Krijgen we eindelijk minder langdurig zieken?

© Getty
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) nam enkele voorzichtige maatregelen om het aantal langdurig zieken te verminderen. Het is aan de nieuwe regering om meer maatregelen te nemen. Opnieuw met Vandenbroucke?

Al twintig jaar stijgt in ons land het aantal langdurig zieken, personen die om medische redenen langer dan twaalf maanden arbeidsongeschikt zijn. In ons land waren er in 2008 250.000 langdurig zieken, vandaag zijn er dat zo’n 500.000. Dat is ongeveer zeven procent van de beroepsbevolking en daarmee staan we aan de top in Europa.

De stijging van het aantal langdurig zieken zet zich het snelst door in Wallonië. In Wallonië is 12 procent van de beroepsbevolking arbeidsongeschikt door langdurige ziekte, in Vlaanderen 8 procent en in Brussel 7,5 procent. Psychische aandoeningen zoals depressie en burn-out zijn goed voor 37 procent van alle gevallen en blijken daarmee de voornaamste redenen voor langdurige afwezigheid.

Geen verbetering

Een half miljoen langdurig zieken betekent enerzijds dat er een legertje mensen niet wordt ingezet op de arbeidsmarkt, terwijl bedrijven smeken om arbeidskrachten. Anderzijds weegt dit op de begroting, want als je langere tijd arbeidsongeschikt bent door ziekte, val je terug op een uitkering van het ziekenfonds en ben je langer dan een jaar geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan wordt gesproken van invaliditeit en wordt je arbeidsongeschiktheidsuitkering een invaliditeitsuitkering.

Ex-Vooruit-voorzitter John Crombez merkte een jaartje geleden al op in een paper: ‘Ondanks de reeds jarenlange toenemende zware impact op begroting, arbeidsmarkt en volksgezondheid, zijn er geen inspanningen gebeurd die een noemenswaardige verbetering veroorzaakten op het vlak van het aantal uitkeringsgerechtigde langdurig zieken. De aantallen zijn nog steeds stijgend.’

De oud-voorzitter van de Vlaamse socialisten besluit: ‘Indien het menens is met de houdbaarheid van de begroting, de sociale zekerheid, de toename van de werkzaamheid en de daling van de inactieven, is dringend een strategisch plan nodig.’

Teen tussen de deur

Met al die gegevens mag het dan ook niet verbazen dat tijdens de onderhandelingen over een nieuwe federale regering onder leiding van Bart De Wever (N-VA) het thema van de langdurig zieken hoog op de agenda staat. In de regering-De Croo nam minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) al enkele maatregelen om langdurig zieken beter op te volgen en sneller opnieuw aan het werk te helpen.

Professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent) en arbeidsmarktexpert bij Randstadgroup Jan Denys waren onlangs in Knack lovend over die maatregel: ‘Vandenbroucke heeft met zijn maatregelen om langdurig zieken beter op te volgen en sneller opnieuw aan het werk te helpen veel meer gedaan voor de arbeidsmarkt dan minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS)’, zo zeiden ze.

Maar over een andere zaak waren beiden het ook eens: Vandenbrouckes re-integratieplannen van de langdurig zieken en de hervormingen in de ziekteverzekering waren nog erg voorzichtig. ‘Ze plaatsen geen voet maar een teen tussen de deur: het is een begin, de volgende regering neemt het best meer maatregelen om het aantal langdurig zieken te verminderen’, aldus Baert en Denys.

Arbeidsmarktbeleid De Croo en Jambon: ‘Flexi-jobs zijn een zoveelste fiscale koterij’

Nieuwe ziektebeelden

Waarom neemt het aantal langdurig zieken bij ons zo enorm toe? Van overheidswege en meer bepaald het RIZIV, het Belgische Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, krijg je steeds dezelfde verklaringen. De pensioenleeftijd werd verhoogd. Er kwamen meer vrouwen op de arbeidsmarkt. De bevolking vergrijst. En sinds een paar jaar geeft men als verklaring ook ‘nieuwe ziektebeelden’, het groeiende aantal burn-out en depressies.

