Herman Van Goethem (UAntwerpen): ‘Is een aparte groene partij wel van deze tijd?’
‘Bij jonge mensen merk ik soms een sterk radicalisme’, zegt Herman Van Goethem, rector van de UAntwerpen. En daar heeft hij veel begrip voor.
Wanneer we Herman Van Goethem spreken, legt de rector van de Universiteit Antwerpen de laatste hand aan een perscommuniqué over een ‘zeer relevante gebeurtenis’. De jurist en historicus, auteur van onder meer 1942: het jaar van de stilte, is zichtbaar opgetogen: als eerste semipublieke instelling in België zal zijn universiteit een aula vernoemen naar Patrice Lumumba, de eerste premier van de onafhankelijke staat Congo, die 62 jaar geleden werd vermoord.
Het is geen toeval dat de keuze viel op de grote aula op de campus Middelheim, een twintigtal minuten verwijderd van de universiteitsgebouwen in het Antwerpse stadscentrum. De zaal bevindt zich, net als het kantoor van de rector, in een prachtig koloniaal gebouw dat dateert uit de jaren 1920. Tot en met de Congolese onafhankelijkheid in 1960 deed het dienst als de Koloniale Hogeschool van België. Jonge Belgen werden er opgeleid om met vaste hand de kolonies te gaan besturen.
‘Toen ik rector werd in 2016 wist ik niet dat dit een koloniaal gebouw was’, zegt Van Goethem. ‘Ik, als historicus, wist dat niet. Dat is interessant, niet?’ Volgens de rector zegt die onwetendheid iets over de tijdgeest. ‘Tot begin jaren 1990 zagen wij in Berchem amper zwart-Afrikaanse mensen op straat. Mijn woonomgeving was wit, wit, wit. Dat is veranderd. Bovendien is er onder de jongeren in de Afrikaanse gemeenschap een sterke emancipatiebeweging aan de gang.’ De aula Patrice Lumumba is daar een logisch gevolg van. ‘De manier waarop we met ons verleden omgaan, zegt iets over de wereld die we willen.’
De Antwerpse rector mengt zich ook in het debat over de neergang van de partijen in het politieke centrum en de behoefte aan herverkaveling. Volgens Van Goethem is er dringend actie nodig. In de VRT- wetenschapsshow Kennismakers moet hij zelfs antwoorden op de vraag of we over 50 jaar nog in een democratie leven.
Wat zegt het over ons tijdsgewricht dat zo’n vraag überhaupt aan bod komt?
Herman Van Goethem:Ik denk wel dat we binnen een halve eeuw nog in een democratie zullen leven, maar de manier waarop we ze organiseren zal wellicht sterk veranderen. Er zal altijd een gedeelde macht zijn, waarbij de gezagsdrager periodiek over zijn beleid verantwoording moet afleggen aan de bevolking. Daarom ben ik ook tegenstander van referenda. Heel complexe vraagstukken, zoals de Brexit, zijn niet te beantwoorden met een ja of nee.
Volgens N-VA-voorzitter Bart De Wever is het tijd voor een meerderheidsstelsel. Daarin gaan alle zetels in een kieskring naar de partij met de meeste stemmen. Dat zorgt voor minder partijen en een makkelijkere regeringsvorming.
Van Goethem: (fors) Dat kiesstelsel staat wereldwijd in brand. De schuld ligt deels bij de sociale media, die heel goed gedijen in een systeem als dat van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, met hun twee politieke blokken. Evenredige vertegenwoordiging, zoals we die in België kennen, is een matuurder systeem omdat het centrumgericht is. In een evenredig stelsel zal een partij haast nooit meer dan 35 procent behalen. Partijen zullen er altijd moeten samenwerken. En net daarom is de versplintering van het centrum een groot probleem. De liberalen, socialisten en christendemocraten zijn geworteld in het verleden. Ze teren op hun geschiedenis, maar kiezers stemmen niet uit dankbaarheid voor het verleden. Mensen willen een toekomstvisie. Eigenlijk hebben de oude partijen grosso modo hun programma uitgevoerd. Daarom is er behoefte aan een partijfusie in het centrum.
U maakt zich niet zozeer zorgen over de politieke toekomst van Sammy Mahdi (CD&V) of Conner Rousseau (Vooruit), dan wel over de democratie zelf?
Van Goethem:Het heeft inderdaad niets te maken met mijn eigen politieke overtuiging. Ik spreek vanuit een centrumdenken: de idee dat een samenleving gebaseerd moet zijn op overleg en compromis. Daarvoor hebben we partijen met een helder programma nodig, en die hebben we niet. Daarom vind ik het pleidooi van Gwendolyn Rutten (Open VLD) over het intervidualisme interessant.
Volgens het intervidualisme zijn we individuen die ingebed zijn in een gemeenschap. ‘We moeten vandaag solidair zijn juist om een individu te kúnnen blijven’, zei Rutten in Knack. Is dat niet geur- en smaakloos?
Van Goethem: (protesteert) Dat betekent dat we voor een samenleving ijveren waarin we een grote solidariteit combineren met een hoge welstand. We zagen en klagen, maar België is een zeer welvarend land. We hebben een hoog onderwijsniveau, een lange levensduur, een goed georganiseerde gezondheidszorg en een stevige sociale zekerheid. 75 procent van de Belgen bezit onroerend goed. Eigenlijk zijn de Belgen rijk, maar de staat is arm. Dat model moet worden bijgestuurd, maar globaal genomen worden we vrij goed bestuurd.
Moeten de partijen in het centrum dan op zoek naar kiezers die vinden dat België goed bezig is?
Van Goethem:Nee, het komt erop aan een organisatie vanuit het verleden om te vormen in toekomstgerichte projecten. Kijk, het centrum bestaat het best uit drie, hoogstens vier partijen – de extremen doen niet mee aan het beleid. Er moeten dus minder centrumpartijen zijn. Neem de partij Groen. In Duitsland staan de ecologisten sterk, maar elders in Europa zijn de groenen niet aangeslagen bij de kiezer, zeker niet als je bedenkt hoe ernstig het klimaatprobleem is. Is een aparte groene partij wel van deze tijd? Zou Groen zich niet beter verspreiden over andere partijen? Op sociaal vlak lijkt een fusie van CD&V met Open VLD of met Vooruit dan weer interessant.
De tjeven en de sossen samen?
Van Goethem:Interessant dat u die termen gebruikt. Die woorden gaan terug op de levensbeschouwelijke opdeling tussen beide formaties. Dat is het verre verleden. Gaan die partijen echt zo diep moeten vallen dat ze de kiesdrempel niet halen? Het is niet ondenkbaar dat een traditionele partij straks minder dan 5 procent behaalt in een of meer provincies.
Waar zit de N-VA in uw verhaal?
Van Goethem:Vanuit mijn focus is het cruciaal dat die partij in het centrum blijft. Tja, met wie zou ze kunnen samengaan? Vlaanderen is eerder conservatief, en daar is op zich niks mis mee. Er is een oude traditie van samenwerking tussen de Vlaams-nationalisten en de christendemocraten. Rond zo’n fusiepartij kun je een nieuw verhaal maken. Want dat is wel de kern: in het centrum moeten er partijen zijn met een eigen, toekomstgericht en inspirerend programma.
Het Vlaams Belang schommelt in de peilingen nu al jaren een stuk boven de 20 procent. Wat moet dat heruitgevonden centrum daartegen inbrengen?
Van Goethem:Een sociaal rechtvaardig beleid. Kijk naar armoede, een belangrijke verklarende factor bij politieke mobilisatie naar extremen. Door armoede aan te pakken, kun je die mobilisatie tegengaan. Onze armoede-expert Bea Cantillon zegt al jaren dat de sociale zekerheid niet voldoende herverdeelt. Neem de energiepremie van zo’n 200 euro per maand, die nog tot en met maart loopt. De regering zei dat de 15 procent rijksten die via de personenbelasting zouden moeten terugbetalen. Maar economen van mijn universiteit zeggen me dat het om amper 3 procent gaat. Dat is niet goed. Of neem de huuropbrengsten. In Europees opzicht is het een anomalie dat wij inkomsten uit verhuren niet belasten. En ook over het kindergeld zijn vragen te stellen.
Moeten we het Groeipakket afschaffen?
Van Goethem: Dat zeg ik niet, maar we zouden met gemodelleerde bijslagen kunnen werken die afhankelijk zijn van het inkomen van de ouders. Moeten we er trouwens ook niet eens over nadenken om de kinderbijslag te verbinden met het geboortecijfer? Per 100 mensen die met pensioen gaan, komen er slechts 82 op de arbeidsmarkt. Moeten we het dan niet over de nataliteit hebben? Dat soort discussies moeten de centrumpartijen kunnen voeren, zonder in een hoekje te worden geduwd.
Socioloog Mark Elchardus zegt dat we een ‘Weimarmoment’ beleven. Voor de eerste keer in lange tijd maken mensen zich grote zorgen over hun toekomst. ‘De vraag is of democratische partijen nog een gepast antwoord kunnen bieden.’
Van Goethem: In de Weimarrepubliek was zeker sprake van een versplintering van het centrum. Maar Duitsland had de Eerste Wereldoorlog verloren en kampte met de gevolgen van het Verdrag van Versailles. Dat is een andere context. Ik zeg wél dat er een probleem is dat om oplossingen vraagt. In Duitsland is de versplintering uiteindelijk ‘opgelost’ door de ineenstorting van de democratie. Wat Elchardus schrijft over onder meer de rechterlijke macht, vind ik ontstellend. Als je die wilt uithollen, ben je ook op weg naar die ineenstorting.
U houdt een pleidooi voor het centrum. Critici vinden echter dat de traditionele centrumpartijen steeds meer het taalgebruik overnemen van de extremen. Zo sprak Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert in het kader van de opvangcrisis van ‘vol is vol’.
Van Goethem: (vult aan) En er waren de uitspraken van Conner Rousseau dat hij zich niet in België voelt wanneer hij door Molenbeek rijdt. Als historicus weet ik goed hoe gevaarlijk taalgebruik kan zijn. Soms heb ik zin om naar partijvoorzitters te mailen met de boodschap: let daarmee op.
Was het wel een goed idee om Vlaams Belanger Filip Dewinter op de UAntwerpen te laten spreken over de extreemrechtse theorie rond omvolking?
Van Goethem: (stellig) Vrijheid van meningsuiting is – binnen de grenzen van de strafwet – een van de belangrijkste fundamenten van onze samenleving. Natuurlijk is een aantal mensen ongelukkig met de komst van zo’n spreker. Maar dan denk ik: u denkt emotioneel, niet institutioneel. Het gaat hier over de kern van onze democratie.
Uw universiteit belandde in juni in een mediastorm nadat beelden openbaar waren gemaakt van twee medewerkers die ‘ontoelaatbare uitspraken’ deden over studenten met een migratieachtergrond. Hoe staat het met die geschorste medewerkers?
Van Goethem:Zij zijn opnieuw aan de slag. Het was een zwaar incident, een aardbeving voor onze instelling. Maar het heeft geleid tot een positief momentum. We werken nu aan een nieuw missionstatement, waarin voor mij twee begrippen cruciaal zijn: ‘inclusie’ en ‘respect’.
Uw critici zagen in de schorsing het bewijs dat ook onze universiteiten in de ban zijn van wokeness en cancelcultuur.
Van Goethem:Het wokedebat in Vlaanderen is niet zo ongenuanceerd als in de Verenigde Staten. Natuurlijk botsen veel ideeën, en bij jonge mensen merk ik soms een sterk radicalisme. Er is veel meer maatschappelijk debat aan de universiteit dan tien jaar geleden. Een rector krijgt vandaag ook nieuwe dingen op zijn bord, zoals genderneutrale toiletten en dekolonisering. Onze jonge medewerkers zijn sterk met zulke vraagstukken bezig en dat begrijp ik. Ik onderteken ook mijn e-mails met ‘Herman Van Goethem (hij/hem/zijn)’ als teken van respect voor een miskende groep. Krijg ik de antiwokers over mij heen, dan is dat maar zo. Trouwens, ik merk er niet al te veel van, want ik zit niet op sociale media. Zoiets kan ik uw lezers alleen maar aanraden. (lacht)
In de wetenschapsshow Kennismakers op Eén zoeken Herman Van Goethem (UA), Hendrik Vos (UGent) en Karen Celis (VUB) zaterdag uit of onze democratie over 50 jaar nog bestaat. Kennismakers is een initiatief van de Universiteit van Vlaanderen, waarvan Knack partner van het eerste uur is.
Herman Van Goethem
1958: geboren in Mortsel
studeert rechten en geschiedenis
1990: begint geschiedenis te doceren aan de Universiteit Antwerpen
2008-2012: ligt aan de basis van Kazerne Dossin
2016: verkozen tot rector van de Universiteit Antwerpen
2019: publiceert 1942; het jaar van de stilte, over de Jodenvervolgingen in Antwerpen