Knack-peiling: linkse kiezers zijn grote voorstander van de monarchie

In de politieke peiling van Knack werd gepolst naar de houding van de Belgen tegenover het koningshuis. De stelling die werd voorgelegd, luidde: ‘Koning Filip moet de laatste koning zijn van België, de monarchie wordt best afgeschaft’. Een op de drie Belgen is het daarmee eens, een op de twee niet. Al denken de Nederlandstaligen er lichtjes anders over dan de Franstaligen, en zijn de communisten en socialisten opvallende voorstanders van het koningshuis.

Het moet gezegd dat koning Filip de voorbije jaren de deuren van het paleis heeft opengegooid om van zijn wat bestofte, stijve imago af te komen. Zo mocht een camera meer dan een jaar lang de koning volgen tijdens ontmoetingen, op reis, en bij vertrouwelijke momenten. Dat leverde een documentaire op die eind vorig jaar op VRT en RTBF te zien was. De VRT zei daarover: ‘Het resultaat is ongezien. Nooit eerder heeft koning Filip zich op deze manier getoond: openhartig, spontaan en diepgaand.’

Maar hoe denkt de bevolking over koning Filip en de monarchie? Moet hij de laatste vorst van België zijn? Komt er best een einde aan de monarchie? Van de Belgen is 35 procent het eens met die stelling, 51 procent niet, de rest weet het niet goed.

Er is een verschil tussen het noorden en het zuiden van het land: 46 procent van de Nederlandstaligen vindt dat de monarchie ook na koning Filip moet blijven bestaan, bij de Franstaligen is dat 57 procent. De Franstaligen zijn meer koningsgezind dan de Nederlandstaligen.

Ook blijken vrouwen de monarchie een warmer hart toe te dragen dan mannen: 39 procent van de mannen vindt dat de monarchie mag worden afgeschaft, tegen 32 procent van de vrouwen. Ouderen zijn iets enthousiaster over het koningshuis dan jongeren: van de 18 tot 24-jarige zegt 36 procent dat er een eind moet komen aan de monarchie, bij de 65-plussers is dat 31 procent.

Socialisten en communisten

Wat gebeurt er als we het stemgedrag mee in rekening brengen? Van de PTB-PVDA-kiezers zegt 40 procent dat de monarchie moet verdwijnen, maar een opvallende 47 procent vindt dat ze mag blijven bestaan. Dat is nog iets meer uitgesproken bij de PS-kiezers: 31 procent is het ermee eens dat Filip de laatste koning van ons land wordt, 57 procent ziet een verderzetting zitten. Bij de Vlaamse socialisten zijn er nóg meer koningsgezinden, want daar is maar 26 procent gewonnen voor een einde van de monarchie, terwijl 65 procent vindt dat ze mag blijven duren.

Dat leidt tot de opmerkelijke conclusie dat de linkse stemmers in ons land grote voorstanders blijken van het koningshuis. Om te vergelijken: bij de Franstalige liberale MR, die zich steeds profileert als een Belgicistische partij, is 25 procent te vinden voor het einde van de monarchie na koning Filip, terwijl 65 procent het daar niet mee eens is. Dat zijn gelijkaardige cijfers als bij de Vlaamse socialisten. De MR-stemmers en de Vooruit-stemmers denken over ons vorstenhuis opmerkelijk gelijklopend.

Ook wie voor Ecolo of Groen kiest, is veeleer koningsgezind: 32 procent onderschrijft de stelling dat Filip de laatste koning moet zijn, 55 procent is het daar niet mee eens.

Hoe zit het aan de rechterkant van het spectrum? Bij de Vlaams Belang-stemmers is de voorkeur duidelijk: 58 procent wil dat er een einde komt aan het koningshuis, maar een opvallende 28 procent wil dat niet. Een op de vier stemmers voor de partij die ijvert voor de splitsing van het land vindt dus dat de monarchie mag blijven.

Bij de N-VA-kiezers is 35 procent voor het afschaffen van de monarchie, 39 procent is daar tegen. In de partij van Bart De Wever houden de voor- en tegenstanders van het koningshuis elkaar dus zo goed als in evenwicht. De N-VA-kiezers zijn wel meer anti-monarchie dan die van CD&V of Open VLD, want daar vindt een op de vier dat koning Filip onze laatste koning moet zijn; zo’n 60 procent van de kiezers van beide partijen vindt dat de monarchie mag blijven bestaan.