
Vandenbroucke wil meldpunt voor verdachte ziektebriefjes: ‘Ik vrees dat de overheid elke arts met een vergrootglas zal bekijken’
In de strijd tegen langdurige ziektes viseert minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) óók de artsen. ‘Een bijkomend meldpunt is geen goed signaal’, zegt professor huisartsgeneeskunde Dirk Devroey (VUB).
Er zijn te veel langdurig zieken in ons land, vindt de regering-De Wever. Daarom wil ze zo veel mogelijk van die ongeveer 500.000 mensen weer aan de slag krijgen. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) neemt een rist maatregelen, en dat voor alle actoren in de keten: van werknemer en ziekenfonds tot werkgever én arts.
Artsen die ‘afwijkend voorschrijfgedrag’ vertonen, staat in het paasakkoord van de federale regering, riskeren boetes. In het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid zullen ze nog ziektebriefjes mogen voorschrijven voor maximaal drie maanden. En er komt een meldpunt waar werkgevers terechtkunnen als ze vermoeden dat ziekteattesten frauduleus zijn.
‘Dat zal ertoe leiden dat een aantal artsen ziekteattesten van kortere duur zullen uitschrijven’, zegt professor huisartsgeneeskunde Dirk Devroey (VUB). ‘Al valt te vrezen dat de patiënt dan misschien sneller hervalt en méér zal kosten aan de ziekteverzekering.’
‘Een arts die zes maanden wil voorschrijven, zal dat nu gewoon in twee keer doen.’
Huisartsenvereniging Domus Medica reageerde alvast ontstemd. De maatregelen lezen als een soort motie van wantrouwen tegenover huisartsen.
Dirk Devroey: Ik begrijp hun ongerustheid. Neem dat meldpunt. Wie fraudeert met ziektebriefjes, pleegt schriftvervalsing. Dat kan dus al gemeld worden bij de politie of het RIZIV. Een bijkomend meldpunt is geen goed signaal. Dat geldt ook voor de boetes. Als er artsen zijn die een aberrant afwijkend voorschrijfgedrag vertonen, dan helpt het al als die arts zich daarvan bewust wordt. Ik ben bang dat de overheid elke arts met een vergrootglas zal bekijken, terwijl meer dan 95 procent consciëntieus zijn werk verricht.
België heeft een ontzettend grote groep langdurig zieken. De arts moet daar toch een rol in spelen?
Devroey: Er zullen vermoedelijk artsen zijn die kwistig omspringen met ziektebriefjes. En daarop mogen zij worden gewezen. Het is goed dat er zicht komt op het voorschrijfgedrag via een digitale databank van ziekteattesten, waarin uitschieters kunnen worden geïdentificeerd. Anderzijds ben ik wel bezorgd dat opnieuw meer gevoelige gegevens van artsen en patiënten in een databank terechtkomen.
Pas op, artsen blijven à la tête du client werken. Dat betekent: in het belang van de patiënt. Er zijn mensen die na een beroerte jarenlang niet kunnen functioneren, terwijl sommigen dat na drie maanden al wel kunnen. Er bestaan natuurlijk richtlijnen die aangeven hoelang je ziek kunt zijn voor een bepaalde aandoening. Maar de arts is vrij om die richtlijnen te negeren, zonder dat hij of zij dat meteen hoeft te motiveren – en gelukkig maar.
Hoe kijkt u naar de maximale termijn van drie maanden voor een ziekteattest?
Devroey: Die grens is arbitrair, maar ik begrijp ze wel. Het is niet slecht om na drie maanden een gesprek te voeren, al was het maar om te kijken hoe het met de patiënt gaat. Of dat ook echt iets zal veranderen aan de werkhervatting, is een andere vraag. Een arts die zes maanden wil voorschrijven, zal dat nu gewoon in twee keer doen.