In een studie van de Hoge Raad voor Werkgelegenheid over langdurige zieken, die in maart van dit jaar verscheen, wordt opgemerkt dat ‘de vergrijzing en vervrouwelijking van de arbeidsmarkt op een gelijkaardige manier in België verloopt als in andere landen.’ Dat kan dus niet echt verklaren waarom de cijfers in ons land zo hoog zijn en blijven stijgen.

Crombez merkt daarnaast op dat er in de cijfers van het aantal langdurig zieken ‘een opvallende stijging is in de categorie van de jongeren zonder dat veel verklaring daarover wordt gegeven’ door het RIZIV.

Generositeit

De studie van de Hoge Raad voor Werkgelegenheid noemt nog een andere reden voor de stijging van het aantal langdurig zieken in ons land: ‘De relatieve generositeit van de ziekte- en invaliditeitsverzekering is een belangrijke parameter’, zo staat er.

Er wordt op gewezen dat ‘de strengere controle op de beschikbaarheid van werklozen en de versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen naargelang de duur van de werkloosheid ertoe hebben bijgedragen dat er meer werd overgegaan van werkloosheid naar de invaliditeitsverzekering.’ Met andere woorden: strengere toepassing van de werkloosheidsuitkeringen hebben er ook voor gezorgd dat het aantal langdurig zieken toenam.

Wortel en stok

Studies tonen aan dat het belangrijk is dat langdurig zieken zo snel mogelijk weer aan het werk gaan. Na een half jaar ziekteverlof daalt de kans op heractivering al fors. Cijfers vertellen dat twee derde van de werknemers met ziekteverlof binnen de zes maanden weer aan het werk gaat. Wie langer dan één jaar ziek is, maakt nog maar twintig procent kans om een nieuwe job te vinden. Dat kan natuurlijk te wijten zijn aan de ernst van de ziekte, maar het blijkt ook dat hoe langer iemand afwezig is, hoe moeilijker de terugkeer.

In zijn rapport besluit Crombez in een beetje academisch Nederlands: ‘Een preventieve aanpak samen met vroeg-detectie en aanpassingen in de arbeidsmarkt tot snelle herintegratie zijn nodig. De responsabilisering van alle actoren om zeker ook de werk-gerelateerde problematiek terug te dringen is daar deel van. De gezondheidszorgen moeten daarin een veel actievere actor worden, en een focus op jonge vrouwen is absoluut nodig.’

Met andere woorden, alle betrokken groepen moeten hun verantwoordelijkheid nemen: de werkgevers, de werknemers, de artsen, de ziekenfondsen en ook de regio’s, die nu instaan voor het activeringsbeleid, het aan het werk helpen van mensen.

Dat is ook wat De Wever beoogt, volgens gelekte onderhandelingsnota’s via Het Laatste Nieuws. Hij wil iedereen bewegen om hun deel van het werk te doen en wil daarvoor gebruik maken van de wortel en de stok, door te belonen en te bestraffen. Laten we even overlopen welke maatregelen de nota op het oog heeft voor de verschillende spelers:

Werkgevers

De werkgevers moeten ervoor zorgen dat werknemers minder snel ziek uitvallen. En als dat toch gebeurt, moeten ze die beter opvolgen. De Wever zou voorstellen dat bedrijven al vanaf de eerste dag ziekte een re-integratieproject kunnen opstarten. Heeft een onderneming na een halfjaar nog geen initiatief daartoe ondernomen, kan het een financiële sanctie verwachten.

Werkgevers zouden ook langer moeten meebetalen als hun werknemer ziek wordt. Nu moet een werkgever een zieke werknemer één maand uitbetalen, daarna valt die terug op een uitkering van de ziekenkas. Het idee is om de werkgevers langer te laten meebetalen, zodat ze meer gemotiveerd worden om zieke werknemers opnieuw aan het werk te krijgen.

In Nederland bijvoorbeeld moeten werkgevers tijdens de eerste twee jaar arbeidsongeschiktheid een gewaarborgd loon betalen van minstens 70 procent van het vorige loon en in de meeste sectoren is dit zelfs 100 procent in het eerste jaar. Hoeveel de bijdrage van de werkgevers in ons land precies zou zijn en hoelang ze zouden moeten meebetalen, is voorwerp van onderhandeling tussen de toekomstige regeringspartijen.

Hoe krijgen we langdurig zieken weer aan het werk? ‘De job is een deel van de remedie’

Werknemers

Minister Vandenbroucke besliste eerder al dat de werknemers die weigeren mee te werken aan hun re-integratieprject 2,5 procent van hun uitkering kunnen verliezen. Die sanctie zou worden verhoogd. Wie in de eerste zes maanden de administratieve verplichtingen niet naleeft of niet komt opdagen bij een controle, zou een deel van de uitkering zien verdwijnen. Wie na een halfjaar nog steeds niet meewerkt, zou nog meer financieel worden gestraft. Er moet nog worden onderhandeld over welk bedrag het zou gaan.

Artsen

Artsen krijgen wel vaker het verwijt dat ze veel te snel hun patiënten te ziek verklaren om te gaan werken. In de toekomst zou het ziekenbriefje vervangen worden door een ‘geschiktheidsattest’: de arts moet dan niet meer schrijven dat een patiënt niet meer kan gaan werken, maar moet het tegenovergestelde doen en aangeven wat de zieke patiënt nog wél kan doen als werk.

Dit is iets waar bijvoorbeeld de Leuvense professor arbeidsgeneeskunde Lode Godderis al jaren op hamert. Hij schreef zelfs een boek met als titel Werken is genezen. En dat was niet provocerend bedoeld, zo legde hij ooit uit: ‘Te veel mensen zitten langdurig ziek thuis, en het voorschrijfgedrag van vandaag is daar mee schuldig aan. Het doktersbriefje zegt nu immers nul of één, ziek of gezond.’ Dat zou dus gaan veranderen. En artsen die duidelijk meer of langere ziekteperiodes voorschrijven zouden op de vingers worden getikt en kunnen een financiële sanctie oplopen.

Ziekenfondsen

Vandaag controleren artsen van de ziekenfondsen of een werknemer arbeidsongeschikt is of toch in een re-integratietraject kan stappen. De Wever wil die taak naar de overheid overbrengen, want hij vreest dat de ziekenfondsen te weinig prikkels hebben om mensen weer aan het werk te krijgen. Er wordt ook aan gedacht om de financiering van de ziekenfondsen af te laten afhangen van hoeveel langdurig zieken ze weer aan de slag krijgen.

De regio’s

Het activeren van zieken is voor het grootste deel een bevoegdheid van de regio’s. Het is dan ook belangrijk dat die meewerken. Dat kan makkelijker als in de regionale regeringen dezelfde partijen zitten als in de federale regering. Het is de bedoeling dat dit zo zal uitdraaien, al weet je bij regeringsonderhandelingen nooit.

Slotsom

We staan in Europa aan de top wat betreft aantal langdurig zieken binnen de beroepsbevolking. En dat aantal groeit nog steeds en snel. Zowat iedereen is het erover eens dat daar wat aan moet worden gedaan.

Alle arbeidsmarktexperts zijn het erover eens dat het aantal langdurig zieken niet kan worden teruggedrongen als niet alle spelers hun deel van het werk doen, zowel werkgevers, werknemers, artsen als ziekenfondsen en natuurlijk ook de regio’s.

Dat lijken de onderhandelaars voor een nieuwe federale regering ook te beseffen. Ze willen maatregelen nemen om alle spelers aan te moedigen om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Als het moet met sancties, iets wat zich opdringt na 20 jaar beleid zonder ‘noemenswaardige verbetering’, in de woorden van Crombez.

Terwijl de voormalige voorzitter van de Vlaamse socialisten al herhaaldelijk op de grote uitdaging wees, nam zijn partijgenoot Vandenbroucke in de regering-De Croo de eerste voorzichtige maatregelen. Vandenbroucke heeft altijd gezegd dat hij een tweede ambtstermijn op de post Sociale Zaken en Volksgezondheid nodig had om al zijn hervormingen door te voeren. Of dat makkelijker kan in een regering zonder de PS maar met Les Engagés moet nog blijken. En natuurlijk ook of Vandenbroucke federaal minister blijft.

‘Allemaal chronisch ziek’: zijn we softies geworden, of is er meer aan de hand? 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content