Vincent Scheltiens
‘In Zuid-Europa tonen sociaaldemocraten aan sp.a hoe het anders kan’
‘Sp.a lijkt het kompas kwijt en klampt zich voortdurend vast aan gidsen van bedenkelijk allooi’, schrijft historicus Vincent Scheltiens (UA). Over de strijd om het sociaaldemocratische leiderschap in Spanje en underdogsocialisme in Europa.
De strijd voor het leiderschap van de Spaanse sociaaldemocratie werd zondag gewonnen door Pedro Sánchez. Hij is de voormalige algemeen-secretaris die door zijn federaal comité werd afgezet toen hij weigerde het rechtsconservatieve minderheidskabinet van de Partido Popular met gedoogsteun op de been te helpen. Nu keert hij via de grote poort terug, zo lijkt het.
In Zuid-Europa tonen sociaaldemocraten aan sp.a hoe het anders kan.
Op zich opent zijn overwinning perspectieven voor de Spaanse, en bij uitbreiding Europese sociaaldemocratie. Maar er zullen hem veel stokken in de wielen gestoken worden.
De kans dat de open oorlog binnen de Spaanse sociaaldemocratie zal voortwoeden is minstens even groot als de kans dat Spanje een soort van ‘Portugees kabinet’ bij elkaar puzzelt.
In de primarias van zondag 21 mei behaalde Sánchez meer dan 74.000 stemmen, goed voor 50,21 procent. Zijn grootste concurrent, de Andalusische minister-president Susana Díaz strandde op een kleine 40 procent en de leider van de Baskische socialisten, Patxi López, moest zich met een 10 procent tevreden stellen.
Aan de hoofdzetel van de partij troepten meteen militanten samen die de Internationale inzetten. Zeker, de overwinning van Sánchez is die van de underdog die door de baronieën werd kaltgestellt en nu zijn revanche krijgt. Hij wist de basis aan te spreken en zo het leiderschap te heroveren. Maar wat nu?
Zijn overwinning is namelijk meteen ook de start van een crisis in de PSOE van Andalucía, het bolwerk van Susana Díaz. Daar werd haar vóór zondag door intimi ingefluisterd dat indien de Madrileen Sánchez in het hol van de leeuw de kaap van de 30 procent zou overschrijden ‘we dood zijn’.
Dat gebeurde zondag dus, waardoor de Andalusische minister-president én secretaris-generaal van haar partij in deze regio vandaag in een gezagscrisis terecht komt.
Dat geldt ook voor de federale Kamerfractie van de PSOE. Fractieleider Antonio Hernando kondigde door de uitslag meteen zijn ontslag aan. Dat was vooral een gebaar, want eerder had Sánchez al laten weten dat indien hij zou winnen, Hernando niet op zijn post zou kunnen blijven. Vanwaar deze vete? Hernando, ex-nummer twee onder Sánchez, stak hem bij zijn afzetting in 2016 mee het mes in de rug. Dat verklaart veel.
De overwinning van Sánchez is die van de u003cemu003eunderdogu003c/emu003e die door de baronieën werd u003cemu003ekaltgestelltu003c/emu003e en nu zijn revanche krijgt.
Maar er speelt nog meer. Alle grote voormalige kopstukken steunden openlijk Susana Díaz. Felipe González, Alfredo Pérez Rubalcaba, José Luis Rodríguez Zapatero wensten haar de zege toe en hoopten zo vooral op de continuïteit van het PP-minderheidskabinet.
Baronieën en invloedrijke oude garde hebben dus in het stof gebeten. Dat kan ook gezegd worden van de massamedia die al meer dan twee jaar alle pogingen om een links kabinet te vormen hekelen als populisme. Zowel Podemos als later Pedro Sánchez werden kop van jut.
Het editoriaal dat El País meteen wijdde aan de overwinning van Sánchez maakt dit meer dan duidelijk. Het dagblad vergelijkt de zege met de brexit, lees: een populistische draai naar de afgrond. Die zege is enkel te verklaren, aldus El País, door een crisis van de representatieve democratie waar populisten allerhande – van Trump, over Podemos tot Sánchez, allen in één adem – garen bij spinnen. De situatie kan enkel verklaard worden door ‘demagogie, halve en hele leugens, en loze beloften’. Dat deze laatste drie ook van toepassing zouden kunnen zijn op het beleid van Rajoy of van de Europese instellingen, komt uiteraard bij El País niet op.
De hamvraag blijft de volgende. Wat heeft Pedro Sánchez uitgevreten om de banbliksems van al deze gevestigde machten te verdienen?
Drie verkiezingen en een machtsvacuüm lang zweerde Sánchez bij de vorming van een ‘progressieve regering’ met PSOE en Ciudadanos als kern (ze hadden een voorakkoord) én met Podemos, om deze laatste snel te verbranden aan een kabinet dat hondstrouw de EU-richtlijnen zou toepassen op het al zwaar aangetaste Spaanse sociale weefsel.
Toen Podemos – niettegenstaande een zware interne discussie – bleef weigeren en bleef zweren bij een ‘linkse regering’ zonder het linksliberaal gepimpte Ciudadanos van Albert Rivera (u weet wel, de mislukte Emmanuel Macron), beslisten de baronnen een PP-minderheidskabinet te steunen.
Sánchez vreesde dat zijn partij hierop zou breken en weigerde: in een regie van Susana Díaz werd hij door naasten als Hernando het mes in de rug geplant.
En toen deed de verongelijkte Pedro Sánchez iets wat een ‘staatsman’ nooit mag doen. Hij verklaarde in een interview dat hij de hele godganse tijd onder druk was gezet door grote economische spelers als de bank Santander, de telecomreus Telefónica en de mediagigant Prisa (waar El País onder ressorteert) om absoluut géén links kabinet met Podemos te vormen (en op zoek te gaan naar gedoogsteun bij gematigde nationalisten). Het was zoiets als het doorbreken van de omertá.
Nu verwijt El País Sánchez dat hij twee grote luchtkastelen nastreeft: een alternatief voor het PP-minderheidskabinet uitdokteren én zijn partij leiden zonder ‘significante territoriale macht’ (lees: de steun van de baronieën). En dat, voegt het dagblad eraan toe, op een moment dat het land met Catalonië een ‘ernstig territoriaal probleem’ het hoofd moet bieden.
Op de koop toe dreigt Sánchez ook binnen de Europese sociaaldemocratie geïsoleerd achter te blijven. Met een links programma in de aanbieding en de intentie om links te verenigen om, net als in Portugal, de neoliberale pensée et pratique unique te doorbreken, dreigen de Europese sociaaldemocraten te doen wat ze met Corbyn en met Hamon deden en doen.
Dezelfde dag dat de basis van de Spaanse PSOE in opstand kwam tegen haar eigen baronieën en het pad effende om een linksere koers te varen, organiseerde de Vlaamse sp.a zijn congres ‘Europa linksaf’. Dat gebeurde echter niet met een hoopvolle blik op de wending die de Spaanse zusterpartij zou kunnen nemen. Ook de quasi door wanhoop gedreven inhaalrace van Jeremy Corbyn, dankzij een links programma dat onder meer de nationalisering van het spoor bepleit, kwam niet écht ter sprake.
In plaats van de moed en durf van deze underdogsocialisten te vermelden, greep John Crombez naar Achiel Van Acker.
Hetzelfde geldt voor de knappe realisaties van het socialistische minderheidskabinet in Portugal van António Costa, gesteund door Links Blok, communisten en ermee verwante ecologisten.
Nee, in plaats van de moed en durf van deze underdogsocialisten te vermelden (ze stellen de mensen vóór de groeicijfers), greep John Crombez naar Achiel Van Acker. Dàt was nog eens een durver die dingen deed waar in 1944 niemand in geloofde: hij stelde de mensen vóór de groeicijfers…
Wat we wel mochten horen is dat de situatie ‘complex’ is. In een gesprek met MO* rolt het woord verschillende keren uit de monden van Yasmine Kherbache en Dirk Van der Maelen. Oh ja, wat een kwalitatief verschil; een cesuur. Want complex, beste mensen, was het vroeger nooit.
Op het sp.a-congres legitimeert dat ‘complexe’ het zichzelf opsluiten in een technocratische dwangbuis. Het wervend aspect – en daar werd de erfenis van de eurocommissaris voor concurrentiezaken Karel Van Miert voor opgeroepen – is dan ‘meer Europa’. Desnoods met een ‘harde kern’ die het écht meent en feller integreert.
Maar in tegenstelling tot wat de titel van het congres laat vermoeden, volgen er geen details over hoe – naast het versterken van buitengrenzen – een hechtere integratie met het Duitsland van Merkel en het Frankrijk van Macron een ‘draai naar links’ kan inhouden. Ik kan me voorstellen dat Bart De Wever Europa eveneens als ‘complex’ beschouwt en een ‘meer geïntegreerd’ Europa rond Duitsland hem ook niet onwelgevallig zal zijn…
Men lijkt dus het kompas kwijt en klampt zich voortdurend vast aan gidsen van bedenkelijk allooi. Maar zie, er is wat hulp in deze donkere tijden. In Zuid-Europa geven ‘vrienden, kameraden, socialisten’ (de aanhef van John Crombez op zijn congres) aan hoe het anders kan (Portugal) of zou moeten kunnen (Sánchez). Voor wie genoeg zegt te hebben van dogmatische en rampzalige privatiseringen, kan men ook het programma van Labour eens inkijken.
Maar bon, het Verenigd Koninkrijk stapt uit de Europese Unie en blijkbaar behoort het ook tot de mogelijkheden dat Zuid-Europeanen binnenkort niet meer tot het Europa van de sp.a behoren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier