Hoe Conner Rousseau zijn eigen partij Vooruit in een diepe crisis heeft gestort
Conner Rousseau is niet langer voorzitter van Vooruit. De Vlaamse socialisten likken hun wonden: binnen zeven maanden staan de verkiezingen voor de deur.
Nadat nog maar eens onwelvoeglijke uitspraken van Conner Rousseau waren uitgelekt in de media, was zijn positie onhoudbaar geworden. Vrijdag in de vroege vooravond kwam het partijbureau samen. Rousseau diende er zijn ontslag in en bood zijn verontschuldigingen aan: ‘Ik heb het beste van mezelf gegeven, maar ik heb een fout gemaakt.’ Interim-voorzitter wordt federaal fractieleidster Melissa Depraetere.
‘Een heksenjacht’, was tot voor kort de beoordeling van Vooruit na steeds weer nieuwe ‘lekken’ uit zijn dossier. Het is een feit dat Rousseau om diverse redenen bij verschillende media op weinig tot helemaal geen krediet meer kon rekenen. Maar de grond van deze affaire is vrij eenvoudig: de schuld ligt bij hemzelf. Het begint met het uitspreken van wat nooit gezegd had mogen worden, en het eindigt met steeds vertwijfelder vluchten in allerlei vormen van ‘geen commentaar’.
Steun van oude garde
Uiteindelijk was de druk te hoog geworden. Commentatoren begonnen om zijn ontslag te vragen. Op sociale media was de voorzitter alom aanwezig, en nooit positief: als probleemgeval, als risee, als schande van links, als erger dan het Vlaams Belang, als volbloed racist vooral.
Toch vonden niet alle Vlaamse socialisten dat zijn situatie onhoudbaar was geworden. Met name de oude garde – dan vallen de namen van Louis Tobback en Willy Claes – vond in discussies voorafgaand aan het partijbureau dat Rousseau geen krimp moest geven. Dat was aanvankelijk ook de lijn van de partij – ‘wij hebben hierover geen nieuw commentaar te geven’ – maar dat bleek onhoudbaar.
Wat ongetwijfeld mee heeft gespeeld: het bestaan van een nieuwe interne peiling.
Rousseau zelf kon uiteindelijk niet meer op tegen de druk. Hij had zich al eens laten ontvallen: ‘Als men mij een pedofiel noemt (zie verder), stop ik er meteen mee.’ Na pedo is racist wellicht de ergste beschuldiging waarmee een progressieve politicus verder door het leven moet. Wat ongetwijfeld mee heeft gespeeld: het bestaan van een nieuwe interne peiling. Daarin duikelt Vooruit van 17 naar 13 procent. Die val valt zo goed als exclusief toe te schrijven aan Conner Rousseau zelf. De voorzitter trekt zijn conclusies. Maar in de persconferentie waarop hij zijn ontslag aankondigt, blijft hij het hebben over ‘een heksenjacht’, en ‘gedoe over mijn persoon’.
Bij de Vlaamse verkiezingen van 9 juni 2024 blijft Rousseau wel nog de lijsttrekker in Oost-Vlaanderen. Als nieuwe voorzitter viel eerst de naam van de Gentse ex-minister Freya Van den Bossche, die volgend jaar in Oost-Vlaanderen de socialistische lijsttrekker is voor de Kamer. Uiteindelijk leek de West-Vlaamse Melissa Depraetere de eerste keuze. Depraetere is jonger en minder bekend dan Van den Bossche. Ze was de voorbije dagen een van de weinige Vooruit-politici die de camera’s en journalisten heeft getrotseerd als er weer eens gevraagd werd naar de rol van de voorzitter. Daarbij viel ze Rousseau nooit af.
Maar een beslissing is nog niet genomen. Als de eigen peiling klopt, moet een nieuwe voorzitter dus beginnen met een score van 13 procent. Het is geen sinecure om zo’n radicale val alsnog om te buigen. Afremmen is soms al een half succes.
Witte sloefkes
Politiek is geen stiel voor koorknapen, en ook de zeer jonge Rousseau (hij werd voorzitter op zijn 27ste) werden weinig wittebroodsweken gegund. Bij zijn eerste bezoek aan de koning was er alom honende kritiek op zijn ‘witte sloefkes’. Maar Rousseau liet het niet aan zijn hart komen, en binnen de kortste keren was Conner een merknaam.
Hij zette een klassieke sociaaldemocratische koers uit voor zijn partij, maar dan in een hip jasje, met het oog op jonge kiezers en gewone mensen. De boodschap sloeg aan, zijn mediaoptredens (bijvoorbeeld in The Masked Singer) werden gewantrouwd in de Wetstraat maar blijkbaar wel gesmaakt in tal van Vlaamse huiskamers. In de peilingen ging Vooruit – zo herdoopte hij de SP.A – vooruit.
Rousseau toonde zelfs aanleg voor staatsmanschap. Toen de regeringsvorming in de zomer van 2019 nog niet rond was, bleek het mateke ineens de initiatiefnemer van een scenario voor een noodregering. N-VA-voorzitter Bart De Wever en zijn PS-collega Paul Magnette bereikten zelfs een onderling akkoord, maar uiteindelijk waagde Magnette de sprong niet onder druk van de Brusselse PS.
Toen dan toch de Vivaldi-regering gevormd werd, in volle covid-storm, pakte Rousseau uit met de meest opmerkelijke ministeriële benoeming in jaren. Met de hem geheel eigen slogan ‘He’s back bitches’ haalde hij Frank Vandenbroucke terug als vicepremier en minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken: met één zet hervond Vooruit het respectabele logo van ‘beleidspartij’. De peilingen werden haast elke keer positiever. Zelfs in die zin dat Vooruit afgetekend de derde partij van Vlaanderen werd, na het VB en de N-VA maar ver voor het peloton. Nogmaals: in de peilingen. De verkiezingen staan ingepland voor juni en oktober 2024.
Hardvochtig
Niemand loopt een perfect parcours, ook Rousseau niet. Hij kreeg bakken kritiek toen hij in Humo verklaarde dat hij zich in Molenbeek ‘niet in België’ voelde. Hij stelde zich ook hardvochtig op tegen niet-arbeidsactieve moeders. Inzake immigratie richtte hij zich op het strenge Deense model.
Hoe meer kritiek hij kreeg van allerlei progressieve organisaties en partijen als Groen (waarmee hij de meeste banden verbrak) en de PVDA, hoe duidelijker het werd dat met name de N-VA wel gecharmeerd werd door zijn opstelling en zijn rol. In tv-debatten konden Bart De Wever en Conner Rousseau het moeilijk verbergen dat ze beiden bereid waren om in 2024 te onderhandelen over de vorming van een onuitgegeven Grote Coalitie, die gebouwd zou worden rond een as van socialisten en Vlaams-nationalisten, en dat zowel op Vlaams als federaal niveau.
Een mogelijk premierschap wenkte. En toen begon het gerommel.
De Wever zou eindelijk vooruit kunnen gaan in de ‘hervorming’/ontmanteling van de Belgische staat, de Franstaligen zouden hun financiën veiliger kunnen stellen en Rousseau zou zich hebben geprofileerd als fixer par excellence, de redder van het land en van zijn partij. Een mogelijk premierschap wenkte.
En toen begon het gerommel. In het voorjaar van 2023 werd er steeds openlijker gevist naar zijn seksuele geaardheid – een niet onknappe man zonder lief, héhé. De druk om zich te outen werd steeds reëler, luider, soms op het impertinente af. Tegelijk deden journalisten van DPG Media – meer bepaald van VTM en Het Laatste Nieuws – onderzoek naar vermeend seksueel misbruik door Rousseau. Daarbij werden actief pogingen gedaan om het gerecht in te schakelen. Wat ook gebeurde. Uiteindelijk zouden drie parketten – West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen – driemaal onderzoek voeren naar Rousseau. Alle drie de zaken werden geseponeerd.
(lees verder onder de preview)
In een poging om aanzwellende geruchten de kop in te drukken had Rousseau zich bij tv-maker Eric Goens in een filmpje geout: ‘Ik weet niet wat ik ben. Ik val minstens op de twee.’
Over de strafzaken werd niet gerept. In allerlei media vonden journalisten het hun taak om dat wel te doen, Rousseau had in zijn filmpje immers niet ‘alles’ gezegd. Dat zette veel kwaad bloed. Dat er bovendien een (lage) fee gevraagd werd aan de redacties om de beelden online te mogen zetten, joeg de temperatuur nog meer de hoogte in.
Rousseau zei nadien loud and clear dat hij ‘met twee journalisten’ (van DPG-media) nooit meer zou spreken. Politicus en partij versus een bonte verzameling van media: het is zelden een gelijke strijd.
’t Hemelrijk
Vooral omdat Conner Rousseau de zaken zelf helemaal uit de hand liet lopen, zonder dat iemand anders bij Vooruit er iets van wist. Om zes uur ’s ochtends, in de nacht van vrijdag 1 op zaterdag 2 september, ontstaat er eerst in en nadien buiten Café ‘t Hemelrijk op de Grote Markt van Sint-Niklaas een woordenwisseling tussen Rousseau en een aantal agenten. Rousseau zou agenten onder meer toegeworpen hebben dat ze beter meer zouden optreden tegen dealers in de wijk waar zijn oma woont, en daarbij in grove bewoordingen hebben uitgehaald naar de media.
Maar Sint-Niklaas is Brussel niet, dacht hij, wie zou kunnen weten wat er toen is gebeurd? Of toch niet? Rousseau krijgt alarmerend nieuws van zijn moeder Christel Geerts, ex-burgemeester van Sint-Niklaas. Zij heeft vernomen dat de bodycams van de agenten beelden hebben gemaakt van het incident. Meteen belt Rousseau – bij herhaling – naar burgemeester Lieven Dehandschutter (N-VA) en poliekorpschef Jo De Geest. Hij zou niet graag hebben dat de beelden naar buiten zouden komen. ‘Dat zou toch een serieuze inbreuk zijn op de privacy.’ De commissaris verzekert hem ‘dat er melding van gemaakt is in het nachtrapport’, dat er ‘geen pv’ is opgemaakt en dat ‘de beelden niet zijn weggeschreven’.
Pas sinds de voorbije dagen valt te begrijpen waarom Rousseau zó zenuwachtig was – zelfs als hij zich nog maar de helft herinnerde van wat hij in dronken toestand had gezegd, ging dat véél te ver. In plaats van zich te verontschuldigen en zo weinig mogelijk belastbaar materiaal achter te houden – dat komt toch altijd uit, en vrijwel zeker op het meest vervelende moment – koos hij vanaf dat eerste weekend voor de tegengestelde strategie: alles de doofpot in, en die pot diep begraven ook.
De waarheid verdoezelen
Die strategie kon hij welgeteld twintig dagen volhouden. Toen verscheen het nieuws van het incident op hln.be – niet toevallig de site van DPG. Anders dan Rousseau dacht, was de zaak niet blauwblauw gelaten. De gerechtelijke politie van Oost-Vlaanderen had zelfs al een vooronderzoek opgestart.
De reactie van Rousseau? Vergoelijken. Hij geeft toe dat hij ‘dronken’ was, maar herinnert zich geen woord meer van wat juist is gezegd. Behalve dat de sfeer ‘eerder grappend en vriendschappelijk’ was. Er werden zelfs schouderklopjes uitgewisseld. Veelzeggend detail: hln.be bracht het bericht enkele uren voordat Vooruit en Rousseau zelf zouden uitpakken met een zelden gezien mediaoffensief, waarbij alle media tegelijk een lang interview met de voorzitter op hetzelfde uur zouden vrijgeven. Het was geen schot voor de boeg, het was perfect gemikt afweergeschut.
Rousseau en zijn raadgevers hadden zich moeten realiseren dat ze zich niet de kleinste fout zouden kunnen veroorloven. En de eerste regel in crisiscommunicatie is altijd: ‘Spreek de waarheid en de volledige waarheid.’ Dan kun je niet door eigen leugens of eigen verdoezelingen ingehaald worden.
Rousseau deed het tegengestelde. Was het zijn onervarenheid of zijn ego dat de bovenhand haalde op gezond verstand? Was er niemand die hem kon of wilde overhalen van het tegendeel? Heeft hij zijn eigen staf om de tuin geleid door zijn eigen uitspraken te minimaliseren?
Er is één excuus om op dat moment nog niet het achterste van zijn tong te laten zien: hij verneemt pas het bestaan van een pv, hij weet nog niet welke woorden hem daarin in de mond worden gelegd, dus hij wil dat eerst afwachten. Rousseau wacht vol ongeduld op een verhoor dat er niet komt.
Koud gepakt
In plaats daarvan komt er nog slecht nieuws. Welgeteld een week na de primeur van hln.be, op donderdagavond 20 september nemen DPG-media Het Laatste Nieuws en VTM opnieuw contact op. Zij beschikken wel over het pv. Rousseau is koud gepakt.
Het maakt hem razend. In allerijl vragen zijn advocaten in een procedure van eenzijdig verzoekschrift een dwangsom van 1000 euro per uur voor elke uitzending en publicatie waarin geciteerd zou worden uit het pv. De rechtbank van Dendermonde geeft hen gelijk. De journalistieke wereld beschouwt het als een oorlogsverklaring van een toppoliticus aan de journalistiek: in dit land verbiedt de grondwet voorafgaande censuur.
De socialisten sluiten de rangen rond de voorzitter. Vicepremier Frank Vandenbroucke wijst erop dat ‘de censuur’ (dixit de verzamelde grondwetspecialisten) er maar kwam omdat een onafhankelijke rechter dat zo had bepaald. VTM en Het Laatste Nieuws tekenen derdenverzet aan. Intussen heeft advocate Christine Mussche de zaken alleen maar erger gemaakt voor haar cliënt door te verklaren dat ‘hooggeplaatste personen’ Conner verzekerd hadden dat er niets zou komen van de zaak. En kijk nu eens.
Rousseaus imago keldert: hij is geen flapuit meer, geen jeune premier, maar een nijdige, haast narcistische figuur. Fouten toegeven, onbevangen ‘in ’t eigen hert kijken’, is duidelijk niet zijn sterkste kant. Dat hij een vuile opmerking had gemaakt over de Roma? Geef dat dan eerlijk toe, ga diep door het stof en maak er zo’n stennis niet van, was stilaan de teneur.
(lees verder onder de preview)
Uiteindelijk wordt Rousseau ondervraagd door de gerechtelijke politie, krijgt hij beelden te zien en zijn eigen woorden te horen. Die avond belegt hij een persconferentie. Om een of andere reden vindt hij het gepast dat in Café ‘t Hemelrijck te doen, alsof een of andere knipoog nodig was. Achteraf wordt gezegd dat Rousseau denkt dat dit het juiste moment is om zijn campagne voor het burgemeesterschap van Sint-Niklaas af te trappen – de meeste ‘gewone mensen’ denken toch zoals hij?’
Het Laatste Nieuws brengt volgend verslag: Vooruit-voorzitter Conner Rousseau heeft zich geëxcuseerd voor de racistische uitspraken die hij begin september deed: ‘Ik ben geschrokken van mezelf. Het was fout en daarvoor wil ik me oprecht excuseren.’ Hij geeft toe dat hij in dronken toestand ‘beledigende uitspraken heeft gedaan’, meer bepaald ‘over de Roma-gemeenschap’.
Verder bleef hij vooral op de vlakte. Toen journalisten hem concrete uitspraken voorlegden die hij zou hebben gedaan, ontweek hij die telkens. ‘Dat zijn zaken die ik nooit in een nuchtere toestand zou zeggen, dus ik ga die hier ook niet in een nuchtere toestand herhalen.’
Maar Rousseau gaf wel toe, zonder letterlijk te citeren, dat hij de politie heeft aangespoord om hun wapenstok te gebruiken tegen mensen uit de Roma-gemeenschap, om op die manier respect bij hen af te dwingen. Rousseau zei nog: ‘Het is duidelijk op de beelden te zien dat het zatte zever was. Maar ik neem afstand van die quote omdat het mijlenver af staat van wie ik ben.’ Het Laatste Nieuws voegde eraan toe: ‘Dat hij iets gezegd zou hebben over “bruine mensen” kan hij zich naar eigen zeggen niet herinneren. Het zou ook niet op de beelden van de bodycams te zien zijn.’
Achteraf gezien zijn het juist een paar kleine zinnetjes die toen niet of amper zijn opgevallen, die wellicht nuttig zijn om het echte verhaal te begrijpen: ‘Dat zijn zaken die ik nooit in een nuchtere toestand zou zeggen, dus ik ga die hier ook niet in een nuchtere toestand herhalen.’ En, last but not least: ‘Het zou ook niet op de beelden van de bodycams te zien zijn.’ Geen beelden, geen bewijs, en dus geen nood aan volstrekte eerlijkheid – ‘we gaan ons geen problemen op de hals halen die zich nooit zullen stellen’: dat was duidelijk de verdedigingslijn.
‘Die Roma, gewoon op slaan’
En zoals dat zo vaak gaat: partijen graven zich in, het conflict wordt steeds harder uitgevochten, voor je het weet zit je in een gevecht op leven en dood. Het is Rousseau overkomen. Hij zocht contact met de Roma van Sint-Niklaas, en excuseerde zich andermaal. Enkele plooien leken glad(der) gestreken, maar niet allemaal, want een Roma-organisatie uit Brussel en later een uit Gent zouden toch nog een klacht indienen.
