Jelle Janssens

‘Is de fusie van de Brusselse politiezones werkelijk de wonderoplossing tegen druggerelateerd geweld?’

Jelle Janssens Hoofddocent Criminologische Wetenschappen UGent (Foto © Boumediene Belbachir)

Er is in de nasleep van de recente gewelddadige incidenten al veel gedebatteerd over een eenmaking van de Brusselse politiezones. Toch blijven voor professor criminologie Jelle Janssens (UGent) nog heel wat vragen onbeantwoord. ‘Zomaar stellen dat een fusie de oplossing is voor de vele veiligheidsproblemen die men in Brussel ondervindt, is op niets gegrond.’

Een middel tegen alle Brusselse veiligheidskwalen, zo lijkt het wel, die fusie van de zes Brusselse politiezones. Beleidsmakers bepleiten ze en academici moedigen ze kennelijk aan. Zonder enig onderzoek, zonder impact- of haalbaarheidsstudie, staat nu reeds vast dat een fusie niet alleen wenselijk, maar broodnodig is om het druggerelateerd geweld van antwoord te dienen. 

Begrijp me niet verkeerd, ik ben voorstander van een fusie van politiezones in Vlaanderen en Wallonië, en waarom ook niet in Brussel. Het verschil is echter dat enkel deze in Brussel dwingend wordt opgelegd, terwijl de overige 172 politiezones vrolijk blijven voortbestaan. 172 politiezones waar de één al over meer “politiezorgkracht” beschikt dan de andere. Waar de ene korpschef ’s nachts wakker ligt over het feit dat de enige patrouille misschien niet gegarandeerd kan worden als iemand ziek uitvalt en de andere korpschef hoopt dat er toch maar geen hennepkwekerij of synthetisch drugslab wordt gevonden waardoor de deuren even moeten dichtgaan voor de burger. Geen probleem toch? Even online een afspraak maken en de burger wordt bediend wanneer de politie daar tijd voor vindt.

Uit het onderzoek dat de voorbije jaren gevoerd is, blijkt dat er schaalvoordelen te behalen zijn bij een fusie: het creëren van specialisatie en het verbeteren van de continuïteit in de dienstverlening zowel op het terrein als in de backoffice.

Vergeet ook niet de eenheid van commando en de verankering van de nieuwe structuren in een nieuwe organisatie waardoor vrijblijvendheid die sommige samenwerkingsverbanden kenmerkt, uitblijft. Maar het betekent meteen ook een veranderingstraject dat een vijftal jaar weegt op de organisatie. Vijf jaar waarin de blik eerder intern dan extern georiënteerd wordt en waarin tal van onzekerheden opduiken, niet in het minst voor de medewerkers zelf.

Maar zelfs al lukt de eengemaakte zone, dan nog moet die gefinancierd worden. Want wie betaalt, bepaalt. Wie betaalt de eengemaakte politiezone? Vandaag vooral de 19 Brusselse gemeenten, die klagen over de federale onderfinanciering van deze politiezones. Zullen we bovendien evolueren naar één politiezone, met één korpschef die (bestuurlijk en hiërarchisch) aangestuurd wordt door een politiecollege van 19 burgemeesters? 19 burgemeesters die elk wel hun zeg willen. 19 burgemeesters van 19 Brusselse gemeentes die sociaaleconomisch, demografisch, infrastructureel en criminografisch wellicht verschillen van elkaar en dus ook verschillende behoeftes en prioriteiten zullen hebben?

Misschien kunnen we overwegen deze gemeenten te fuseren, zoals we dat in Vlaanderen al lang aanmoedigen in het kader van de lokale bestuurskracht? Ja, ook steden en gemeenten hebben een rol te spelen in het veiligheidsbeleid. Denk hierbij maar aan de bestuurlijke handhaving die schielijk afwezig is in de 19 Brusselse gemeenten. Kan één korpschef werken met de sturing van 19 burgemeesters of willen we de aansturing op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest leggen? Wie betaalt en bepaalt dan?

Kortom, er blijven een aantal vragen onbeantwoord. Wat is de goede schaal voor een doeltreffende lokale politiezorg? Misschien eindigen we met drie politiezones, misschien met twee of wie weet, met één. Wat is de Brusselse realiteit inzake politiezorg? Daar werd nog geen afdoend antwoord op geformuleerd.

Zomaar stellen dat een fusie de oplossing is voor de vele veiligheidsproblemen die men in Brussel ondervindt, is op niets gegrond. Het is onze veiligheidsarchitectuur, de wijze van aansturing, financiering en evaluatie die aan een herziening, een herijking (zoals dat men in Nederland noemt) toe is. Indien we niet collectief de moed hebben om het systeem door te lichten en in vraag te stellen, dan zullen we er niet in slagen een antwoord te formuleren op de veiligheidsproblemen die de polarisering, cybercrime en georganiseerde criminaliteit met zich meebrengen.

Jelle Janssens is hoofddocent Criminologische Wetenschappen aan de UGent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content