Bijgedachte | Politiek

‘Het uitgangspunt van Het Conclaaf is volstrekt oninteressant’

Tom Van Grieken (Vlaams Belang) roert in de potten. © VTM
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Knack-redacteur Tex Van berlaer zag in Het Conclaaf een grappige Bart De Wever (N-VA) en een getormenteerde Tom Van Grieken (Vlaams Belang). ‘Toch draagt het programma bij aan een kwalijke evolutie.’

Hoelang het geleden was dat Bart De Wever (N-VA) met Sammy Mahdi (CD&V) had gesproken? De vraag wordt buiten beeld gesteld door tv-maker Eric Goens. ‘Niet lang genoeg’, antwoordde De Wever met een zowaar aanstekelijke lach. Het was een van de momenten in Het Conclaaf waarop ik een glimlach niet kon onderdrukken.

Toegegeven, ook bij de andere keren was de hoofdrol weggelegd voor De Wever. Het sarcasme waarmee de N-VA-voorzitter de plannen van Van Grieken over het einde van België behandelt (‘Dat is briljant, dat ik daar nooit eerder ben opgekomen’) geeft goede televisie.

Nog een gedenkwaardig momentje: de scène waarin een getormenteerde Van Grieken in een een-op-eengesprek met Goens zijn frustratie uit over het opzet (‘een poppenkast’).

Het kan mij weinig schelen of Bart De Wever, Tom Van Grieken en Conner Rousseau al dan niet het gasfornuis aan de praat krijgen.

In de eerste aflevering van het VTM-programma Het Conclaaf staat Van Grieken dan ook tegenover Bart De Wever en Conner Rousseau (Vooruit), twee gehaaide concurrenten die ondanks hun leeftijdsverschil perfect weten hoe ze met de camera moeten omgaan. De Wever kent al ruim 20 jaar het klappen van de zweep, Rousseau is minstens evenveel BV als politicus. De Vlaams Belang-voorzitter voelt zich duidelijk meer in zijn sas voor de camera’s van Vlaams Belang TV en die van zijn smartphone.

In tegenstelling tot wat werd gevreesd, laat het programma genoeg ruimte voor inhoud. De Chinese avontuurtjes van Filip Dewinter (Vlaams Belang), en vooral de beenharde aanval van De Wever daarop, zijn interessant. Ook een mini-analyse over Vivaldi passeert de revue. Wel blijft de discussie voorlopig steken op het niveau van de strategie en de poppetjes, en gaat het minder over concrete beleidsmaatregelen.

De handicap van Het Conclaaf is dat de draaidagen gepland stonden vóór belangrijke momenten, zoals de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s door het Federaal Planbureau of andere sleutelmomenten voor de campagne – voor zover die al is losgebarsten. Zo komt het dat we meer dan tien minuten verspelen aan de zoveelste overpeinzing van Rousseau over de maanden na zijn onverkwikkelijke nacht in café ’t Hemelrijk.

Hoe Vlaams Belang de blauwdruk maakt voor een cultuuroorlog

Disneyland

Maar al bij al geeft het programma te weinig voldoening. Dat komt wellicht door de insteek van Het Conclaaf. In het gesprek met Van Grieken beschrijft Goens die als volgt: ‘Kunnen politici als normale mensen met elkaar omgaan? Het antwoord na vanavond is voorlopig volmondig nee, en dat vind ik zonde. Omdat je over alle ideologische verschillen heen misschien wel een modus vivendi moet vinden.’

Dat uitgangspunt is volstrekt oninteressant. Niemand zal ontkennen dat persoonlijke relaties een rol spelen in de politiek. Dat De Wever jarenlang weigerde te praten met Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert had een negatief effect op de slagkracht van de Vlaamse regering-Jambon, waar beide partijen deel van uitmaken. Hetzelfde kan gezegd worden van de dramatische relatie tussen De Wever – opnieuw hij – en CD&V-voorzitter Sammy Mahdi, die in de volgende aflevering zijn opwachting maakt.

Maar is het ‘zonde’ dat politici niet als ‘normale mensen’ met elkaar kunnen omgaan? Het kan mij weinig schelen of De Wever, Van Grieken en Rousseau al dan niet het gasfornuis aan de praat krijgen. Waarom zou het erg zijn dat De Wever en Van Grieken, bittere politieke concurrenten, keihard clashen? Had Eric Goens verwacht dat ze gezellig samen een potje zouden scrabbelen?

Met camera’s tot in de slaapkamers toe kun je niet verwachten dat politici zich voordoen als ‘normale mensen’.

Precies door dat uitgangspunt draagt Het Conclaaf bij aan een kwalijke evolutie: die van de personalisering van de politiek. Die is al decennia bezig, ik ben mijn gezaag erover ondertussen zelf beu. Maar politiek draait om ideeën, belangen en context. Van die recepten moeten politici chocola maken. Hoe die mensen zich gedragen wanneer ze bolognaisesaus kopen in de boulangerie, hoe zij zich kleden of met welke meerderjarigen zij naar bed gaan, is naast de kwestie.

Dat betekent niet dat alle tv-formats die buiten het klassieke politieke debat treden per se slecht zijn. Jambers in de politiek, de reeksen van tv-icoon Paul Jambers, vertrekken ook vanuit een persoonlijke insteek. Maar daar zien we politici rondlopen in de ‘echte wereld’, hoezeer die ook geboetseerd wordt in de framing en montage achteraf. Tom Van Grieken heeft gelijk: het kasteel van Jemeppe, dat dienstdoet als decor in Het Conclaaf, is een poppenkast, even nep als het kasteel van Disneyland Parijs. Zeker met camera’s tot in de slaapkamers toe kun je niet verwachten dat politici wier professionele voortbestaan afhangt van 9 juni zich voordoen als ‘normale mensen’.

Heeft de politiek nood aan iemand als Conner Rousseau?

Partner Content