Toch dacht Vooruit gewonnen te hebben, zeker toen de rechter ten gronde de uitspraak op eenzijdig verzoekschrift bevestigde. De politicus had de media definitief op hun plaats gezet, was in eigen kring de consensus. Dat Het Laatste Nieuws en VTM hun gelijk maar probeerden te halen in beroep: de eerste en tweede slag had Vooruit gewonnen, het probleem was voor een hele tijd van de kaart.
Zou het?
Wanneer oude vos Louis Tobback in Het Laatste Nieuws Rousseau te hulp schiet, doet hij dat met de boutade: ‘Zijn we in ons diepste binnenste niet allemaal een beetje racist?’ Niet alleen op Twitter en Facebook, maar ook in allerlei opiniestukken en journalistieke commentaren wordt dat hertaald tot ‘de banalisering van het racisme’ in brede lagen van Vooruit.
Op woensdag 15 november kantelt alles. Eerst is er verbazing wanneer blijkt dat het Oost-Vlaamse parket de feiten inderdaad heeft gekwalificeerd als een mogelijke inbreuk op de racismewetgeving, maar desondanks toch beslist om een bemiddeling voor te stellen. In het kader daarvan zal Rousseau onder meer een therapie moeten volgen, gesprekken aangaan met de Roma-gemeenschap, en een verplicht bezoek brengen aan Kazerne Dossin in Mechelen. Daar zijn in de Tweede Wereldoorlog de Belgische konvooien naar de concentratiekampen vertrokken.
Rousseau krijgt de tijd niet om erop in te gaan. Een uur later al publiceert Het Nieuwsblad verbatim wat Rousseau ’t Hemelrijk heeft gezegd. Eindelijk. Het gerecht bevestigt dat de woorden in de krant een correcte weergave zijn van wat Rousseau de bewuste ochtend in september heeft staan oreren.
Niemand vraagt nog om de beelden op de bodycam opnieuw te bekijken. Ook bij Vooruit weet men niet meer hoe te riposteren. Want wat er in de krant staat, is meer dan dubbel zo rauw als iedereen had durven te denken – Rousseau zelf heeft het natuurlijk altijd wel geweten. Precies daarom had hij die woorden niet willen herhalen.
Want dan zou hij dit opnieuw hebben moeten uitspreken: ‘Mijn appartementsblok is racistisch, en ik snap ze wel. We moeten eerlijk zijn: het zijn altijd die bruin mannen. Van mij moogt ge die veel harder aanpakken. Ge moet veel meer uw matrak gebruiken. Ik kan dat bruin gespuis niet allemaal buitenzetten.’ En: ‘Die Roma of andere zigeuners staan hier elke fucking dag met hun matras of frietketel aan de glasbol. Echt waar, die Roma, gewoon op slaan. Daar kunde geen fucking kloten mee doen hé, met die gasten.’ Tegen een punker met hanenkam: ‘Het is geen zicht. Gebruik jullie matrak om die lelijke dikzak op zijn bakkes te slaan.’
Het zou inderdaad pijnlijk en beschamend zijn om die eigen woorden te moeten herhalen. Maar zijn excuses zouden zo veel oprechter hebben geklonken, en ongetwijfeld ook zijn geweest. Tja.
Politiek is inderdaad keihard, er is weinig genade voor wie in de fout gaat. Maar misschien is dat mechanisme ook ergens eerlijk, en zelfreinigend. Vandaar dat Conner Rousseau de eer aan zichzelf houdt en ontslag heeft genomen. Er was geen andere optie meer.
Rousseau heeft de volgende maanden alle tijd om de Roma recht in de ogen te kijken, zijn therapie te volgen en de confrontatie aan te gaan met wat hem getoond en gezegd wordt in Kazerne Dossin. Alvast voor hemzelf wordt dat hopelijk helend en genezend.
- Conner Rousseau
- Melissa Depraetere
- Vlaams Belang
- Louis Tobback
- Willy Claes
- Freya Van den Bossche
- Kamer
- SP.A
- Bart De Wever
- Paul Magnette
- PS
- Frank Vandenbroucke
- N-VA
- Groen
- PVDA
- DPG Media
- VTM
- Het Laatste Nieuws
- Eric Goens
- Christel Geerts
- Lieven Dehandschutter
- Jo De Geest
- Christine Mussche
- Tweede Wereldoorlog
- Het Nieuwsblad
- Christine Mussche
- An-Sofie Raes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier