Joke Dillen
‘In het nieuwe asiel- en migratiepact trekken vluchtelingen aan het kortste eind’
‘Waarom roepen we geen categorisch halt toe aan de wijdverspreide en toenemende praktijk van gewelddadige pushbacks waarmee mensen vandaag geconfronteerd worden?’, schrijft Joke Dillen van Caritas International over de impact van het Europese migratieakkoord. ‘Sterker nog, waarom lijken we sluiks precies het omgekeerde te doen?’
Wereldwijd waren er in 2022 bijna 110 miljoen mensen op de vlucht als gevolg van oorlog, geweld, conflicten of natuurrampen. Een duizelingwekkend cijfer. Miljoenen mensen ontvluchtten de oorlog in Oekraïne. Miljoenen werden in Congo ontheemd als gevolg van aanvallen door gewapende groepen. En miljoenen verlieten Venezuela als gevolg van politieke, sociaaleconomische en humanitaire crisissen. In 2022 waren er in de EU iets meer dan 881.000 personen die een eerste verzoek om internationale bescherming indienden. De Syriërs en Afghanen waren nog steeds de twee belangrijkste nationaliteiten die toen zo’n verzoek indienden.
Vluchten en alles achterlaten is vaak geen keuze, maar de enige optie voor een veilige toekomst. Maar om een veilige plek te bereiken, nemen mensen risico’s, en beginnen ze vaak aan een gevaarlijke reis. De tragische schipbreuk van een overvolle vissersboot die op 14 juni voor de kust van Griekenland kapseisde en zonk, is daar het meest recente voorbeeld van.
Meer veilige en reguliere toegangswegen naar bescherming zullen waarschijnlijk niet alle irreguliere migratie stoppen, maar vandaag ontbreken ze quasi volledig voor mensen op de vlucht. Waardoor die levensgevaarlijke tochten nog altijd ondernomen worden. In 2023 zijn er al meer dan 1.000 mensen omgekomen in de Middellandse Zee. Waarom talmen we toch zo lang om meer toegangswegen te garanderen? Toegangswegen zoals hervestiging en humanitaire visa voor mensen die bescherming zoeken. Waarom roepen we geen categorisch halt toe aan de wijdverspreide en toenemende praktijk van gewelddadige pushbacks waarmee mensen vandaag geconfronteerd worden? Sterker nog, waarom lijken we sluiks precies het omgekeerde te doen?
Bijzonder zorgwekkend
De geplande hervorming van het Europese asielstelsel lijkt erop uit om elke toegang te verhinderen en mensen die bescherming nodig hebben in de grenslanden vast te houden terwijl hun beschermingsaanvragen worden behandeld om zo een snelle terugkeer af te dwingen. Maar om dat laatste zo menselijk mogelijk te kunnen organiseren, heb je ook akkoorden met derde landen nodig. En die ontbreken, ook in het pact, waardoor het risico op massale detentie reëel wordt.
(Lees verder hieronder.)
Dit is bijzonder zorgwekkend. Scenario’s van overvolle kampen aan de buitengrenzen van de EU zijn allang niet meer uit de lucht gegrepen, want we kennen ze: zie de mensonterende opvang op de Griekse eilanden. En die praktijk willen we nu ook institutionaliseren?
Via een verkorte procedure aan de buitengrenzen (voor mensen komende uit landen met een lagere beschermingsgraad dan 20%) zou op twaalf weken tijd een onderscheid worden gemaakt tussen “echte” en “onechte” vluchtelingen. Deze korte proceduretijd roept serieuze vragen op, onder andere over de mogelijkheid om een grondige individuele beoordeling van elk verzoek tot internationale bescherming te garanderen. Vandaag duurt zo’n beoordeling maanden, soms jaren – hoe willen we dat nu plots klaarspelen op enkele weken tijd? Die garantie vinden we niet terug in het akkoord.
Wanneer men beslist om de procedures zowel te verstrengen als in te korten, is de nood aan kwalitatieve, juridische vertegenwoordiging des te groter. Ook daar knelt het schoentje. Mensen zullen aan de buitengrenzen van Europa hun asielprocedure doorlopen. Daar hebben ze tijdens hun procedure wel recht op kosteloze informatie over juridische en procedurele aspecten, maar niet per se op rechtsbijstand en vertegenwoordiging. En zelfs wanneer men deze rechten op papier wel heeft, betekent dit zeker niet altijd dat mensen in de praktijk ook toegang hebben tot deze rechten.
Griekenland
In Griekenland was er de voorbije jaren al veel reden tot bezorgdheid op dit vlak. Mensen krijgen moeilijk tot geen toegang tot informatie over hun procedure en hun rechten in een taal die zij machtig zijn. Ze hebben met een zeer beperkt aanbod van advocaten heel moeilijk toegang tot juridische vertegenwoordiging en hebben, wanneer ze zich in een detentiecentrum bevinden, bijna geen enkele kans om dit aan te vechten. Zelfs wanneer je erin zou slagen om een advocaat te vinden die je kan vertegenwoordigen, dan heeft die amper de tijd om je dossier ten gronde voor te bereiden.
Het nieuwe akkoord houdt halsstarrig vast aan praktijken waarvan we weten dat ze dramatische gevolgen hebben voor mensen op de vlucht. Zelfs binnen Europa zien we al hoe moeilijk het is om die rechten, die er op papier wel zijn, in de praktijk te garanderen. Hoe gaan we dit dan aan onze buitengrenzen organiseren? Voor mensen op de vlucht loeren aan de horizon meer gevaren dan garanties.
Europese regeringen moeten hun verantwoordelijkheden volgens de internationale vluchtelingenwetgeving respecteren door te zorgen voor efficiënte asielprocedures en waardige opvang. Het ene vraagt tijd, het andere politieke moed. Politieke moed zoals we die vorig jaar gezien hebben. De tijdelijke beschermingsmaatregel voor Oekraïners heeft ons getoond wat er mogelijk is. We moeten voortbouwen op deze solidariteit, niet alleen door een waardig welkom te blijven garanderen, maar ook toegang tot basisrechten voor alle mensen die bescherming nodig hebben, ongeacht hun land van herkomst.
Joke Dillen is beleidsmedewerker bij Caritas International.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier