Walter Pauli

‘Hoe meer gebakken lucht Paul Van Tigchelt verkoopt, hoe hoger hij hoopt te stijgen’

De toenemende overlast aan het Brusselse Zuidstation bewijst dat politie en gerecht goed bezig zijn, verkondigt minister van Justitie Paul Van Tigchelt in de media. Gekker moet het niet worden.

Soms geloof je je oren niet. Bij de zoveelste rist onheilsberichten over Brussel-Zuid liet ook de minister van Justitie de kans niet voorbijgaan om in het VRT-programma Terzake het land en de burgers uitleg te geven over wat hij zal doen om de overlast in te perken.

Nu wil elke minister van Justitie zich natuurlijk graag profileren als een supersheriff, zeker tegenover de kleine en grotere criminelen die de buurt van het Brusselse Zuidstation onveilig maken. De gemiddelde Vlaming vraagt niet liever dan een harde aanpak van al dat erbarmelijke ‘tuig van de richel’ – haast onveranderlijk van buitenlandse origine – waarvoor de modale tv-kijker geen enkele empathie heeft.

Maar in de tv-studio moet Van Tigchelt natuurlijk de kijkers overtuigen met argumenten of, beter nog, een concreet plan. Waarom zou hij wél slagen, daar waar zijn voorgangers hebben gefaald? Terzake-anker Annelies Beck weet ook op welke beeldvorming Van Tigchelt aast en stelt hem een vraag van vier woorden, meer heeft ze niet nodig: ‘Meer mensen? Meer agenten?’ Van Tigchelt, meteen uit zijn hum: ‘Ik word daar zenuwachtig van. Altijd datzelfde riedeltje. Het gaat niet altijd over meer mensen en meer middelen.’

Dat is een vermomde bekentenis: ook Van Tigchelt kan en wil bitter weinig méér doen dan tot nu toe gebeurt. Hij had dus beter weg kunnen blijven uit de tv-studio, maar dat is in dit verkiezingsjaar geen optie. Dus koos de minister voor de creatieve uitleg, de alternatieve waarheid. Juist omdat het gerecht en de federale politie de strijd opvoeren, probeerde de minister, worden de drugsdealers zenuwachtiger dan ooit. Vandaar hun steeds brutalere optreden. Met andere woorden: de stijgende criminaliteit rond Brussel-Zuid is juist het bewijs van het goede werk van de politie en het gerecht. Niet ontevreden met zichzelf besloot Van Tigchelt: ‘Daarom zal het eerst slechter worden voor het beter wordt.’

Applausband

Zo had inderdaad nog niemand het bekeken: dat de straffe tv-reeks Niveau 4 van Eric Goens eigenlijk één lange applausband zou zijn voor het beleid van Van Tigchelt. Het klinkt haast als die beroemde frase van PS-minister Guy Mathot, begin jaren tachtig: ‘Het gat in de begroting is er vanzelf gekomen en zal ook vanzelf weer verdwijnen.’ Donderend applaus volgde voor die redenering, tegelijk totaal ongerijmd en toch zeer geruststellend. In politici als Mathot kon je vertrouwen: de rustige beheerders van onze welvaart, die nooit in paniek schieten en als het moet jaren laat betijen, tot het onvermijdelijke moment dat de burger opdraait voor de factuur. Maar dat wordt meestal pas jaren later duidelijk.

Ongezien: een minister van Justitie die een selectie van ‘bewijsmateriaal’ uit een gerechtelijk dossier doorspeelt aan een derde partij.

In tussentijd is de boodschap: applaus voor Paul Van Tigchelt. En, Antwerpse kijkers, als het even kan: stem straks op die man! Dat is namelijk de eerste opdracht die Van Tigchelt kreeg van zijn partij bij zijn plotse aanstelling als minister en vicepremier: bekend worden. Bij zijn eedaflegging waren er nauwelijks mensen die zijn naam juist konden spellen.

Eigenlijk dacht premier Alexander De Croo (Open VLD) aan advocaat Kris Luyckx als opvolger voor de ontslagnemende Vincent Van Quickenborne. Maar de flamboyante strafpleiter wees het aanbod af. Omdat de A-kandidaat afhaakte, ging de Open VLD-top over naar de B-lijst. Adjunct-kabinetschef Paul Van Tigchelt was ooit een paar jaar directeur geweest van het Coördinatieorgaan van de Dreigingsanalyse (OCAD). Ook een liberaal, ook een jurist, en vooral – want daar ging het eigenlijk om – ook afkomstig uit Antwerpen. Open VLD had meer behoefte aan een nieuwe Antwerpse lijsttrekker dan aan een minister van Justitie die zich zou begraven in wetboeken en omzendbrieven. Van Tigchelt moest zijn jaartje op justitie vooral gebruiken om zich te bewijzen als liberaal kopstuk.

Viespeuk

Van Tigchelts actieterrein is dus niet het Brusselse Justitiepaleis maar de provincie Antwerpen, de belangrijkste kieskring van Vlaanderen. Bij de vorige Kamerverkiezingen in 2019 behaalde de Antwerpse Kamerlijst van de Open VLD amper 9,67 procent, veel minder dan de algemene Vlaamse score van 13,2 procent. Meer dan elders kan de Open VLD er een ‘Pieken Paultje’ gebruiken. Van Tigchelt heeft dus nog werk voor de boeg. Hij is geen mister nobody meer, maar bijlange nog geen BV.

De minister koos voor de creatieve uitleg, de alternatieve waarheid.

Aan naamsbekendheid en populariteit winnen kan niet zonder media-aandacht. En dus moet Van Tigchelt met zijn kop op tv. De snelste weg daartoe is als redacties en journalisten weten dat de minister bereid is om de boodschap straffer te maken dan de werkelijkheid, dat hij zorgt voor quotes en, wie weet, ‘nieuws’, of wat daarvoor kan doorgaan. Bijvoorbeeld door het onvermogen van de Belgische overheid om de criminaliteit rond Brussel-Zuid onder controle te houden voor te stellen als een teken van het feit dat we – excuseer – dat híj de strijd aan het winnen is.

Of door op tv met een uitgestreken gezicht te komen pochten dat hij, Paul Van Tigchelt in persoon, de hiërarchische oversten van de Belgische katholieke kerk heeft uitgelegd hoe ze de paus en het Vaticaan kunnen overtuigen om de gevallen viespeuk Roger Vangheluwe eindelijk zijn bisschopstitel af te pakken. In de nasleep van de VRT-reeks Godvergeten was Vangheluwe in nog nauwere schoentjes komen te zitten, maar juridisch kan het Vaticaan niets meer doen omdat het dossier gesloten is en verjaard. Tenzij er ‘nieuwe feiten’ zouden opduiken.

Nieuwe feiten

Die nieuwe feiten werden live on air door de minister van Justitie zelf aangebracht, als bij toeval in het VRT-programma Villa Politica. Laten we vooral Van Tigchelt zelf aan het woord: ‘Het is wel een feit dat in 2012, tijdens de huiszoeking, de computer van meneer Vangheluwe in beslag is genomen en dat daarop grote hoeveelheden porno zijn teruggevonden. In de contacten die ik nadien nog met de nuntius heb gehad, blijkt dat dit een nieuw element zou zijn. Blijkbaar wisten zij dat nog niet.’

Het is een merkwaardig initiatief: dat er porno was aangetroffen bij Vangheluwe lekte al meer dan tien jaar geleden uit – ook dat het om volwassenenporno gaat, dus om niet-strafbare feiten. Toch hoopt de minister van Justitie op zo’n bestraffing – niet door de Belgische staat, maar door de katholieke kerk: ‘Ik kan verwijzen naar een uitspraak van de paus, die zegt dat de duivel binnenkomt via porno en het priesterlijk hart verzwakt. Het lijkt mij inderdaad niet verzoenbaar met wat een priester behoort te doen.’ Hij voegde eraan toe dat de pauselijke nuntius daarover ook al contact had met het federale parket.

Lak aan regels

Het is ongezien: een minister van Justitie die niet-strafbare feiten uit een gerechtelijk dossier spontaan aanbiedt aan de kerkelijke hiërarchie, en daarmee bovendien het principe van de scheiding tussen kerk en staat negeert – dat geldt namelijk in beide richtingen. Ook ongezien: een minister van Justitie die een selectie van ‘bewijsmateriaal’ uit een gerechtelijk dossier doorspeelt aan een derde partij om ergens in het buitenland de niet-veroordeelde beschuldigde te jennen – hoe onsympathiek en zelfs crimineel die man zich ook heeft gedragen.

Van Tigchelt moet zijn jaartje op justitie vooral gebruiken om zich te bewijzen als liberaal kopstuk.

Het ergste is: Van Tigchelt weet drommels goed dat hij alle regels met de voeten treedt. Hij weet ook dat geen enkele van de vele Vivaldi-partijen en zelfs niemand uit de oppositie hem daarvoor op de vingers zal tikken – liberalen, groenen, socialisten, Vlaams-nationalisten en communisten: ze denken er niet eens aan. Zelfs de CD&V kan zich dat vandaag niet veroorloven. En als het even meevalt, is hij de man die deed wat tot dusver geen rechter, geen bisschop, kardinaal of paus vermocht: Vangheluwe zijn bisschopstitel afpakken. En al die Vlamingen die zeker in het geval van kindermisbruik niet vinden dat de strafwet en de justitiële procedures strikt moeten worden gevolgd, vinden het opperbest wat Paul Van Tigchelt doet.

B-politicus

Toch volstaan zulke ‘successen’ niet. Van Tigchelt moet niet alleen veel stemmen behalen, hij moet vooral (veel) meer stemmen behalen dan alle andere Antwerpse Open VLD’ers op zijn Kamerlijst. Dus handelt hij zoals elke B-politicus die ineens een plaats bezet die eigenlijk een A-politicus toekomt: hij omringt zich door C-politici. Hun verzamelde kwaliteit is dat ze electoraal (nog) niet wegen. Op plaats twee staat ‘de jonge beloftevolle Antwerpse advocate Liselotte Dupont’, aldus de persmededeling van Open VLD. Op plaats drie een zekere Pia Indigne – ‘ze woont samen met haar vriendin in Mechelen, waar ze gemeenteraadslid is en een koffiezaak uitbaat.’ Op vier staat ‘Magalie Verstraelen, Antwerps Open VLD-jongerenvoorzitter. Wie wil weten wat die Jong Open VLD Antwerpen voorstelt, moet vooral naar hun website surfen. Daar staat werkelijk niets op, en wellicht is dat het correcte beeld van hun werking. Tussen 2021 en januari 2024 (dus tot Verstraelen wist dat ze ergens op de Kamerlijst zou staan) verstuurde deze jong-liberale club niet één persmededeling.

Ook nu beperken de activiteiten zich tot hoogstens één vergadering per maand. Na juni is er geen samenkomst meer gepland. Mogelijk heeft de laatste dan het licht uitgedaan.

Dat is tot juni het levenslot van Paul Van Tigchelt: stemmen ronselen – stemmen stemmen stemmen. En dus op tv komen – VRT, VTM, ATV, Kanaal Z, het maakt hem niet uit – en in de sociale media. Hoe meer gebakken lucht hij daar verkoopt, hoe hoger hij hoopt te stijgen. Dat zo het niveau van de politiek evenredig daalt, is helaas een vaste wet in de politieke fysica.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content