Ewald Pironet

‘In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, daalde in de meeste steden en gemeenten het armoederisico’

Ewald Pironet Senior writer

Voor het eerst werden armoedecijfers op gemeentelijk niveau gepubliceerd en die bevestigen de nationale en regionale trend: de armoede daalt.

Volgens de recentste cijfers loopt in ons land 12,3 procent van de bevolking een risico op armoede. Dat wil zeggen dat hun beschikbaar inkomen lager ligt dan de armoededrempel, die 1450 euro bedraagt voor een alleenstaande en 3045 euro voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen. In 2019 bedroeg het armoederisico nog 15 procent. De armoede in ons land is dus gedaald.

Achter dit nationale cijfer gaan grote regionale verschillen schuil. Zo bedroeg het armoederisico in Vlaanderen 7,8, in Wallonië 15,3 en in Brussel 27,7 procent. Maar ook op regionaal niveau zien we een daling, vijf jaar geleden bedroeg het armoederisico nog respectievelijk 9,8 , 18,3 en 31,4 procent.

Nu publiceerde het Belgische statistiekbureau Statbel voor het eerst armoedecijfers op gemeentelijk niveau. België telt 581 gemeenten en in 80 daarvan ligt het armoederisico lager dan 5 procent, in 21 gemeenten hoger dan 20 procent. De gemeenten met het laagste armoederisico liggen allemaal in het Vlaams Gewest: Horebeke (3,2 procent), Zwalm (3,4), Holsbeek (3,5), Oosterzele (3,7) en Hoegaarden (3,7). De gemeenten met het hoogste risico bevinden zich in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Sint-Joost-ten-Node (34,6 procent), Sint-Jans-Molenbeek (32,5), Anderlecht (28,6) en Schaarbeek (27,1). De gemeente Dison (26,9) in het Waals Gewest vervolledigt de top 5 van gemeenten met het hoogste armoederisico.

Kijken we naar enkele grote steden, dan heeft Antwerpen een armoederisico van 18,2 procent, Gent 11,7, Leuven 9,6, Hasselt 7,9 en Brugge 6,3 procent. In Namen is dat 14,9, in Luik 24,8 en in Charleroi 25,9 procent. Overal daalde de armoede.

Statbel gaf ook het mediane inkomen per gemeente (de helft heeft meer inkomen, de helft minder). In Attert, een Luxemburgse gemeente met zo’n 5000 inwoners, ligt dat met 40.126 euro het hoogst, gevolgd door Kraainem (35.642 euro). Het laagste mediane inkomen zit in Sint-Joost-ten-Node met 18.341 euro en dan komt Sint-Jans-Molenbeek (18.533 euro).

Statbel ging ook de inkomensongelijkheid binnen een gemeente na. Sint-Jans-Molenbeek is de gemeente met de laagste inkomensongelijkheid, gevolgd door Sint-Joost-ten-Node. De gemeenten met de laagste inkomensongelijkheid hebben allemaal hoge armoedecijfers en lage inkomens. De hoogste inkomensongelijkheid zit in Attert, gevolgd door Aarlen. Een verband met de armoedecijfers en het inkomen ligt voor de hoge inkomensongelijkheid niet voor de hand, aldus Statbel.

In elk geval bevestigen deze nieuwe data de nationale en regionale trend: in tegenstelling tot wat nog vaak wordt beweerd, daalde ook in de meeste steden en gemeenten het armoederisico.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content