Journalist Ivan De Vadder uit zijn politieke frustraties: ‘Sorry, dit is een pessimistisch boek’
Met zijn boek Wanhoop in de Wetstraat zet politiek journalist Ivan De Vadder (VRT) al zijn frustraties over het huidige politieke bestel op papier. ‘Eigenlijk zouden we maar zeven mensen moeten verkiezen: de partijvoorzitters.’
‘Hartzeer.’ Daarmee komt Ivan De Vadder bij de emotionele drijfveer van zijn nieuw boek nadat hij een uur lang de rationele argumenten voor Wanhoop in de Wetstraat heeft uiteengezet. Net die tweedeling tussen ratio en emotie is iets wat De Vadder de politiek verwijt. ‘Sinds de doorbraak van het Vlaams Blok op Zwarte Zondag in 1991 zijn er allerlei vernieuwingen bedacht om de kloof tussen burger en politiek te dichten. De Senaat afschaffen, burgemeesters rechtstreeks verkiezen, stemrecht vanaf 16 jaar … Rationeel en vaak broodnodig. Maar het werkt niet. Onze particratie leidt er niet toe dat mensen politici opnieuw vertrouwen.’
Enkele weken geleden uitte u een hartenkreet op de radio. Partijvoorzitters willen niet meer debatteren op tv.
Ivan De Vadder: In tegenstelling tot in Nederland, waar alle politieke leiders in de Tweede Kamer bijeenzitten, is er bij ons geen enkele plek waar de partijvoorzitters elkaar in de ogen kijken. Ook wij als media krijgen hen steeds minder bij elkaar. Nochtans zou ik graag een voorzittersdebat over de energiecrisis zien. Maar wat kregen we? Een euforische minister (Tinne Van der Straeten, nvdr) die een Europese beslissing aankondigt die geen beslissing blijkt. Ik koppel het aan de partijfinanciering. Het geld ligt voor het rapen, imagebuilding verloopt via sociale media.
We gaan de particratie niet afschaffen door geen voorzitter meer uit te nodigen in De Afspraak op Vrijdag.
U noemt partijfinanciering ‘de grootste hindernis voor enige wezenlijke veranderingen’.
De Vadder: Vorig jaar bedroeg het gezamenlijke vermogen van de partijen 156,8 miljoen euro. In 1999 was dat nog 56,4 miljoen euro. In ons systeem kun je overleven door louter verkozenen te hebben. Het is niet meer nodig dat partijen een band met hun kiezer opbouwen, laat staan met leden. Wat me nog het meeste stoort is dat het nooit minder wordt. Toen de Senaat een ‘ontmoetingsplaats’ werd, hevelde men taken over naar de Kamer. Daarop werd de partijfinanciering via de Kamer verhoogd. Het bleek een nettowinst. Ja, zo stopt het nooit.
U vergelijkt het met de gemeentelijke fusies. Daar staat de efficiëntie niet voorop.
De Vadder: Je fuseert toch geen twee gemeenten omdat beide burgemeesters toevallig van dezelfde politieke kleur zijn? De mislukte operatie tussen Mechelen en Boortmeerbeek was daar hét perfecte voorbeeld van (waar liberalen Bart Somers en Karin Derua burgemeester zijn, nvdr). Of neem het voorstel van N-VA-voorzitter Bart De Wever voor een meerderheidskiesstelsel. Die hervorming zou vooral zijn partij goed uitkomen, want grote partijen winnen erbij. Daarmee doet hij precies hetzelfde als Guy Verhofstadt (Open VLD), die de provinciale kieskringen invoerde, op maat gesneden van vooral liberalen. (wijst naar zijn neus) Mensen ruiken dat.
Terug naar de partijfinanciering. De ironie is dat die ongekende hoogten bereikt, terwijl de parlementsleden onmondiger zijn dan ooit.
De Vadder: Waarom zou ik voor een politicus kiezen als die in het parlement altijd stemt zoals zijn partij? Meer nog, partijen vinden hun verkozenen blijkbaar zelfs niet goed genoeg om minister te maken. Eigenlijk zouden we maar zeven mensen moeten verkiezen: de partijvoorzitters.
Gelooft u in politieke herverkaveling of nieuwe partijnamen?
De Vadder: Nee. Kijk naar Conner Rousseau. Hij maakt op zijn eentje het verschil bij Vooruit. Of neem Raoul Hedebouw. Authentiek, goedlachs en welbespraakt in beide talen. Hij zou bij eender welke partij succesvol zijn.
Hoe verklaart u de rijzende ster van N-VA-minister Zuhal Demir?
De Vadder: Haar rebelse karakter. Ze kleurt niet binnen de lijntjes, dat heeft de Vlaming graag. Journalist Hugo de Ridder schreef in 1999 50 jaar Stemmenmakerij, een fantastisch boekje waarin hij 17 verkiezingscampagnes onder de loep nam. Zijn conclusie was dat er maar twee soorten zijn: die van de ‘kracht van verandering’ en die van ‘geen ommekeer’. Ze kunnen beide werken, maar de verandering is sterker. Máár alleen als je hoop uitstraalt. Dat soort politici werft kiezers bij andere partijen. Recent is daar maar een beperkt aantal in geslaagd: Guy Verhofstadt, Steve Stevaert, Yves Leterme, Kris Peeters, Maggie De Block en Bart De Wever. Demir lijkt die kiem in zich te hebben, al is het nog te pril. Eerst moet ze de verkiezingen glansrijk winnen.
U hekelt de particratie, maar legitimeert u die niet door vaak partijvoorzitters uit te nodigen in De Afspraak op Vrijdag?
De Vadder: Dat is juist. Als deel van de media functioneer je nu eenmaal binnen een systeem. Ik weet dat sommigen de media veel macht toedichten, maar we gaan de particratie niet afschaffen door nooit een voorzitter uit te nodigen.
Uw programma, maar ook de bredere Wetstraatjournalistiek, focust graag op poppetjes, niet altijd op beleid. Versterkt u dat beeld van politiek-als-spel niet?
De Vadder: Mea culpa. Ik denk dat we allemaal in hetzelfde bedje ziek zijn. Een artikel maken na drie tweets van voorzitters: daar stoppen we beter mee. Maar laten we ook niet alles negeren. De uitleg over waaróm iemand als MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez een aanval lanceert op Groen-minister Tinne Van der Straeten vind ik wel interessant.
Uw boodschap is weinig opbeurend. Neem het citaat van Julian Barnes waarmee u uw boek begint: ‘A politician’s main function is to disappoint.’
De Vadder: Op een gegeven moment komt altijd die ontgoocheling. Ook bij De Wever. Zijn partij en persoonlijkheid zijn al 15 jaar dominant, maar de oogst blijft voorlopig beperkt tot het Antwerpse burgemeesterschap. Sorry, maar dit is een pessimistisch boek. De partijen die zo lang staatsdragend zijn geweest, gaan steil naar beneden. Het fenomeen is niet Belgisch, Je ziet het ook in de Verenigde Staten en andere westerse landen. Ik ben geen wonderdokter, ik zie ook niet meer hoe je dat recht kunt trekken. (op dreef) De parlementaire democratie verbeteren door aan het systeem te sleutelen is zoals een fiets herstellen terwijl je erop rijdt: meestal ga je op je bek. En toch grijpen politici telkens weer naar dat ‘systeem’. Maar misschien moeten we de ménsen veranderen, zodat we figuren krijgen die transparantie, deontologie en politieke verantwoordelijkheid serieus nemen. Dát is misschien nog een haalbare kaart.
Ivan De Vadder
– 1964: geboren in Ukkel
– Studeert Germaanse talen aan de KU Leuven
– 1987: gaat aan de slag op de verkeersredactie bij de BRT (later VRT)
– 1994: wordt Wetstraatjournalist
– Sinds 2007: publiceert verschillende boeken, waaronder in 2020 Het DNA van Vlaanderen (samen met Jan Callebaut)
– 2016-nu: legt ‘de week netjes neer’ in het wekelijkse De Afspraak op Vrijdag