Geert Schuermans

‘Hoe het Europees besparingsbeleid het bedje spreidt voor extreemrechts’

Geert Schuermans Auteur van 'De achterblijvers. Hoe de vloer onder de lagere middenklasse wegzakt'

‘Wie kiest voor de besparing die de EU suggereert, breekt ons sociaal model en onze publieke dienstverlening verder af’, schrijft Geert Schuermans. Hij ziet parallellen tussen de Europese begrotingsregels waar vorige week een akkoord rond bereikt werd, en het besparingsbeleid dat de lidstaten opgelegd kregen na de financiële crisis in 2009.


Na een marathonvergadering van 16 uur kwamen de regeringen van de EU-landen en het Europees Parlement vrijdag tot een akkoord over nieuwe begrotingsregels. Volgens deze rigide plannen dreigt ons land in de komende zeven jaar 27 miljard te moeten besparen. Verschillende specialisten waarschuwden al dat Europa zich de verdoemenis in bezuinigt. Zonder geld om te investeren zal er bijvoorbeeld van de klimaattransitie niets in huis komen. Maar wat onderbelicht blijft, is de democratische schade die dit plan zal aanrichten. Het staat in de sterren geschreven dat Europa hiermee het bedje van extreemrechts spreidt.


Wat gaan die mannen voor mij doen?

Voor mijn boek ‘De achterblijvers. Hoe de vloer onder de lagere middenklasse wegzakt’ volgde ik een jaar lang vijf gezinnen met een inkomen dat lager­ is dan gemiddeld. In onze gesprekken hadden we het over de multiculturele samenleving, klimaatverandering en over politiek. Daarbij kon ik niet anders dan vaststellen dat ‘De achterblijvers’ het geloof dat onze verkozenen iets voor hen zullen doen, compleet hebben verloren. Of om het met de woorden van Koen, een zelfstandig klusjesman uit Merksplas, te zeggen: “De blauw, de gruun, de kattelieke … zeg eens eerlijk: wat gaan die mannen voor mij doen? Niks toch! Terwijl zij bezig zijn, blijven mijn rekeningen komen, hoor, dat maakt allemaal niets uit. Voor ons gaat het leven gewoon door.


Wat zegt de wetenschap?

Nu bewijzen vijf verhalen niets. Alleen bevestigt de wetenschappelijke literatuur deze casuïstiek. Onderzoek aan de universiteit van Amsterdam wijst uit dat Kiezers met een hoog inkomen en een hoog opleidingsniveau meer invloed hebben. Ten eerste omdat onze verkozenen hun opvattingen vaker delen. Ten tweede omdat het beleid beter inspeelt op de eisen van met name hoger opgeleide burgers.

Daar komt nog bij dat de opvattingen van de lagere en zelfs de middenonderwijsgroepen helemaal niet rekening in gebracht worden op het ogenblik dat zij afwijken van die van de hoogst opgeleide groepen. In feite lijkt het erop dat beleidsinvloed alleen aan laatstgenoemden wordt verleend. Dit gebeurt niet alleen op culturele thema’s, maar ook op de economische.

(Lees verder onder de preview.)

Politieke atoombom

Een even zorgwekkend als verstrekkend voorbeeld van zo’n beleid zijn de nieuwe begrotingsregels die Europa deze week, haast sluiks, goedkeurde. Professor openbare financiën Herman Matthijs noemde deze zogenaamde Ghent Guidelines al een ‘politieke atoombom’ omdat ze ons land de komende zeven jaar opzadelen met een besparingsoefening van 27 miljard euro. Om de zaken in perspectief te plaatsen: het totale Belgische budget voor werkloosheidsuitkeringen bedraagt slechts 6 miljard euro.

De Europese Unie heeft blijkbaar niets geleerd van het meedogenloze besparingsbeleid dat zij haar lidstaten oplegde na de financiële crisis in 2009. Bijna iedereen is het er vandaag over eens dat dit niet alleen ethisch verwerpelijke politiek was, maar ook desastreus economisch beleid. En toch liggen er vandaag opnieuw draconische regels op tafel.

Op een moment waarop De Lijn kapot wordt bezuinigd, of het bijna onmogelijk is geworden om nog fysieke hulp te krijgen bij het betalen van belastingen, zijn investeringen nodig. Daarom is het onbegrijpelijk dat deze politieke keuzes leiden tot een nog verdere afbraak van ons sociaal bestel en onze publieke dienstverlening. Soms lijkt het alsof de goedbetaalde, hoogopgeleide elite onze democratie moedwillig richting de afgrond manoeuvreert.


Een woede die zichzelf niet begrijpt

Nu zou je kunnen denken: ‘als mensen boos zijn omdat er aan hun sociale rechten gemorreld wordt, gaan ze stemmen op partijen die deze rechten verdedigen.’ Alleen is dat niet zo. Kiezers stemmen in deze gevallen veel vaker op extreemrechts. Hun boosheid is ongericht. Collega EPO-auteur Dominique Willaert formuleert het mooi als hij stelt dat hier om een woede gaat die zichzelf niet begrijpt.

Ook in mijn gesprekken voor ‘De achterblijvers’ zag ik die boosheid. Linkse partijen en vakbonden kregen ervan langs, maar vooral mensen met een andere etnisch-religieuze achtergrond. Op een zeldzame uitzondering na, hoorde ik deze racistische uitspraken steeds op dezelfde ogenblikken, namelijk wanneer mijn gesprekspartners op een onderwerp kwamen waarbij zij het gevoel hadden achtergesteld te worden ten opzichte van nieuwkomers. Typerend daarvoor was Sofie, medisch-assistente uit Denderleeuw: “Er worden heel wat huizen opzij gehouden voor de vreemden die hier op de een of andere manier binnen zijn geraakt. Voor onze eigen mensen, voor onze kinderen is er godverdomme niets, zelfs geen noodopvang.”


Concurrentie aan de onderkant

Het gevoel van concurrentie aan de onderkant is enorm en zal door de nieuwe Europese besparingsregels nog groter worden. Maar hoe komt het dat extreemrechts hiervan profiteert en niet de partijen die de belangen van deze mensen wel verdedigen? Internationaal onderzoek, met als case het Italië van Giorgia Meloni, laat zien wat er gebeurt als overheden besparen op publieke dienstverlening, zoals de vuilnisophaal, loketten van stadsdiensten en bibliotheken. Het gevolg is dat kiezers naar extreemrechtse partijen opschuiven, zelfs wanneer het die partijen zijn die tot de besparingen in kwestie zijn overgegaan.

De oorzaak is het verhaal waarmee extreemrechts zich presenteert. Veel vaker dan 10 jaar geleden hanteren ze een sociaal discours. Ze zeggen dat ze de publieke voorzieningen wél recht willen houden. Alleen beweren ze dat dit jammer genoeg niet mogelijk is omdat het teveel kost. En waarom kost het teveel? Omdat er teveel buitenlanders zijn die er teveel beroep op doen. En dat gaat natuurlijk ten koste van de autochtone burgers. Zij zijn het slachtoffer van die buitenlanders. Als we dus iets aan die buitenlanders doen, komt het straks wel goed met jullie publieke dienstverlening.

(Lees verder onder de preview.)


Het geld is niet op, het is gaan lopen

Extreemrechts slaagt er dus in om economische zorgen te culturaliseren. Dat betekent dat andere partijen enkel van hen kunnen winnen als ze de problemen gaan herdefiniëren, en kiezers opnieuw uitleggen hoe de wereld wel in elkaar zit. Dat is – toegegeven – moeilijker dan extreemrechts domweg achterna te hollen, zoals sommige flinkse partijen vandaag doen.

Maar op korte termijn is het zaak om de nieuwe Europese begrotingsregels van tafel te krijgen. Uiteraard zullen de usual suspects wel weer beweren dat er geen alternatief is. Dat we de tering naar de nering moeten zetten. Het is in sommige kringen nog steeds bon ton ommaatschappelijke en democratische kosten niet in rekening te brengen. Maar ook zuiver economisch gesproken zijn er nochtans betere opties dan onze verzorgingsstaat af te breken. Laten we dat illustreren met één cijfer. Op 16 oktober 2021 schreef onderzoeksjournalist Lars Bové een stuk over hoeveel geld er jaarlijks uit België op legale wijze naar belastingparadijzen stroomt. Hij baseerde zich op cijfers die CD&V-Kamerlid Steven Matheï opvroeg bij minister van Financiën Vincent Van Peteghem. Het bleek om maar liefst 266 miljard euro te gaan. Het geld is niet op. Het is gaan lopen.

Laten we dus serieus blijven: wie beweert bekommerd te zijn om de woede in onze samenleving en het effect op onze democratie, moet zoeken naar andere manieren om de publieke financiën gezond te krijgen dan de plannen die nu voorliggen. Wie kiest voor de besparing die de EU suggereert, breekt ons sociaal model en onze publieke dienstverlening verder af. Dan moet je achteraf niet komen klagen over de opkomst van extreemrechts.

Geert Schuermans (1977) is socioloog en auteur van ‘De achterblijvers. Hoe de vloer onder de lagere middenklasse wegzakt’ (Uitgeverij Epo, 2021).


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content