Jambon: ‘N-VA voelt zich niet meer thuis in Europese ECR-fractie’
N-VA, dat momenteel drie verkozenen heeft in het Europees Parlement, voelt zich niet meer thuis in de conservatieve ECR-fractie en zoekt na de verkiezingen van 9 juni mogelijk andere oorden op. Dat heeft Vlaams minister-president Jan Jambon dinsdag gezegd tijdens een event in het kader van het Belgische EU-voorzitterschap.
In het Europees Parlement zijn de nationale delegaties gegroepeerd in verschillende fracties. N-VA-parlementsleden Geert Bourgeois, Johan Van Overtveldt en Assita Kanko zitten op de banken van de ECR-fractie (Europese Conservatieven en Hervormers), maar daar komt tijdens de volgende legislatuur mogelijk verandering in, zei minister-president Jambon dinsdag.
“We voelen ons niet meer helemaal thuis bij de ECR”, klonk het. “De Britse Conservatieven waren de reden waarom wij destijds toetraden, maar zij zijn er niet meer bij.”
Met de brexit verdwenen in 2020 de Britse verkozenen uit het Europees Parlement. Sindsdien wordt de ECR gedomineerd door de conservatieven van het Poolse PiS, dat recent in eigen land naar de oppositiebanken verwezen werd. Ook het Fratelli d’Italia van de Italiaanse premier Giorgia Meloni en het Spaanse Vox zetelen in de ECR-groep.
Bij welke fractie de N-VA zich na de verkiezingen aansluit, is nog niet duidelijk. Jambon zegt dat alle opties openliggen, een verlengd verblijf bij de ECR behoort volgens hem nog steeds tot de mogelijkheden. Er wordt al langer gefluisterd dat de N-VA mogelijk naar de Europese Volkspartij (EVP) trekt, de grootste fractie in het Europees Parlement.
Ook vijf jaar geleden moest de partij een fractie kiezen. Toen viel de keuze net als in 2014 op de ECR, omdat de partij daar naar eigen zeggen het meest haar “eigen ding” kon blijven doen. Tien jaar geleden trok N-VA de deur van de regionalistische (en groene) EVA-fractie achter zich dicht en sloot zich ei zo na bij de liberale ALDE-fractie aan.
Minister-president Jambon zei een en ander in de marge van een toespraak voor EU-journalisten in Antwerpen. In het kader van het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie bezoeken zij onder andere de hoofdzetel van Port of Antwerp-Bruges. Jambon greep de gelegenheid aan om nog eens de prioriteiten van Vlaanderen in de kijker te zetten.
“Ik hoop dat we dit voorzitterschap kunnen gebruiken om de belangrijke en positieve rol te benadrukken die de regio’s spelen bij het implementeren van Europees beleid op het vlak van duurzaamheid en digitale transitie”, zei Jambon. Hij verwees onder meer naar de top van een twintigtal Europese regio’s die op 18 april in Antwerpen wordt georganiseerd. “Verschillende leiders zullen er van gedachten wisselen over gemeenschappelijke uitdagingen en mogelijkheden voor samenwerking”, klonk het. Jambon meent dat de eigenheid van de regio’s nog steeds niet ten volle wordt gerespecteerd, ook al moet dat volgens het Europees verdrag wel gebeuren.
Jambon gaf opnieuw lucht aan zijn onvrede met het tijdelijke Europese staatssteunkader, dat volgens hem grote lidstaten bevoordeelt. “Ik heb weet van Vlaamse bedrijven die door Frankrijk aan de mouw worden getrokken om daar te investeren. Ons antwoord op de concurrentie vanuit andere delen van de wereld mag geen intra-Europese competitie zijn.” Jambon wil dat de Europese budgetten anders aangewend worden en dat de discussie ten gronde gevoerd wordt tijdens het Belgische voorzitterschap.