chinese hackers die in de VS beschuldigd zijn van diefstal van onderzoeksdata rond het covid-19-vaccin. Maar ook dat onderzoek werd door het Brusselse parket zonder gevolg afgesloten.
Het is uitzonderlijk dat België ook echt met de vinger wijst naar China als het gaat om cyberaanvallen. Enkel de hacking van de FOD Binnenlandse Zaken en de cyberaanval tegen het netwerk van Defensie zijn door Buitenlandse Zaken officieel toegeschreven aan China. Meer bepaald aan Chinese hackersgroeperingen met cryptische namen als APT27, APT 30, APT 31, Unc 2814, Gallium en Softcell. Maar dat die werken in opdracht van de Chinese overheid heeft België nooit kunnen bewijzen.
‘Rusland stuurt zijn spionnen, China gaat helemaal anders te werk en stuurt zijn studenten en professoren’, zei Justitieminister Paul Van Tigchelt (Open VLD) in De Standaard. Herkenbaar?
Kristof Clerix: Zeker. Al in 2005 klonk het dat een Leuvense studentenvereniging – de Chinese Students and Scholars Association of Leuven – een dekmantel was voor inlichtingenactiviteiten. Maar toenmalig premier Guy Verhofstadt wilde naar verluidt niet optreden uit vrees voor een diplomatieke rel met China. Ook in de twee decennia daarna bleken studenten en universiteiten als een rode draad terug te keren in allerhande Chinese spionageaffaires.
De Staatsveiligheid waarschuwde in 2019 dat Chinese studenten van militaire onderzoeksinstellingen naar België worden gestuurd om kennis over militaire ontwikkelingen op te doen. En dan had je natuurlijk nog de Confuciusinstituten aan verschillende Belgische universiteiten, die eigenlijk bedoeld zijn om de Chinese taal en cultuur te promoten. Maar de directeur van het instituut aan de VUB werd ervan beschuldigd een rekruteerder te zijn voor de Chinese geheime dienst. Gevolg: de toegang tot de Schengenzone werd hem ontzegd, al mocht hij later van een rechtbank toch in België blijven.
Hoe reageerde de VUB daarop?
Clerix: Die heeft de samenwerking met het Confucius Instituut stopgezet, en ook de ULB en de universiteit van Luik hebben inmiddels de banden verbroken. Maar intussen bleven de visa-aanvragen van Chinese onderzoekers in België maar toenemen. Dat zijn natuurlijk niet allemaal spionnen, voor alle duidelijkheid. Maar het is geen geheim dat je bijvoorbeeld tijdens een stage in een hoogtechnologisch bedrijf nuttige info kunt sprokkelen. Vraag dat maar aan het toenmalige Alcatel Bell, dat ooit nog de eerste digitale telefooncentrale lanceerde. Chinese stagiairs en ingenieurs bleken trouwe klant van copycenters in de buurt van de Bell-toren in Antwerpen Zuid. Haast wekelijks was er wel een spionage-incident met Chinese stagiairs. Ook toen werd er niet echt opgetreden, want China was destijds de belangrijkste klant van het telecombedrijf.
En als het gaat over hightechonderzoek: ook onderzoekscentrum IMEC in Leuven en Louvain-la-Neuve kregen al te maken met Chinese spionage. Bij die laatste ging de Chinese interesse uit naar experts in biologische oorlogsvoering en vaccins. De Staatsveiligheid volgt er dan ook het China Belgium Technology Centre met belangstelling op.
Maar wordt er ook harder opgetreden?
Clerix: Nu en dan verliest een Chinese onderzoeker zijn verblijfsvergunning na tussenkomst van de Staatsveiligheid. Dat was het geval bij VUB-doctoraalstudent Wang P. en bij Yuanzhi W., die verbonden was aan de Gentse universiteit. Maar in beide cases haalden de Chinezen hun gelijk voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen: ze mochten toch in België blijven. Probleem is dat die rechtbank géén inzage krijgt in alle geclassificeerde info die onze inlichtingendienst over de Chinezen verzamelt. Ook in een zaak die Knack eerder dit jaar onthulde, was dat het geval: een Tibetaanse vrouw verdacht van spionage in opdracht van China werd uiteindelijk niet het land uitgezet. Maar binnen de Tibetaanse gemeenschap was ze wel verbrand. Vanuit dat oogpunt was de tussenkomst van de Staatsveiligheid toch disruptief.
Nog een rode draad in recente spionagecases: de vrees dat Chinese technologie niet te vertrouwen is.
Clerix: Het begon al met de Chinese telecomreus Huawei, die in 2012 door de Staatsveiligheid werd onderzocht als leverancier van 4G-hardware voor Belgacom en Proximus. Ook het Centrum voor Cybersecurity België voerde een onderzoek naar Huawei maar vond géén bewijzen van spionage. Maar uit voorzorg kozen Proximus en Orange ervoor om voor 5G-technologie niet meer met Huawei in zee te gaan – ze kozen Nokia en Ericsson. En dan heb je nog het Belgische leger dat tussen 2016 en 2019 meer dan 600 wifi-hotspots van Huawei aankocht. Defensieminister Ludivine Dedoncer (PS) heeft inmiddels gevraagd om die te vervangen.
Vervolgens had je de hele hetze rond TikTok. Het personeel van de Europese instellingen mag die Chinese app niet meer gebruiken op zijn smartphones, en de Staatsveiligheid heeft ook alle Belgische ambtenaren geadviseerd om dat niet te doen. De dienst wijst erop dat alle Chinese bedrijven moeten samenwerken met de overheid als die dat vraagt – op basis van een Chinese inlichtingenwet uit 2017.
Wat betekent dat concreet voor België?
Clerix: Belgische bedrijven en overheidsdiensten maken gebruik van videoconferentiesystemen van het Chinese Yealink. In havens en luchthavens doet onze douane een beroep op scanners van het Chinese Nuctech. Veiligheidscamera’s in sommige overheidsgebouwen zijn gemaakt door het Chinese Hikvision. De federale politie vliegt met droners van het Chinese Du Jiang Innovations. Smartphones van Chinese merken als Xiaomi, Oppo en OnePlus raken steeds meer ingeburgerd in België. Rond al die technologie zijn er onderzoeken gebeurd door onze inlichtingendiensten. Een échte smoking gun is nooit gevonden, maar vanuit het voorzorgsprincipe wordt toch afgeraden om er een beroep op te doen. Terecht, lijkt me. In een ideale wereld zijn we niet afhankelijk van al die Chinese hard- en software maar ontwikkelen we die zelf in Europa.
Geldt die Chinese inlichtingenwet ook voor bedrijven die niet actief zijn in de technologische sector?
Clerix: Zeker, denk bijvoorbeeld aan Chinese scheepvaartbedrijven. VUB-professor Jonathan Holslag heeft er al voor gewaarschuwd dat elk Chinees schip vanuit dat oogpunt een oorlogsschip is. En hij wees erop dat de grootste containerterminal in de haven van Zeebrugge voor meer dan 80 procent afhankelijk is van het Chinese COSCO Shipping. Een ander voorbeeld is Alibaba, dat nabij de cargoluchthaven van Luik een logistiek centrum uitbaat. De Staatsveiligheid volgt Alibaba al op sinds het in Luik neerstreek. Vraag is onder meer of die aanwezigheid China inzicht kan geven in toeleveringsketens en mogelijke logistieke kwetsbaarheden.
U had het al over de rol van studenten en onderzoekers. Onder welke covers werken Chinese spionnen hier nog?
Clerix: Eddy Testelmans, voormalig topman van onze militaire inlichtingendienst ADIV, wees er in Knack al eens op dat 200 Chinese journalisten geaccrediteerd zijn in België. En blijkbaar schrijven die niet allemaal artikels. Politico stelde recent dat een op de vijf Chinese journalisten hier ervan verdacht wordt eigenlijk inlichtingenofficier te zijn. Ik heb zelf ooit meegemaakt tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement over de Chinese Falun Gong-beweging dat een aanwezige Chinese journalist publiekelijk beschuldigd werd van spionage.
Behalve studenten en journalisten zijn ook diplomaten uit China natuurlijk een klassieke cover voor spionage. En volgens de Staatsveiligheid gebruiken Chinese inlichtingendiensten ook weleens denktanks of ngo’s om hun werk te maskeren. De Chinese generaal Sun Tzu wees 2600 jaar geleden al op het belang om je vijand te kennen. Ik denk niet dat we China veel te leren hebben als het gaat om spionage.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier