Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Beste Conner, je naam is nu haas in plaats van zingend konijn’

‘Je etaleert een onmiskenbare gladheid om, zwemmend als een paling in een emmer snot, van vermoedelijke dader in slachtoffer te veranderen’, schrijft Jean-Marie Dedecker over de veelbesproken persconferentie van Conner Rousseau. ‘Er walmde toch ook een geur van spruitjeslucht  uit mijn televisie.’

Beste Conner,

Ik heb lang geaarzeld om je nogmaals een briefje te schrijven. Ik heb immers ook tonnen boter op mijn hoofd. In de bijna driekwart eeuw dat ik op deze aardkloot rondhuppel heb ik – zij het als blanke fossiele heteroseksueel- ook met teugen genoten van wat God verboden heeft. Ik heb zowel tegen de poten van de macht geplast als tegen een zijgevel in een achterafsteegje, en heb ik stomdronken mensen pijn gedaan waarvoor ik tot op vandaag het schaamrood nog tot onderaan mijn voetzolen voel lopen.

Vandaar dat het me geen totaal niets kan schelen in welke pot iemand zijn penseel der liefde dopt, of hij/zij promiscue of polyamoureus is, queer, hetero, homo of beide. Als het maar met wederzijdse toestemming is en men van de kinderen afblijft. Seksuele beleving en geaardheid behoren volgens mijn bescheiden mening tot de privésfeer. Het zal me worst wezen of je biseksuele publieke outing op tv bij biechtvader Eric Goens een sneue zet was om ook de Tiktokkende bakvisjes onder je kiespubliek aan je te kunnen blijven binden, of een schreeuw van opluchting. Was het een sterk geregisseerd meelijwekkend afleidingsmanoeuvre? Waren het journalisten die een dikke duim hadden en daar veel nieuws en aanklachten uitzogen?

Maar net als bij het stuitend amateurtoneel in café ‘t Hemelrijk met je persconferentie, walmde er bij die brave mompelshow ook een geur van spruitjeslucht uit mijn televisie, beste Conner. Ik ben immers achterdochtig geworden door de lulkoekbakkerij van de katholieke kerk die – met het absolutiegedrag van justitie – de pedopriesters hun leuter in de doofpot liet stoppen. De tentakels van de macht reiken tot in de kelders van de justitiepaleizen, node verborgen onder de kazuifels van Opus Dei of de schootsvellen van de vrijmetselaarsloge.

Toen ik het Gentse Vooruit-boegbeeld Freya Van den Bossche hoorde verkondigen dat alle aanklachten tegen jou aan de Gentse rechtbank toch zouden geseponeerd worden, kwamen de woorden van een voormalig politiek benoemde rechter spoken in mijn perverse vooroordelen. “Il faut mieux connaitre son juge que son dossier”, het is een belegen advokatengezegde.

(Lees verder onder de preview.)

Ik voel me al jaren ervaringsdeskundige, of eigenlijk lijdend voorwerp, in deze materie. De Gentse procureur vroeg onlangs nog de opheffing van mijn parlementaire onschendbaarheid om mij voor een persmisdrijf te kunnen doorverwijzen naar het hof assisen (jawel, waar moordenaars terecht staan). Ik had in 2016 een periodiek partijblaadje uitgegeven waarop er geen vermelding van de verantwoordelijke uitgever stond. Op de frontpagina stond nochtans mijn foto, mijn naam en een door mij ondertekend artikel.

Vrouw Justitia is inderdaad selectief blind, beste Conner. Uw Vooruit-apparatsjiks  stemden in het parlement gretig mee met de door Groen georkestreerde inquisitie om mijn onschendbaarheid op te heffen voor deze misdaad. Gelukkig vonden de communisten, die nochtans bedreven zijn in censuur, dit politiek halsrecht te gortig en stemden mee tegen. De procureur zit nu terug in de wachtkamer. Maar Justitie heeft lange tenen, korte beentjes en heel lange armen.

Eigenlijk schrijf ik dit briefje om je te proficiateren, beste Conner. The show must go on en iedereen liep schaapachtig mee in je regie. Jouw gestroomlijnd persmoment in primetime (om 19u10) aan de bierpomp van je stamcafé ’t Hemelrijk, was een mooie, listige thuismatch. Een reportage over de zoveelste moordaanslag met 51 doden in het Oekraïense Cherson werd in het avondnieuws van VTM prompt onderbroken voor jouw Breaking News. VTM vervelde van Vlaamse Televisie Maatschappij in Vooruit Televisie. De herbergier rekende zich publicitair hemels rijk, en zowel de enscenering als het decor ademden proletarische klasse: een stand up voor een rood douchegordijn en de etalagebelichting van een afwerkhotelletje.

Je etaleert een onmiskenbare gladheid om, zwemmend als een paling in een emmer snot, van vermoedelijke dader in slachtoffer te veranderen. Je weet je racistische uitspraken om te zetten in electorale zieltjeswinst. Je beseft immers verdomd goed dat de socialisten samen met de partijnaam, ook hun klassieke proletariaat ten onrechte hebben ingeruild voor het nieuwe kiespubliek van migranten. Je hoopt dat boutades als “Als ik door Molenbeek rijd, voel ik me ook niet in België “of over het gebruik van ‘matrakken’ tegen Roma, wervende woorden zijn bij de vergeten rode kameraden die mokken aan de toogrichel van café Germinal in de Seefhoek ,of van het Achturenhuis in de haven.

Maar tegelijk ben je een mondain feestbeest die zowel Deborah aan de babbelkassa kan verleiden, als huismoeders beledigen. Je verwijt als minder ideale schoonzoon de flikken dat het lamzakken zijn die enkel je zattemansklap komen incasseren voor een weekendpremie, en dat ze te veel verdienen voor wat ze doen. Je slaagt er dan nog als volleerd manipulator in om hen als klikspanen weg te zetten, en als dubieuze late opstellers van je proces-verbaal leugenachtig te maken.

(Lees verder onder de preview.)

Je laveloos zuipen, starnakel ranzige praat verkopen tot je zogezegd aan geheugenverlies lijdt, om dan met een kater “hooggeplaatsten” op te bellen om inzage en inmenging te krijgen in het dossier. In vino veritas, maar je draait het om in een plotse aanval van amnesie. Met een eenzijdig verzoekschrift je verantwoordelijkheid bij de rechter leggen om preventieve censuur te kunnen plegen op de media was ook een meesterlijke marketingzet, beste Conner. De tegenpartij wordt immers niet gehoord, en je wint zo tijd om uit je nek te blijven kletsen tot je je eigen dubieus verweer hebt opgebouwd.

Blijf nu een tijdje stilzitten in de luwte, beste Conner, terwijl je nog geschoren wordt. Van je linkse achterban hoef je niets te vrezen, “rood geboren, rood sterven”. Je parlementaire Vooruitkameraden zitten immers in je electorale wurggreep. Ze zijn afhankelijk van jouw populariteit, “rood of geen brood”. Een paar zullen wat grinniken in de marge, maar het is maar kortstondige window dressing. En de linkse wokewauwelaars zijn net als je tiktokgrouppies ook zo verdoofd door je charme en je uitgestreken misdienaarskop dat ze je gebreken niet zien. Voor veel loftsocialisten beperkt het multiculturele zich immers tot het multiculinaire. Dus eventjes bukken tot alles overwaait.

Zelfkennis is het begin van alle wijsheid. Je naam is nu haas in plaats van zingend konijn. Als je nu bijvoorbeeld belooft geen neut alcohol meer te nuttigen vóór de volgende verkiezingen, vrees ik dat je weet hebt van een vervroegde stembusgang. Dronkenmanspraat is altijd gevaarlijk, beste Conner, zelfs als je nuchter bent, en achteraf last krijgt van een kortstondig Alzheimertje.

Boek daarom als aflaat een uitje naar de Dossinkazerne in Mechelen voor een heropvoedingstrajectje zoals Dries Van Langenhove. Al is het om een alibi te bezorgen aan Unia. Die gedachtepolitie klaagt alle kenmerken van hate speech aan die aanzet tot haat, discriminatie en geweld, op voorwaarde dat het van rechts komt aangewaaid. Had VB-voorzitter Tom Van Grieken jouw matrakkenpraat in de mond genomen en gezegd dat racisme relatief is of afhangt van de context, had hij die boetetocht naar Mechelen op zijn knieën moeten doen. Je weet het misschien niet, maar de nazi’s pleegden in WO II een genocide op de Roma-zigeuners.

Laat me nu nog toe om je toch een laatste goede raad te geven, beste Conner, want het is moeilijk gewone sterveling te zijn wanneer je als Verlosser aanbeden wordt: haal toch minimum alle spiegels uit je huis, het zal veel schaamte schelen.

Sans rancune,

Jean-Marie Dedecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content