Jongens verrechtsen, meisjes verlinksen: is de genderkloof bij Gen Z straks onoverbrugbaar?
Meisjes houden van Harry Styles, jongens van Andrew Tate. Uit nogal wat wetenschappelijk onderzoek blijkt dat Gen Z ook steeds verschillender over politiek denkt.
Deze week verschijnt op Streamz het tweede seizoen van Billie vs Benjamin. In die reeks van Shelter worden de twintigers Billie, een linkiewinkie gespeeld door Charlotte Timmers, en Benjamin, Ward Kerremans is dat als een rechtse bal, verliefd op elkaar. Hun politieke verschillen drijven hen telkens weer uit elkaar, tot ze het wonderwel altijd weer weten bij te legen. De archetypes zijn niet nieuw – Hans Teeuwen had het in de jaren negentig al over linkse meisjes die volgens hem van rechtse praatjes hielden – maar voor de generatie die vandaag opgroeit, wordt die kloof wel erg groot.
Onoverbrugbaar groot, misschien zelfs. Gen Z Gender Gap, titelde Business Insider onlangs boven een artikel waarin Amerikaanse data daarover werden samen gegooid. Conclusie: jongens en meisjes denken sinds enkele jaren steeds verschillender over politiek. De krant Financial Times constateerde iets later in het Verenigd Koninkrijk met evenveel aplomb: A new global gender divide is emerging. Datajournalist John Burn-Murdoch zag het in heel verschillende landen gebeuren: Gen Z groeit uit elkaar.
De achterliggende vrees, of in ieder geval constatering, is dat de genderkloof stilaan voor jongeren misschien wel de belangrijkste breuklijn in de politiek kan worden. Jongens verrechtsen, meisjes verlinksen. ‘Zal die genderkloof uiteindelijk onze beschaving vernietigen en de menselijke soort doen verdwijnen, aangezien mannen en vrouwen niet meer met elkaar kunnen opschieten, laat staan kinderen maken’, vroeg Michelle Cottle zich onlangs – ernstig – af in een podcast van The New York Times.
30 procent van de jonge mannen zou op het Vlaams Belang stemmen.
Wel, euh.
Er zijn ook in Vlaanderen data te vinden die een soortgelijk beeld bevestigen. Vorige maand nog maar presenteerde het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) – een samenwerking tussen verschillende universiteiten – de resultaten van zijn vijfjaarlijkse bevraging onder jongeren. De enquête werd in het voorjaar van 2023 afgenomen. Ongeveer de helft van de ondervraagden wist nog niet voor welke partij ze zou stemmen, of wilde blanco stemmen, maar in de groep die het al wel wist zijn de verschillen opmerkelijk groot. Een op de vier meisjes kiest voor Groen, terwijl die partij onder jongens net niet een op de tien weet te overtuigen. Het Vlaams Belang haalt bij jongens 30 procent, bij meisjes maar de helft. Voor de N-VA is de verhouding zelfs nog iets schever: 27,5 procent onder jongens, 10,4 procent onder meisje.
Lgbtq+
Ook dieper in die enquête zijn grote verschillen te vinden. Hoe jongeren zich voelen tegenover migranten en, vooral nog, lgbtq+-personen, hangt goeddeels af van hun geslacht. Jongens kijken naar die groepen een (serieuze) tik negatiever dan meisjes. ‘Die resultaten over lgbtq+-personen sprongen er voor ons echt uit’, vertelt Bram Spruyt. Hij is een socioloog aan de VUB die betrokken was bij het onderzoek. ‘Jongens denken daar echt wel negatiever over, ook als we corrigeren voor andere kenmerken zoals opleiding. Wij dachten misschien dat het verschil te maken had met jongeren met een migratieachtergrond, omdat zij doorgaans traditionelere opvattingen hebben over zulke onderwerpen. Maar ook dat levert geen verklaring.’
De Belgische Ruth Dassonneville, als politicologe verbonden aan de universiteit van Montréal, doet al veel langer onderzoek naar dit thema. ‘Er is iets aan het veranderen, dat is duidelijk’, zegt ze vanuit Canada. ‘De ideologische verschillen worden groter, maar die verschillen zien er per land en vaak ook zelfs per onderzoek anders uit. Die nuance is echt wel nodig. Uit mijn eigen onderzoek bleek ook wel die kloof als het over lgbtq+-personen gaat, maar ze ziet er op andere thema’s niet hetzelfde uit.’
