Bert Bultinck

‘Is het Vlaams Belang echt de inzet van de verkiezingen, zoals vandaag overal wordt rondverteld?’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

Is het Vlaams Belang echt de inzet van de verkiezingen, zoals vandaag overal wordt rondverteld? Vooruit-voorzitter Melissa Depraetere vindt van wel. Ze zegt dat expliciet en al maandenlang, en verschilt daarin niet van haar voorganger Conner Rousseau. N-VA-voorzitter Bart De Wever begint volautomatisch met de ogen te rollen als hij wéér een vraag krijgt over het Vlaams Belang – hij praat liever over zijn eigen partij. Maar hij beantwoordt de vragen wel, en met gusto.

Ook verschillende journalisten en opiniemakers beweren sinds een aantal weken met enige stelligheid dat het in deze campagne allemaal rond het Vlaams Belang draait. Dat is merkwaardig, aangezien uit verschillende peilingen steeds weer blijkt dat de koopkracht en het migratiebeleid de belangrijkste thema’s voor de kiezer zijn. En is het niet vreemd dat een partij de inzet zou zijn van een verkiezing waar die partij zelf aan deelneemt?

Niet noodzakelijk. Het is met het bepalen van ‘de inzet van de campagne’ vóór de verkiezingen een beetje zoals het interpreteren van ‘het signaal van de kiezer’ ná de verkiezingen. Dat signaal valt nooit ondubbelzinnig vast te stellen. Maar er kan wel een ‘consensus in de media’ groeien. Dat gebeurt doorgaans op basis van een aantal feiten. Dan gaat het bijvoorbeeld over tellingen, of beter: schattingen, van aangesneden thema’s op verschillende kanalen, of over Tiktok-analyses, leescijfers van en reacties op allerhande Wetstraatstukken.

Maar er gaat ook nog wat anders in de cocktail: percepties van andere watchers, samen met een beetje buikgevoel. En meer dan één politicus of columnist voegt nog een snuifje strategie toe: want als iemand zegt dat de verkiezingen over thema x gaan, dan versterkt hij de trend dat de verkiezingen over x gaan.

Als het Vlaams Belang inderdaad de inzet van deze verkiezingen is, dan zijn er op negen juni heel veel verliezers.

Dat Depraetere en Rousseau de verkiezingen reduceren tot een keuze voor of tegen het Vlaams Belang: het is een vergissing. Wellicht halen de rode strategen de mosterd bij de legendarische overwinning van hun toenmalige boegbeeld Patrick Janssens, die in 2006 burgemeester van Antwerpen werd door van de lokale verkiezingen een tweestrijd te maken tussen hem en Filip Dewinter. Maar Antwerpen is Vlaanderen niet, de gemeenteraad is de Kamer niet, en vooral: het schaakbord ziet er vandaag helemaal anders uit. Vooruit is lang niet groot genoeg om de strijd tegen het Vlaams Belang voor zichzelf te claimen. Werkelijk álle andere partijen doen dat, inclusief de tweede in de peilingen, de N-VA.

Wie niet kiest voor Vlaams Belang omdat die partij fascistoïde figuren naar voren schuift – lees het portret van Tom Vandendriessche verderop in dit blad – die kan evengoed voor N-VA kiezen als voor Vooruit. Of is het dat wat Vooruit graag wil? Niet één maar twee alternatieven voor het Vlaams Belang: een middelgroot alternatief op rechts, en een kleiner alternatief op links? Het blijft een duizelingwekkende gok.

Politici, watchers en opiniemakers zullen de komende dagen allemaal hun visie in de markt zetten over wat de ‘echte’ inzet van de verkiezingen is. De facto is dat een metastrijd, waarvan het belang minder groot is dan de strijders denken. Het is een secundair gevecht over wie de juiste analyse heeft van een primaire realiteit die altijd een beetje ongrijpbaar blijft.

Maar één ding is zeker: als het Vlaams Belang inderdaad de inzet van deze verkiezingen is, niet alleen in perceptie maar ook in realiteit, dan zijn er op negen juni heel veel verliezers. Als een partij zich tot inzet weet te maken van de verkiezingen, en de alternatieven voor die partij zijn verdeeld en verspreid en zwak, dan gaat ze een geweldige overwinning tegemoet.

Daar hoort wel één belangrijke opmerking bij: er is één verliezer die net iets minder verliest. Het is de N-VA die – Johan Cruijff indachtig – het voordeel van het nadeel zal kunnen incasseren. Die partij moet Tom ‘paljas’ Van Grieken van het Vlaams Belang laten voorgaan. Maar N-VA’ers zullen al gauw het resultaat van de ‘andere V-partij’ bij hun score optellen – zoals De Wever al deed in 2019 – en met die ruggensteun heel Vlaanderen radicaler dan ooit naar rechts duwen.

Op belangrijke domeinen is het verschil tussen de N-VA en Vlaams Belang gradueel van aard, en niet fundamenteel. Onder meer daarom zou het kunnen dat Bart De Wever die lawine aan vragen over het Vlaams Belang net iets minder irritant vindt dan hij vandaag laat blijken.

Partner Content