Stephanie D'Hose (Open VLD)
‘Het moet schrikken zijn om plots voor de helft omringd te zijn door vrouwen in het parlement’
‘De politieke cultuur is niet even snel mee geëvolueerd als de aanwezigheid van vrouwen in de politiek steeg’, schrijft Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose in een reactie op de laatste column van Jean-Marie Dedecker. ‘Het gaat nog steeds om wie de grootste ballen heeft. Wie het hardst jengelt om zijn zin te krijgen.’
Liefste Jean-Marie,
Ik schrijf je aan, want ik maak me zorgen om je. Zopas las ik je nieuwste stuk voor Knack, waarin je vrouwenquota op kieslijsten toevoegde aan het snel groeiende lijstje van Dingen Die Jij Niet Leuk Vindt. Nadat je met glasheldere cijfers aantoonde dat die quota werken – gefeliciteerd daarmee – en vlak voor je de resterende helft van je tekst wijdde aan de menstruatieverhalen van je ex-collega’s en Britse voetbalvrouwen, verweet je me daarin geweeklaag en gejeremieer. Omdat ik vind dat politiek anders en zachter moet.
Het kan inderdaad niet makkelijk zijn. Als je politiek bewustzijn gevormd werd in een wereld waarin grote mannen als Louis Major nog de wijsheid kon verkondigen dat “wijven niet zoveel complimenten moeten maken”, moet het schrikken zijn om plots voor de helft omringd te zijn door vrouwen in het parlement. Vrouwen, die het op tijd en stond dan ook nog eens mondig met jou oneens zijn.
Dat vrouwen vandaag meedingen naar lijsttrekkerschappen en zelfs uitvoerende functies is voor jou reden genoeg om te concluderen dat de strijd gestreden, het glazen plafond doorbroken, en het oude definitief door het nieuwe vervangen is. Tegelijk spreek je daarover je droefenis uit, want het nieuwe bestaat vooral uit een feministische denkpolitie (breng je me even met hen in contact, ik heb vragen). Hun grootste wapen, zo stel je vast, is een pruilmondje, dat ze inzetten voor een woke-activistische agenda. Deze stasi van de emancipatie wil bovendien ook als meelijwekkend slachtoffer gezien worden, opdat ze niet als meelijwekkend slachtoffer gezien zouden worden.
Wellicht is het omdat ik een vrouw ben, Jean-Marie, maar ik snap het niet helemaal. Ik weet dat al deze woorden bestaan, maar wat je ermee bedoelt is me niet erg duidelijk. Vooral omdat je jezelf er zo vaak mee tegenspreekt.
Je begrijpt waar mijn bezorgdheid vandaan komt.
Omdat je ervoor koos mij te verheffen tot het gezicht van hetgeen je aanklaagt, zal ik me er even over ontfermen een geruststellend antwoord te bieden.
(Lees verder onder de preview)
We kennen elkaar nog niet, maar omdat jij me via een column aansprak, zal ik hetzelfde doen, aangezien je een tekst wellicht meer comfortabel vindt dat een rechtstreeks gesprek met een vrouw als mezelf. Zie het als een maandverband voor je tranen.
Met het verstrijken van de tijd werden vrouwen ontdaan van vervelende verplichtingen als ongewenste zwangerschappen en het alleenrecht op het huishouden. Sommige mannen, zoals Tom Coninx, vluchtten erdoor naar Italië. Andere mannen, zoals al mijn vrienden en het merendeel van de Belgen, gingen vrouwen er gelijkwaardig door behandelen. Historische onevenwichten werden dankzij de wetgever middels onder meer vrouwenquota rechtgetrokken.
De politieke cultuur is evenwel niet even snel mee geëvolueerd als de aanwezigheid van vrouwen in de politiek steeg. Mannen spreken nog steeds drie keer meer en drie keer langer dan vrouwen in parlementaire zittingen, en iedere vrouw kan je vertellen dat de regels van het spel nog steeds op mannenmaat zijn.
Het gaat nog steeds om wie de grootste ballen heeft. Wie het hardst jengelt om zijn zin te krijgen. Wie het meest kan verschillen van diegene die hij als tegenstrever uitkoos. Wie het meest overtuigend de ander de schuld kan geven van datgene dat fout liep.
De goeie oude tijd waarover jij schrijft, is exact dat. Het was een tijd waarin de zaken zich tergend traag voortsleepten, langs het minst begaanbare pad. Mensen willen dat niet langer. Mensen willen politici die oplossingen aanreiken. En mensen willen dat politici daarvoor met elkaar overeenkomen.
Mensen zijn tegen luid gebral, en voor doelgerichte actie. Politici die daar niet goed in zijn zetten die evolutie weg als ongewenste vervrouwelijking van het politieke bedrijf. Als vrouw durf ik het als compliment zien dat die eigenschap aan ons toegekend wordt. Maar als politica zie ik dat de meeste mannen al lang mee geëvolueerd zijn in deze zeer wenselijke richting.
Geef de hoop niet op, Jean-Marie. Hier in de toekomst is ook voor jou een plaats. Met de oude politieke stijl boek je geen resultaten. Een vriendelijke politiek waarin we gevoelig zijn voor elkaars overtuigingen kan wél belangrijke oplossingen bieden. Het enige wat ervoor nodig is, is wat minder complimenten maken.
Stephanie D’Hose is voorzitter van de Senaat en zetelt voor Open VLD in het Vlaams parlement.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier