Anthe Baele
‘Je kan maar inburgeren als je daar de kans toe krijgt’
Vlaams minister van Inburgering Gwendolyn Rutten (Open VLD) maakte begin januari bekend dat ze een proefproject opstart met inburgeringscursussen voor nieuwkomers in hun land van herkomst. Het volgen van en slagen voor de cursus wil ze tot een voorwaarde maken om ons land binnen te komen. Dat is op veel vlakken geen goed idee, vindt Anthe Baele. Zij is doctoraatstudent Geschiedenis aan de Universiteit Gent, waar ze onderzoek doet naar de rol van geschiedenis in Vlaamse en Nederlandse inburgeringscursussen.
Vandaag moeten zo goed als alle nieuwkomers in Vlaanderen een cursus maatschappelijke oriëntatie volgen. Die moet hen helpen in het inburgeringsproces, door hen kennis en vaardigheden van de Belgische en Vlaamse samenleving aan te leren. De cursus bestaat uit elf leeromgevingen zoals ‘gezondheidszorg’, ‘wonen’ en ‘stad en land’ en wordt in een moeder- of contacttaal gegeven. Afhankelijk van waar je de cursus volgt, kan dat online of fysiek.
In het proefproject van minister Rutten zullen mensen die naar België willen komen, in hun herkomstland gedurende twee maanden online lessen Maatschappelijke Oriëntatie moeten volgen. Na aankomst in België moeten zij dan een inburgeringsexamen afleggen. Dat werd in 2022 gelanceerd en valt normaal gezien aan het einde van de cursus maatschappelijke oriëntatie.
Beide voeten in de samenleving
Opvallend genoeg was iedereen in het Vlaams Parlement fan van het voorstel om nieuwkomers de cursus voor hun aankomst in Vlaanderen te laten volgen. Toch is dat geen goede maatregel. De cursus dient om de zelfredzaamheid van nieuwkomers te vergroten, waarmee ze tot een volwaardig en actief burgerschap zouden komen. Zoiets kan je alleen leren als je al met je beide voeten in die samenleving staat.
De huidige cursus maatschappelijke oriëntatie gaat voor een groot deel over zeer praktische zaken: hoe ons mutualiteitssysteem en scholensysteem werken of welke rechten en plichten je als werknemers hebt. De oorsprong is sterk individueel gericht, aangepast aan de cursist: in een klas waar niemand kinderen heeft, is het bijvoorbeeld weinig zinvol om het schoolsysteem uit te leggen.
In 2022 werd die praktijkgerichte insteek sterk geüniformiseerd door de invoering van het inburgeringsexamen, dat via een computersysteem 41 gerandomiseerde vragen stelt – 30 over algemene kennis, 11 over ‘fundamentele waarden’. Sindsdien moeten docenten het doorheen de jaren sterk uitgebreide leerplan volledig behandelen — en kunnen ze het dus niet meer aanpassen aan de noden van de nieuwkomers.
“Een online cursus in het land van herkomst zou dus zorgen voor een verregaande veralgemening, en schiet daarmee helemaal zijn doel voorbij”
Een online cursus in het land van herkomst zou dus zorgen voor een verregaande veralgemening, en schiet daarmee helemaal zijn doel voorbij. Voor wie aan een nieuwe job begint, heeft het ook geen zin om maanden op voorhand een online les krijgen over hoe je het koffieapparaat moet reinigen of wat de code van de deur is: die info is pas nuttig wanneer je op de kantoorvloer aankomt. Die code ben je namelijk al lang vergeten en ook het koffieapparaat krijg je niet gereinigd zonder hulp.
Hetzelfde geldt voor de (praktische) kennis en waarden die worden aangereikt in de cursus maatschappelijke oriëntatie. De echte meerwaarde ervan zit in de dynamiek tussen docent en student, waarbij de docent kan inspelen op actuele vragen van nieuwkomers tijdens hun zoektocht in de nieuwe samenleving.
(Lees verder onder de preview.)
Een burgerschapsexamen als voorwaarde tot inburgering
Het eerste Vlaamse inburgeringsdecreet dateert van 2003. Ook toen al dienden Kris Van Dijck, Jan Loones en Chris Vandenbroeke van de N-VA amendementen in om het inburgeringsattest (toen nog te verkrijgen door aanwezig te zijn in de lessen) tot voorwaarde te maken voor een nationaliteitsaanvraag. De Raad van State was hierover toen formeel: dat gaat niet. De Belgische nationaliteit verkrijgen is namelijk een federale bevoegdheid en daar heeft de Vlaamse regering niets over te zeggen. Het amendement werd dan ook unaniem verworpen. Toch wordt vandaag hetzelfde idee geopperd.
Van de dertig vragen over algemene kennis moeten nieuwkomers de helft juist hebben. Maar hoewel het grootste deel van de cursus dus over praktische zaken gaat, zitten er ook elf vragen over ‘fundamentele waarden’ tussen. Van die vragen moeten nieuwkomers tachtig procent juist hebben om te kunnen slagen. Die ‘fundamentele waarden’ worden voorgesteld als basisevidenties. Of dat ook effectief zo is, valt maar te bezien.
Anti-pluralisme
Onder Vlamingen die de vraag: ‘Mannen en vrouwen zijn gelijk. Correct of fout?’ voorgeschoteld krijgen, zullen er zijn die twijfelen over hun antwoord — iets met de theorie en de praktijk. Ook de vraag: ‘Een gezin bestaat uit een man, een vrouw en één of meer kinderen. Juist of fout?’ laat ruimte voor interpretatie. Ik wil maar aantonen: het is niet zo eenvoudig om ‘fundamentele waarden’ vast te leggen, laat staan die te toetsen in meerkeuzevragen. Hoewel ik als individu achter de waarden in het examen sta, verraadt een vermeende consensus over fundamentele waarden een anti-pluralisme.
‘Als het Vlaams Belang straks aan de macht komt, wordt ‘Eigen volk eerst’ dan één van de ‘fundamentele Vlaamse waarden’?‘
Eigenlijk gaat het niet over het toetsen van de kennis van waarden, wel over de macht die een Vlaamse regering hiermee krijgt en welke deuren dat kan openen. Als het Vlaams Belang straks aan de macht komt, wordt ‘Eigen volk eerst’ dan één van de ‘fundamentele Vlaamse waarden’?
Het koppelen van een inburgeringsexamen aan een verblijfsaanvraag zorgt voor een verstening van ‘Vlaamse waarden’. Fictie die als universeel en onaantastbaar kan worden voorgesteld, maar tegelijk politiek ingevuld en ge- of misbruikt kan worden. Het maakt van een ‘Vlaamse cultuur’ een statisch, essentialistisch gegeven dat slechts formeel betreden – letterlijk – kan worden na het (h)erkennen ervan.
Bovendien krijgen nieuwkomers niet eens de kans om zich in te burgeren: de selectie (of iemand is ingeburgerd, nota bene) gebeurt aan de buitengrenzen. Je komt er niet in zonder dat je weet dat je met de NMBS een trein neemt en met De Lijn een tram, en dat 1302 een belangrijke datum is. Het gesprek, laat staan het debat tussen nieuwkomers en huidige bevolking valt hiermee volledig weg.
Amendement
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier