Caroline Vrijens

‘Kinderen zijn gemakkelijke prooien voor criminele bendes: dat probleem negeren, zal het niet oplossen’

Caroline Vrijens Vlaams kinderrechtencommissaris

‘De laatste weken bereiken ons meer en meer alarmerende berichten over kinderen en jongeren die zonder hun ouders in België aankomen en slachtoffer worden van criminele bendes en organisaties. Het probleem negeren zal het niet oplossen’, schrijft Vlaams kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens.

Integendeel, het worden er elke dag meer. Meer meisjes en jonge kinderen ook. En de uitbuiting en het geweld worden erger. Soms zijn het kinderen van 11, 10 of zelfs 9 jaar. En ze zijn alleen. Uit winstbejag worden ze misleid en misbruikt door volwassenen met slechte bedoelingen. Vorig jaar registreerde Child Focus 332 door opvangcentra gemelde verontrustende verdwijningen van minderjarigen, wat natuurlijk maar het topje van de ijsberg is. Meer dan 250 van die ‘verdwijningen’ ging echt over kinderen, soms zelfs nog geen 13 jaar.

Verontrustende signalen

Bij het Kinderrechtencommissariaat kregen we een melding over twee jongens van 11 die met verwondingen opgenomen waren in een ziekenhuis en de dag daarna alweer verdwenen waren. Of de jongen van 12, gedrogeerd en met gebroken ribben, die opvang vraagt. Of de verontwaardiging van artsen als ze de aangetaste organen zien van jarenlang druggebruik van jonge kinderen. Of het verhaal van de hulpverlener over kinderen en jongeren die het goed stelden toen ze in België binnenkwamen, maar door gebrek aan gepaste opvang terechtkwamen in kraakpanden en verslaafd raakten. In die verhalen krijgen die kinderen een gezicht en wordt duidelijk hoe ze in gevaar zijn.

Samen met mijn Franstalige collega pleitte ik al in 2020 in een advies voor versterkte samenwerking om buitenlandse straatkinderen op te vangen en te beschermen tegen geweld. We organiseerden rondetafels met hulpverleners, lokale besturen, asielinstanties, politie en justitie, en deden aanbevelingen voor de overheid.

Niet alleen Maghrebijnse straatkinderen, ook Afghaanse minderjarigen

Wie zijn de kinderen en jongeren die uitgebuit en misbruikt worden door criminele bendes en organisaties? Even de context schetsen. Het gaat om een diverse groep. Soms zijn het Maghrebijnse straatkinderen, meestal uit Marokko en Algerije, en zonder vaste bestemming. Ze dwalen rond in steden en reizen tussen verschillende Europese landen op zoek naar een beter leven. Ze vragen geen asiel aan, weigeren opvang en zijn dus onzichtbaar voor de autoriteiten. Ze leven op straat of in kraakpanden, hebben een zware rugzak en vertrouwen vaak niemand meer.

Het zijn gemakkelijke prooien voor mensenhandel, geweld, seksueel misbruik, verslaving. Ze hebben geen menswaardig bestaan, gaan niet naar school, hebben soms zware gezondheids- en psychische problemen, en geen toekomstperspectief. Er is te weinig aandacht voor hen en er zijn te weinig structuren om die kinderen en jongeren goed op te vangen, ze effectief te bereiken en hun vertrouwen te winnen.

Het gaat ook om transitmigranten, kinderen uit het buitenland die op doorreis zijn naar het Verenigd Koninkrijk of een ander land. Ook zij vragen hier geen asiel aan en komen daardoor niet terecht in opvangcentra. Ook zij blijven onder de radar.

Afghaanse minderjarigen vragen doorgaans wel asiel aan en worden opgevangen in asielcentra of in jeugdhulpvoorzieningen. Maar ook zij worden soms uitgebuit en misbruikt om de kosten aan de mensensmokkelaars terug te betalen.

Al die jongeren zijn vaak volledig op zichzelf aangewezen, hebben geen vangnet, geen ouders in de buurt, geen voogd die ze bijstaat en die ze kunnen vertrouwen. Het zijn de meest kwetsbare kinderen omdat ze op praktisch niemand kunnen rekenen. En toch worden ze veel te weinig gezien. Behalve dan door criminele organisaties en bendes.

Het Kinderrechtenverdrag en de Europese grondrechten zijn duidelijk

Net als andere Europese landen ratificeerde België het VN-Kinderrechtenverdrag. Dat verdrag is bindend voor België en geldt ook voor alle buitenlandse minderjarigen die hier aankomen. De bescherming van kinderen is een van de uitgangspunten en doelstellingen van de Europese Unie en de Raad van Europa. Wij hebben dus niet alleen de taak, maar ook de plicht om die kinderen en jongeren te beschermen. Toch schendt België flagrant het ene na het andere kinderrecht. Basisrechten die we vanzelfsprekend vinden.

Wat met hun recht op zorg, onderwijs en bescherming tegen geweld? Wat met het belang van het kind dat op de eerste plaats moet komen? Of met de plicht om een veilige omgeving te creëren voor kinderen? Hun recht op bescherming tegen druggebruik en tegen betrokkenheid bij de distributie ervan? Hun recht op bescherming tegen alle vormen van uitbuiting, tegen mishandeling en verwaarlozing? De lijst van geschonden rechten is lang.

Van ad-hocacties naar structurele en gecoördineerde maatregelen

Hoe kan een fenomeen dat wijd verspreid is toch zo genegeerd blijven? Op internationale conferenties, in de media, in contacten met mensen op het terrein en bij de overheid. Overal zien en horen we over kinderen die het slachtoffer zijn van criminele netwerken en die onder onze ogen,  worden gebruikt en uitgebuit. Advocaten en hulpverleners weten niet waar en hoe te signaleren, en ook parketten en jeugdrechtbanken zitten met de handen in het haar.

De stad Brussel en diensten en organisaties op het terrein roeien met de riemen die ze hebben en zoeken naar oplossingen. Ze proberen de situatie te bezweren met ad-hocacties. Maar dat is niet genoeg. Er is structurele samenwerking nodig tussen hulpverlening, politie, lokale besturen, asielinstanties. En een gecoördineerde aanpak van overheden, over beleidsdomeinen heen, om de rechten van die kinderen te garanderen.

De aanbevelingen uit ons advies van 2020 blijven overeind: zorg voor goede coördinatie en informatie-uitwisseling zodat die kinderen boven de radar komen en kunnen blijven. Organiseer contacten en bemiddeling met de familie van herkomst. Zorg voor een effectief hulpaanbod en een pool van gespecialiseerde voogden en straathoekwerkers. Mensen op wie ze kunnen inhaken en die ze weg houden uit de criminaliteit. En heel belangrijk: bepaal welke minister of welk beleidsdomein bevoegd is om het probleem naar zich toe te trekken, eindelijk te coördineren en echt aan te pakken.

Eenvoudige oplossingen zijn er niet. Maar wegkijken en ad-hocdenken is geen alternatief en schendt het Kinderrechtenverdrag. Het probleem wordt zelfs groter. Het gaat al lang niet meer om enkelingen. Bij gebrek aan alternatief blijven die kinderen en jongeren verbonden met het criminele milieu. Nieuw aangekomen kinderen en jongeren komen in dezelfde vicieuze cirkel terecht. Niets of te weinig doen kost de samenleving veel meer dan coördineren en samen werken aan passende antwoorden.

Niet alleen België wordt geconfronteerd met het probleem. De Maghrebijnse kinderen en jongeren verplaatsen zich van de ene Europese stad naar de andere, Afghaanse niet-begeleide minderjarigen vragen ook in andere landen asiel aan. Een gecoördineerde Europese aanpak dringt zich op. Dat moet daarom zo snel mogelijk als belangrijke prioriteit op de Europese agenda komen om de krachten en expertise te bundelen en kinderen beter te beschermen. Vandaag werken organisaties en experten in Nederland, Zweden en Frankrijk al maatregelen uit, ondersteund door de overheid.

In de eerste plaats kind en slachtoffer

Niet-begeleide kinderen en jongeren blijven meestal onder de radar en komen er pas op als ze opgepakt worden voor diefstal, drugsdelicten, bendevorming, of overlast. Daardoor worden ze vaak gezien en benaderd als dader. Ondanks hun soms ontzettend jonge leeftijd en hun totale afhankelijkheid. Zoals een sociaal werkster het formuleerde: ‘Een jongen vertelde ons dat hij pas 9 of 10 jaar was toen hij in de steek gelaten werd. Hij had de Middellandse Zee overgestoken, en doorkruiste vanuit Spanje heel Europa, met alle moeilijkheden van dien voor een kind dat de weg kwijt is. Hij heeft een lang en moeilijk straatleven achter de rug, moest op straat slapen, eten en kleren vinden en voor zichzelf zorgen op een leeftijd waarop andere kinderen er alleen maar om geven of er wifi of 4G is. Hij heeft dingen moeten doen die niet erg schoon zijn om te voorzien in zijn basisbehoeften, hij heeft kwaadwillige volwassenen ontmoet, wat ertoe leidt dat hij alle vertrouwen in volwassenen kwijt is.’

Die kinderen en jongeren zijn in de eerste plaats kind en slachtoffer. Het wordt tijd dat we dat opnieuw zien en dat ze krijgen waar elk kind recht op heeft: een menswaardig bestaan, bescherming tegen geweld en kansen op een goede ontwikkeling.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content