Een tour langs landen waarover de voorbije weken cijfers werden geciteerd, geeft Dassonneville gelijk. Zuid-Korea springt er het meeste uit, met een heel duidelijke, haast spectaculaire trend waarbij jonge meisjes linkser worden en jongemannen stevig verrechtsen. Als nog heel patriarchale samenleving lijkt Zuid-Korea misschien weinig zeggingskracht te hebben voor West-Europa, maar des te opvallender is daarom dat ook een heel gender-gelijk land als Zweden dezelfde conclusies laat optekenen: meisjes linkser, jongens rechtser. Een ondertussen vaak geciteerd cijfer dat in dezelfde richting wijst, komt uit de laatste verkiezingen in Polen: in de leeftijdsgroep van 18 tot 21 jaar stemde de helft van de mannen voor de extreemrechtse partij Confederatie, terwijl dat onder vrouwen maar een op de zes was.
In de Verenigde Staten zien we een variatie hierop: in generatie Z worden jonge vrouwen steeds linkser en progressiever, maar evolueren jonge mannen amper of niet naar rechts. Het zijn bewegingen als #mettoo sinds 2015, en zeker ook de herroeping van de abortuswetgeving door het Hooggerechtshof in 2022, die jonge vrouwen politiek bewust hebben gemaakt. Bij de parlementsverkiezingen in hetzelfde jaar voerde de Democratische Partij niet voor niets heel hard campagne op het abortusthema. De Women’s March in 2017 na de verkiezing van Trump was ook al de grootste protestdag uit de Amerikaanse geschiedenis.
De morele intuïties die vaak leiden tot een linkse stem, zijn sterker aanwezig bij vrouwen.
Griet Vandermassen, filosofe
In Duitsland zijn er nog maar heel recent genderverschillen te zien in verkiezingsresultaten. Maar die verschillen zijn in minder dan tien jaar tijd verrassend groot geworden, en het grootst onder jongeren. Sterker nog: bij de verkiezingen van 2021 was de genderkloof tussen jongeren van 18 tot 24 jaar groter dan ze ooit is geweest. Dat stelde socioloog Ansgar Hudde, verbonden aan de universiteit van Keulen, vast op basis van data over de voorbije zeventig jaar. Het is daarmee een van de meest uitgebreide sets aan gegevens over dit onderwerp. Die genderkloof gaapt alleen niet tussen de extremen. Jonge vrouwen stemmen vooral voor de groenen, jonge mannen voor de liberale FDP – die het best met Open VLD is te vergelijken. ‘De radicaal-rechtse AfD trekt wel een mannelijker publiek aan’, vertelt Hudde over zijn onderzoek. ‘Het zijn alleen doorgaans iets oudere mannen. Het succes van die nieuwe partij verklaart dus vooral de genderkloof bij oudere leeftijdsgroepen.’
Harry Styles vs. Andrew Tate
Jongens die weinig vertrouwen hebben in instituties – zoals scholen, waar ze zien dat meisjes het stelselmatig beter doen – en die wonen in regio’s met een hoge werkloosheid, voelen zich het meest bedreigd door vrouwen. Ter verklaring wordt er weleens door commentatoren maar ook onderzoekers naar Andrew Tate gewezen. Terwijl op poppodia sterren als Harry Styles met z’n genderfluïde pakjes misschien wel vooral meisjes weten te verleiden, heeft die misogyne oud-kickbokser op internet onder jonge mannen ook al een aardige aanhang verzameld. ‘Zijn bereik is enorm’, zegt ook de VUB-socioloog Bram Spruyt. ‘Om terug te komen op die houding tegenover lgbtq+-mensen: Tate staat ook voor de terugkeer van een soort macho mannelijkheid die moeilijk te rijmen valt met queer mensen. Dries Van Langenhove is daar een ander voorbeeld van, en we zien dat jongens daar gevoeliger voor zijn dan meisjes. Jongens worden nog altijd veel vaker aangesproken als ze iets doen dat wij niet typisch mannelijk vinden. Meisjes worden net aangemoedigd om atypische activiteiten te doen.’
Eindigt dit echt in het verdwijnen van de mensheid? Voorlopig is zelfs niet duidelijk hoe het eindigt met die jongeren als ze eenmaal opgroeien. Jonge mannen die zich bedreigd voelen door het succes van het feminisme, en zich aangesproken voelen door Andrew Tate, kunnen terechtkomen in een spiraal van misogynie en nog radicaler gaan denken. Anderzijds kan het evengoed zijn dat met het ouder worden hun onzekerheden wegebben, nadat ze een job en een partner hebben gevonden en zich ook veel complexlozer voelen over hun mannelijkheid. Het is te vroeg om daar iets over te zeggen.
Moet ook worden aangestipt: genderverschillen moeten worden gezien met op de achtergrond de vaststelling dat jongere generaties nog altijd progressiever worden dan hun ouders. De politieke generatiekloof, waar het Brexit-referendum in het Verenigd Koninkrijk misschien wel de meeste aandacht op vestigde, blijft bestaan. ‘Gen Z en ook millennials stemmen echt veel progressiever dan oudere generaties’, vertelt Roderik Rekker daarover. Hij is als politoloog verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en doet onderzoek naar die generatieverschillen. ‘Over grote thema’s zoals klimaat, migratie en ook Europa denken jongeren echt duidelijk progressiever. Dat is een constante.’
Over grote thema’s zoals klimaat, migratie en ook Europa denken jongeren duidelijk progressiever.
Roderik Rekker, politoloog (Radboud Universiteit Nijmegen)
Rekker wijst erop dat er daarnaast onder wetenschappers al langer de vraag leeft of er misschien uitzonderingen zijn op de regel dat de jongste generatie progressiever is. Zulke uitzonderingen zouden kunnen zijn: jongeren die kortgeschoold zijn, jongeren die op het platteland wonen of dus misschien jonge mannen. ‘Daar zijn dus ook aanwijzingen voor’, aldus Rekker nog. ‘Maar er zijn nog wel wat meer data nodig om van een consistent patroon te kunnen spreken.’
Mannen van Mars, vrouwen van Venus
Overigens: vrouwen stemmen al heel lang een beetje linkser dan mannen. De verschillen zijn lang niet zo groot als degene die we vandaag onder jongeren zien, maar ze zijn wel veel consistenter. Dat was ooit anders. Tot ergens in de jaren 1970 stemden vrouwen zelfs consequent rechtser dan mannen. Het is een van de dubieuzere passages uit de politieke geschiedenis van België dat het de socialisten waren die het stemrecht voor vrouwen het langst hebben tegengehouden. Zij waren, blijkbaar terecht, bevreesd dat vrouwen overwegend – op advies van de pastoor – voor de katholieken zouden stemmen. In de jaren zeventig begon die verhouding te kantelen, en sindsdien is ze ook ietsjes versneld. Het loopt gelijk met de massale instroom van vrouwen op de arbeidsmarkt, en ook met de toename van vrouwen aan de universiteit. Zoals jongere generaties deels progressiever zijn omdat ze ook hoger geschoold zijn dan oudere generaties, is die opleidingsgraad voor een stukje ook een verklaring voor het linksere stemgedrag van vrouwen. Een andere reden is dat vrouwen ook vaker dan mannen afhankelijk zijn van een uitkering of andere staatssteun, zeker vanaf wanneer ook het aantal scheidingen begon toe te nemen. Dat maakt hen gevoeliger voor het belang van een sterke en grote overheid, iets wat meestal door links wordt verdedigd. Dat strookt overigens dan weer met een curieuze vaststelling uit ander, ouder onderzoek: vrouwen die in het huwelijk treden met een man worden iets rechtser dan ze daarvoor waren.
Er zijn ook elders verklaringen te zoeken. Voor filosofe Griet Vandermassen, bijvoorbeeld, is het geen verrassing dat vrouwen linkser zijn dan mannen. Ze verwijst naar het werk van sociaalpsycholoog Jonathan Haidt om haar punt te maken. ‘Mensen stemmen op basis van morele intuïties, die ze achteraf proberen te rationaliseren’, vertelt Vandermassen. ‘De morele intuïties die vaak leiden tot een linkse stem, zijn sterker aanwezig bij vrouwen. Zij vinden zorgzaamheid, rechtvaardigheid en gelijkheid wat belangrijker. Rechtse intuïties draaien om loyauteit, autoriteit en hiërarchie. Dat zijn zaken die – gemiddeld genomen uiteraard – mannen dan weer vaak naar voren schuiven.’
In 2019 zag Karen Celis, politologe verbonden aan de VUB, de vaststellingen over mannen en vrouwen ook al bevestigd in postelectoraal onderzoek. Op basis van de verkiezingen van dat jaar bleek dat het Vlaams Belang en de N-VA het mannelijkste kiespubliek hebben. Linkse partijen als Groen en Vooruit (toen nog sp.a) hebben een vrouwelijker electoraat, terwijl ook de PVDA wel een eerder mannelijke achterban heeft. Er is in Vlaanderen weinig onderzoek gebeurd naar de specifieke redenen van die verschillen, maar er zijn wel anekdotische voorbeelden te vinden. ‘Het Vlaams Belang heeft een extreem conservatief standpunt over abortus’, geeft Celis zelf als voorbeeld. ‘Het kan enkel na verkrachting of als de vrouw in levensgevaar is of het kind niet levensvatbaar. We horen de partij daar zelden over – misschien zwijgt ze wel bewust – maar het geeft wel aan dat ze geen voorvechter is van vrouwenrechten.’
Hoe verschillend stemmen jongens en meisjes?
In de recente enquête van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) werden jongeren van 16 tot 25 jaar naar hun partijvoorkeur gevraagd. Daarvan gaf een kleine meerderheid aan blanco/ongeldig te willen stemmen (6%), helemaal niet te willen stemmen (7%) of nog niet te weten (35%) op welke partij te zullen stemmen. Wie het wel al wist, kiest voor deze partijen: