Heeft de politiek nood aan iemand als Conner Rousseau?
Zoals gepland is Conner Rousseau net op tijd herrezen voor de verkiezingen: ‘De kiezer moet uitmaken of de politiek behoefte heeft aan iemand zoals ik.’ Om die vraag te beantwoorden, moet men eerst weten wie de man is waarover iedereen een mening heeft maar die niemand echt kent.
Zelden was het zo druk op de markt van Sint-Niklaas als vorige donderdag. Een horde journalisten volgde Conner Rousseau bij zijn eerste publieke optreden sinds zijn ontslag in november als voorzitter van Vooruit. Hij deed dat in ‘zijn’ Sint-Niklaas, de stad ook van café ’t Hemelrijk, waar Rousseau de racistische en seksistische uitspraken deed die tot zijn val hebben geleid.
Straks wil de meest spraakmakende (en besproken) politicus van Vlaanderen als lijstduwer verkozen worden in het Vlaams Parlement. Lukt dat niet, zegt hij, dan stopt hij met politiek. Op een filmpje op Instagram (waar anders?) klonk dat zo: ‘Heeft de politiek nood aan iemand als mij?’
Maar over welke politicus hebben we het dan?
Conner, het fenomeen
‘If I could turn back time / If I could find a way / I’d take back those words that have hurt you.’ Daags na zijn politieke terugkeer vliegt Conner Rousseau er al in op Instagram, zijn favoriete sociale medium. In het uitzendingskanaal ‘Conner Crew’ houdt hij zijn volgers op de hoogte van zijn handel en wandel (‘Niet wow geslapen’) en deelt hij een song van de dag. Met If I could turn back time van Cher is de boodschap duidelijk: hij voelt zich schuldig, kon hij de tijd maar terugdraaien.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Zo neemt Rousseau de draad weer op: door de wetten van de traditionele politiek te tarten, genereert hij meer aandacht voor zichzelf dan 99 procent van de andere politici. Ook Vooruit profiteerde ervan: hij deed de Vlaamse socialisten tot 17 procent stijgen in de peilingen. En dat met een taalgebruik dat verre van vlekkeloos is – van ‘mateke’ tot ‘he’s back bitches – maar wel spontaan overkomt. Het is een weloverwogen keuze. Niets is toeval, alles voor tweeërlei uitleg vatbaar.
Er is loyauteit van Conner richting de partij, maar vooral van de partij richting Conner.
Freya Van den Bossche (Vooruit)
Is Rousseau bijgevolg een Icarus, de mythische figuur die uit hoogmoed te dicht bij de zon vloog en daardoor neerstortte? N-VA-voorzitter Bart De Wever maakte in Dag Allemaal een parallel met ‘Bellerophon, de mooie Griekse halfgod die op de rug zat van Pegasus. Tot dat mythische paard steigerde na een insectenbeet, Bellerophon ten val kwam en kreupel achterbleef. Het is nu nog maar de vraag of Rousseau een tweederangsrol wil opnemen en terug naar de top van de Olympus wil klauteren, terwijl hij daar vroeger naartoe vlóóg.’
Een tweederangsrol zit Rousseau niet lekker. Een partijtopper: ‘Conner heeft veel kwaliteiten, maar bescheidenheid hoort daar niet bij.’ Een onopvallende campagne in de Oost-Vlaamse luwte zit er dus niet in. Dat werkt de linkerzijde op de zenuwen. ‘Door te zeggen dat hij uit de politiek stapt als hij niet verkozen wordt, laat Rousseau het vooral rondom zichzelf draaien’, zegt de linkse historicus Vincent Scheltiens (UAntwerpen). ‘Dat heeft iets narcistisch. De verkiezingen gaan over welke richting het land uit moet op een moment dat in heel Europa en daarbuiten een vieze wind waait richting extreemrechts. Het gaat niet om het persoontje van één politicus.’
Maar kan het anders? Een partijtopper: ‘Of hij nu had gewacht tot de gemeenteraadsverkiezingen van oktober of niet, het gaat over hém. Dat is het lot van de partij: het gaat altijd over Conner.’
Conner, de ceo
Toen de SP.A in 2020 een nieuwe partijnaam zocht, circuleerde volgend mopje: waarom de partij niet gewoon omdopen tot ‘Conner’? Rousseau gebruikte zijn populariteit als hefboom om de partijstructuren grondig te hervormen. Voortaan heeft de voorzitter zelf alle touwtjes in handen, (lokale) tegenmacht bestaat niet meer. In Antwerpen ging men er tot voor kort zelfs van uit dat de volgende coalitie met burgemeester Bart De Wever (N-VA) afgeklopt zal worden door Conner Rousseau, niet door de Antwerpse schepenen.
Officieel is Melissa Depraetere voorzitter, feitelijk veranderde dat al in de eerste week na Conners comeback. Donderdag sprak hij in Sint-Niklaas tegenover de massaal toegestroomde pers nog over een ‘nederige’ campagne – reken maar dat die term vooraf met de marketeers gewikt en gewogen is. Maar Rousseau ís niet nederig, en het partijapparaat heeft voor hem ook geen nederige toekomst voor ogen.
Dat bleek al twee dagen later, met de aankondiging van het nieuwe tv-programma Het Conclaaf van VTM, gemaakt door Eric Goens – de tv-man die eerder de coming out van Rousseau inblikte en tegen betaling aanbood aan mediaredacties. Het Conclaaf brengt zeven toppolitici samen in afzondering in een kasteel. Goens strikte de absolute Wetstraat-top: premier Alexander De Croo (Open VLD) (afwisselend met voorzitter Tom Ongena), vicepremier Petra De Sutter (Groen), partijvoorzitters Bart De Wever, Tom Van Grieken (Vlaams Belang), Sammy Mahdi (CD&V) en Raoul Hedebouw (PVDA), en één Oost-Vlaamse lijstduwer voor het Vlaams Parlement, namelijk Conner Rousseau (Vooruit). Wie hoort eigenlijk niet thuis in dat rijtje?
Dat Rousseau erbij is, is niet halsoverkop beslist tussen donderdag en vrijdag. Het is Goens zelf die van bij het begin de mogelijkheid openhield van de aanwezigheid van Rousseau. Die besprak het met een kleine inner circle. Melissa Depraetere vond het goed: het ging niet om een bijeenkomst onder partijvoorzitters. Het Conclaaf komt in de aanloop naar de verkiezingen van 9 juni in de ether. Gezien de centrale rol die Rousseau nu al inneemt in de campagne, zal het van de finale montage afhangen of de andere deelnemers een beetje naïef hebben toegezegd in een format dat vooral een meerwaarde kan zijn voor die ene outsider. Alleen een blinde kan het politieke signaal niet lezen van zijn aanwezigheid: collega’s, als er straks onderhandeld wordt, is dat met jullie peer Conner Rousseau. Hoe kranig Melissa Depraetere zich ook houdt, toch lijkt haar positie binnen Vooruit uitgehold te worden tot die van de belangrijkste personal assistent van de echte ceo.
Conner heeft veel kwaliteiten, maar bescheidenheid hoort daar niet bij.
Anonieme bron bij Vooruit
In de woorden van Freya Van den Bossche: ‘Conner is een groot politiek talent, hij is niet iemand die snel de derde viool zal spelen. Als hij wordt verkozen, zou het voor mij niet onlogisch zijn dat hij deel uitmaakt van het team dat Melissa bijstaat tijdens onderhandelingen. Maar ik heb er vertrouwen in dat Melissa goed genoeg weet hoe ze een sterk team samenstelt.’
Conner, de onbeschaamde
Neemt de partij dan geen huizenhoog risico door Rousseau na een korte tocht door de woestijn weer aan boord te halen? Een deel van de linkerzijde, vooral buiten de partij, denkt van wel. Op X, het vroegere Twitter, was de bekende Nederlandse populisme-expert Cas Mudde onverbiddelijk: ‘Hoe kun je als partij geloofwaardig zijn in de strijd tegen racisme en seksisme wanneer je het tolereert op het hoogste niveau?’ Op datzelfde medium liet ook migratiespecialist Pascal Debruyne (Odisee Hogeschool) van zich horen: ‘Zo veel talent, branie en engagement in Vooruit, en dan laten ze alles domineren door een rechtse autoritaire figuur die de flinkse lijn aanvoert tegen minderheden en migratie. Onbegrijpelijk.’ Toch is bij Vooruit de roep om zijn terugkeer nooit verstild, ongeacht zijn racistische en seksistische uitspraken. Wat blijft er over van de eenmanspartij wanneer the one man vertrekt? Overigens houden veel Vooruit-leden de adem in voor nog nieuwe schandalen en stappen naar het gerecht, zo mogelijk tot vlak voor 9 juni.
Bij Groen, de uitdager op links van Vooruit, hebben ze hun kans geroken. Dat was al van bij het begin zo. Toen de socialist in oktober excuses aanbood op een ongelukkige persconferentie in café ’t Hemelrijk, ergerde Groen-covoorzitter Nadia Naji zich aan de uitleg dat het ‘zattemansklap’ was. ‘Als je zat bent en iemand aanrijdt, is dat ook niet per se intentioneel. Dat is geen verzachtende omstandigheid’, reageerde ze. Kamerfractieleider Joris Vandenbroucke (Vooruit) blaast wanneer hij de kritiek hoort. ‘Ik was gechoqueerd door zijn uitspraken, maar iedereen maakt fouten. Nu probeert een bepaald deel van de linkerzijde dat uit te melken. Wat voor oprechte verontwaardiging moet doorgaan, is eigenlijk electorale berekening.’
Volgens partijtopper en Vlaamse lijsttrekker in Oost-Vlaanderen Freya Vanden Bossche is er géén kosten-batenanalyse gemaakt over de terugkeer. ‘Ook wie fouten maakt verdient een tweede kans. Zoiets benader je niet op een kil mercantiele manier op basis van peilingen. Er is loyauteit van Conner richting de partij, maar vooral van de partij richting Conner.’
Hoe dan ook past de terugkeer bij het imago dat Rousseau van zichzelf cultiveerde: de socialist die de taal spreekt van de gewone man. ‘In mijn bubbel kreeg ik onder mijn voeten’, zei hij in februari in Amsterdam over zijn Molenbeek-uitspraak (‘Ik voel me er niet in België’). ‘Maar daarbuiten zeiden average working class people me dat ze me begrepen. Daarna hebben we de beste peiling ooit gehad.’
Conner, de marketeer
Rousseau keert dan wel terug naar de politiek, toch werkt hij voort als marketeer. Na zijn ontslag (als voorzitter én parlementslid) zat hij zonder inkomen en ging hij zelfstandig aan de slag: op 1 december 2023 richtte hij een eigen vennootschap op. Sindsdien geeft hij onder meer advies aan een zorggroep in Nederland. ‘Mijn appartement gaat zich niet vanzelf afbetalen, hè.’
Als marketeer was Rousseau ook een opgemerkte spreker op het Behavioural Design Fest in Amsterdam, begin februari. Hij legde er uit hoe links verkiezingen kan winnen en verwees daarbij naar de figuur Debora, de caissière van de Delhaize die echt bestaat en een menselijk gelaat geeft aan de discussie over inflatie en koopkracht. Zelfs criticasters doen hun petje af voor dat soort framing. Rousseau is meer dan een fenomeen op sociale media, hij staat ook inhoudelijk sterk. Ook in zijn terugkeerfilmpje schakelt hij snel door naar de inhoud, zij het op sloganeske manier. ‘We gaan weer strijden voor de belangrijke dingen: van hogere lonen tot ons mentale welzijn, van een huis voor iedereen tot beter onderwijs, van meer bussen tot een veilige buurt.’
Zeker in Sint-Niklaas weten ze dat die laatste opmerking óók over de Roma gaat.
Nooit eerder was marketing zo belangrijk in de politiek en de 31-jarige Rousseau voelt die tijdgeest perfect aan. De vraag is meteen of dat wel kan werken zónder een personencultus. ‘In dat opzicht verschillen we niet zoveel van de N-VA’, zegt een socialistische topper. ‘Ook De Wever is een meesterlijke marketeer, en ook zijn partij zal bloeden als hij zou wegvallen.’
Hoe kun je als partij geloofwaardig zijn in de strijd tegen racisme en seksisme als je het tolereert op het hoogste niveau?
Populisme-expert Cas Mudde (University of Georgia)
Binnen Vooruit staat Conner nu al haast even sterk als zijn legendarische voorgangers Karel Van Miert, Louis Tobback en Steve Stevaert. Maar die wonnen verkiezingen. Conner is voorlopig alleen nog een peilingenkampioen. Toch draagt de partijachterban hem op handen. In marketingkringen noemen ze die positie ‘the cult’. Het is een eretitel. Harley-Davidson heeft het, of Apple. Wie fan is, is dat onvoorwaardelijk. Bij die incrowd wordt het haast deel van hun eigen identiteit. Vandaar dat ‘Conner’ – merknaam – uiteindelijk toch wegkomt met zo’n zware misstap.
Conner, de vriend van Bart
Bart De Wever is niet de man die voortdurend andere politici bloemetjes toewerpt. Van Kris Peeters (CD&V) over Alexander De Croo (Open VLD) tot Sammy Mahdi (CD&V): allemaal waren ze ooit voorwerp van bijtende kritiek. Conner Rousseau hoort niet in die lijst, wel tegendeel. ‘Toen hij als piepjonge snaak op zijn basketsloefkes binnenkwam, dacht ik: daar gaan we niet veel aan hebben. Maar dat is helemaal omgedraaid’, aldus De Wever onlangs in Humo.
Ga er maar van uit dat De Wever hoopt garen te spinnen uit die bromance met Rousseau. En omgekeerd. Rousseau is geen minnaar van België – hij zal het confederalisme van De Wever niet in de weg lopen, zolang de sociale zekerheid maar overleeft. Tegen een harder terugkeerbeleid voor illegale migranten, maar ook tegen een strenger integratiebeleid zegt Vooruit ook niet nee.
Het kunnen fundamenten zijn voor een nieuw mystiek huwelijk tussen de N-VA en Vooruit, dat begon in het Antwerpse stadsbestuur in 2018, en straks mogelijk een vervolg krijgt op federaal en Vlaams regeringsniveau. Samenwerking in de Vlaamse regering ligt zelfs voor de hand. Joris Vandenbroucke: ‘Mathematisch is het heel simpel: als we ervan uitgaan dat er geen regering met het Vlaams Belang komt, dan is er geen coalitie mogelijk zonder de N-VA.’
Behalve wiskundige logica bestaat er ook zoiets als politieke ambitie. De Wever suggereert wel dat hij ditmaal eventueel premier wil worden, maar de functie van eerste minister komt eigenlijk de leider van de grootste politieke familie van de meerderheid toe (de liberalen Charles Michel en Alexander De Croo hebben uit persoonlijke ambitie met die traditie gebroken). Dat kan PS-voorzitter Paul Magnette zijn, maar ook de politieke chef van Vooruit – daarmee bedoelen we dus niet Melissa Depraetere. Rousseau heeft de mogelijkheid al tussen neus en lippen laten vallen: een Franstalige premier is in Vlaanderen zelden evident. Zijn onverkwikkelijke passage in ’t Hemelrijk heeft ongetwijfeld roet in het eten gegooid. Franstalige commentatoren en een deel van de PS, vooral in Brussel, vinden hem sindsdien collectief ongeschikt voor die functie.
Maar wat als de kiezer hem op een piëdestal zet?
Door te zeggen dat hij uit de politiek stapt als hij niet verkozen raakt, laat Rousseau het vooral rondom zichzelf draaien. Dat heeft iets narcistisch.
Historicus Vincent Scheltiens (UAntwerpen)
King Connah?
Rousseaus comeback ‘veelbesproken’ noemen, is een understatement. Zelfs zijn neuscorrectie wordt druk becommentarieerd in studentenkroegen en op de eerste terrassen. Zijn racistische uithaal naar de Roma heeft het gerechtelijk apparaat in werking gezet en ondermijnt de antiracistische houding en het morele gezag van de Vlaamse socialisten. Waarom zou de zatte uithaal van Rousseau verschoond moeten worden, en niet de ‘studentikoze’ memes van Dries Van Langenhove? Van Langenhoves verdediging zal niet nalaten die parallel te trekken. Of was het toeval dat uitgerekend op het moment dat Rousseau op de markt in Sint-Niklaas verscheen, Van Langenhove in beroep ging tegen zijn veroordeling?
Mogelijk is zijn racisme zelfs niet wat Rousseau het meest pijn heeft gedaan. Draai de klok terug: hij werd half november tot ontslag gedwongen nadat Het Nieuwsblad twee dagen op rij had uitgepakt met woordelijke uitspraken uit de opgestelde pv. De eerste keer ging het om racisme: dat overleefde hij nog. De dag erop volgde het seksisme. ‘Als je afgezogen wilt worden, moet je bij haar zijn’, zei Rousseau over een vriendin. Toen was het ineens over en uit. Geen enkele vrouw – links of rechts, oud of jong – wilde dat nog goedpraten. Het wordt ook niet vergeten, bleek vorig weekend nog uit een peiling van Het Laatste Nieuws: Rousseau heeft het nog altijd verkorven bij jongere kiezers voor wie de combinatie racisme/seksisme meer dan een brug te ver is. Voorlopig wegen Rousseaus eigen filmpjes op ‘jonge’ platforms als TikTok en Instagram nog niet op tegen dat diep gekwetste rechtvaardigheidsgevoel. Dat is au fond geen slechte zaak.
In onze dramademocratie haalt ‘het incident’ de aandacht weg van de politieke verwezenlijkingen van Rousseau. Hij is het die De Wever en Magnette rond de tafel heeft gebracht. Dat kan straks de basis zijn om elkaar opnieuw te vinden voor de aartsmoeilijke taak die de volgende regering te wachten staat. Rousseau benoemde inhoudelijk sterke figuren als Frank Vandenbroucke en later Caroline Gennez tot minister. En hij koos ervoor om Vooruit los te maken van Groen. Sociaaldemocraten gaan voor koopkracht en ‘de verdediging van de kleine man’, dat behoort tot hun DNA. Wie het groener en gesofisticeerder wil, kan stemmen op Groen.
Dat het straks amper over die politieke krijtlijnen zal gaan, komt door Rousseau zelf. Hij voelt zich niet thuis tussen de Roma van Sint-Niklaas en het volk van Molenbeek. Maar zij wonen wel in dit land, behoren niet tot de elite en moeten doorgaans hun handen vuil maken om hun brood te verdienen. Ze zouden juist tot het kernpubliek van Vooruit moeten behoren. Dat er mogelijk een nieuwe, nog Zwartere Zondag aan zit te komen, maakt de antivreemdelingenpraatjes van Rousseau nog pijnlijker. Excuses en een bezoek aan de Dossin-kazerne is één zaak, maar het vermogen om fundamenteel te veranderen is niet elke mens en niet iedere organisatie gegeven. ‘Conner Rousseau 2.0’ hoeft niet per se op cynisme of wantrouwen onthaald te worden. Maar dat er flinke scepsis heerst over een politicus die probeert weg te komen met uitspraken die – dixit de PS – ‘onwaardig zijn voor elke progressief’, daarmee zullen Rousseau en Vooruit toch moeten leren leven.