Heeft de N-VA de staatshervorming opgegeven? ‘Bouchez kan de agenda beter bepalen dan De Wever’
De volgende federale regering lijkt alle communautaire hervormingen opnieuw in de koelkast te stoppen. De gevolgen daarvan zijn veel groter dan op het eerste gezicht lijkt, zeggen grondwetspecialisten Jürgen Vanpraet en Quinten Jacobs: ‘De staatshervorming is een voorwaarde voor grondige socio-economische hervormingen.’
‘Ik vrees dat de Arizona-regering met hervormingen zal komen die een flauw afkooksel zijn van wat dit land nodig heeft, óók op socio-economisch vlak. In dat opzicht zal het eindresultaat niet veel afwijken van de eindbalans van Vivaldi.’
Jürgen Vanpraet weet waarover hij praat. In de Vivaldi-regering werkte hij als adviseur op het kabinet van Annelies Verlinden (CD&V), de minister die institutionele hervormingen moest voorbereiden. Ontgoocheld trok hij de deur van de Wetstraat achter zich dicht. De grondwetspecialist, die de CD&V al bijstond bij de onderhandelingen over de zesde staatshervorming in 2011, laakte de houding van de Franstalige partijen die geen sikkepit geïnteresseerd waren in de hervorming van de staatsstructuur. Maar wat Vanpraet vandaag ziet gebeuren met de staatshervorming – of liever: niet ziet gebeuren – vindt de advocaat misschien nog zorgwekkender.
‘Ik slaap niet onder de Vlaamse vlag. Ik stel alleen maar vast: de staatsstructuur is de kern van heel veel problemen. Wie België wil redden, moet het hervormen.’
Quinten Jacobs
Die bekommernis deelt hij met de jonge grondwetspecialist Quinten Jacobs, die als columnist bij zakenkrant De Tijd geregeld de Belgische constructie belicht. ‘Politici doen vaak alsof de institutionele discussie iets van het verleden is’, zegt Jacobs. ‘Maar ik ben 25 jaar. Ik heb helemaal niets met het klassieke Vlaams-nationale gedoe, ik slaap niet onder de Vlaamse vlag. Ik stel alleen maar vast: de staatsstructuur is de kern van heel veel problemen. Wie België wil redden, moet het hervormen.’
Sander Loones (N-VA) is in alle stilte het institutionele luik aan het voorbereiden met de Arizona-partners Vooruit, CD&V, Les Engagés en MR. Gaan jullie daar niet te licht over?
Jürgen Vanpraet: Ik heb weinig vertrouwen in zijn opdracht. Loones wordt geconfronteerd met dezelfde problemen als ik bij Vivaldi. In de regering-De Croo wilde de CD&V als enige de gezondheidszorg overdragen naar de deelstaten, maar zette daar politiek niet hoog op in. In Arizona zitten we met een soortgelijke situatie. Je kunt wel een schaamlapje verzinnen, zoals de afschaffing van de Senaat, maar dat is gerommel in de marge. De staatshervorming is geen prioriteit voor de onderhandelende partijen, ook niet bij de N-VA van formateur Bart De Wever (N-VA).
‘Wie heeft De Wever ooit beloofd dat een staatshervorming makkelijk zou worden? Zoals hij zelf zegt: ad astra per aspera, moeilijk gaat ook.’
Quinten Jacobs
Quinten Jacobs: De grote tragedie is dat het institutionele debat vaak wordt herleid tot de afschaffing van de Senaat. Als we net zoveel zouden praten over de financiële toestand van België en de link met de staatshervorming als over de Senaat, dan zouden we al een heel stuk verder staan. Tussen haakjes: de voorzitters van Kamer en Senaat hebben beslist om hun begrotingen samen te voegen, dus nu kun je zelfs niet meer onderscheiden hoeveel de Senaat precies kost. Het is een zinledig debat. Ik zou zeggen: eyes on the prize.
Wat is die prize?
Vanpraet: Koen Geens (CD&V) stipte het vorige week aan in Knack: de essentie is dat er op het federale niveau amper financiële beleidsruimte is. Diepgaande hervormingen zijn onmogelijk zonder een staatshervorming. Ik geloof dus niet in een uitruil tussen grondige socio-economische hervormingen en een staatshervorming. Het laatste is een voorwaarde voor het eerste.
Jacobs: Er is al jaren een enorm begrotingstekort op het federale niveau, volgens het Planbureau krijgen zelfs de partijprogramma’s van de meest rechtse partijen het niet dicht. Tegelijkertijd is dat federale niveau bevoegd over domeinen waar de kosten de komende jaren zullen exploderen: van defensie tot de sociale zekerheid en de pensioenen, die hard getroffen zullen worden door de vergrijzing. Ik herhaal: het niveau met het grootste budgettaire gat is ook het niveau met de bevoegdheden die de komende jaren de meeste extra kosten hebben. Ik nodig alle politici uit: bezorg mij uw plan waarmee u de openbare financiën voor de lange termijn vlot wilt trekken zonder staatshervorming. Dat is simpelweg onmogelijk.
Vanpraet: We vergeten het wel eens, maar de mislukking van de fiscale hervorming van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) in Vivaldi viel niet louter te herleiden tot een conflict met de MR van Georges-Louis Bouchez. De gewesten worden deels gefinancierd via de federale personenbelasting – het gaat om ongeveer 25 procent van de inkomsten via de belastingen. Zodra de federale regering de belastbare basis laat dalen in de personenbelasting, en dat bijvoorbeeld compenseert via de btw, verliezen de deelstaten geld. Ook de gewestregeringen waren dus allesbehalve vragende partij voor een fiscale hervorming. Dat verklaart volgens mij waarom in elke nieuwe supernota van De Wever de omvang van de fiscale hervorming verkleint – het zou nu nog om amper 5 miljard euro gaan.
Jacobs: Ook buiten de fiscale hervorming speelt het communautaire een rol. Arizona wil de werkloosheidsuitkeringen in de tijd beperken. Daardoor zullen de OCMW’s veel meer geld nodig hebben, aangezien de werklozen daar zullen aankloppen. Maar waar zitten de noodlijdende OCMW’s? Niet in Vlaanderen.
Ook de discussies over de gezondheidszorg hebben een communautaire angel. Arizona wil de ereloonsupplementen aanpakken. Wel, die liggen in Franstalig België veel hoger dan in Vlaanderen. Er wordt in de media veel gerept over de tegenstellingen tussen rechts en links in Arizona. Die zijn er uiteraard, maar de links-rechtsbril is niet enige manier om naar de formatie te kijken.
Wat moet er dan gebeuren?
Jacobs: Ik zie drie prioriteiten. De gewesten moeten een grotere fiscale autonomie krijgen. Zoals gezegd zijn de deelstaten voor hun inkomsten grotendeels afhankelijk van het federale niveau. Ruwweg gezegd: de Vlaamse regering heeft zelf niet in de hand of haar begroting in evenwicht is of niet. Dat hangt ook af van de taxshift van Arizona. Dat is een probleem van accountability: de kiezer kan de Vlaamse regering niet beoordelen op haar begrotingswerk.
Ten tweede moet de gezondheidszorg volledig worden gesplitst. Het is gewoon slecht beleid dat preventieve zorg op gemeenschapsniveau zit, maar het curatieve deel, zoals de ziekenhuizen, op het federale. Ten slotte is het problematisch dat de deelstaten niet gedwongen kunnen worden om hun begroting op orde te brengen. De Europese Commissie beoordeelt België immers als een geheel. We hebben een mechanisme nodig dat alle overheden tot budgettaire afspraken dwingt, want anders is de Europese boete steeds voor het federale niveau. Dat geldt trouwens voor het klimaat: het is waanzinnig dat de Vlaamse overheid haar klimaatdoelstellingen niet behaalt, maar dat de factuur bij de federale overheid belandt. Ons systeem organiseert de onverantwoordelijkheid.
Vanpraet: Ik heb al eens het idee geopperd van een fictieve splitsing van een gedeelte van de staatsschuld. Daardoor zou elk gewest verantwoordelijk zijn voor het hun toegewezen deel van de staatsschuld en de rentelasten – en dus ook een eigen beleid kunnen voeren. Dat is een incentive voor een financieel gezond beleid.
Via fiscale autonomie zou de Vlaamse regering meer eigen belastingen kunnen heffen. Dat komt neer op politieke zelfmoord.
Jacobs: Voor alle duidelijkheid: ik ben niet noodzakelijk voor méér belastingen. Ik vind het wel belangrijk dat elke overheid in haar eigen financiering moet voorzien, weliswaar met behoud van een zekere solidariteit.
Vanpraet: Als je de gezondheidszorg volledig naar de deelstaten zou overdragen – ziektekostenverzekering inbegrepen – dan spreken we al snel over bedragen van rond de 40 miljard euro. Als je tegelijk fiscale autonomie geeft, kan Vlaanderen dat betalen door eigen belastingen te innen. Dat kost de belastingbetaler dus niet noodzakelijk meer dan vandaag.
Er is toch totaal geen politieke wil om België op die manier uit te kleden? Al zeker niet bij de Franstalige partijen.
Jacobs: We moeten weten wat we willen. Kiezen we voor een federaal niveau met veel bevoegdheden, maar waar hervormingen onmogelijk zijn en er na elke stembusgang een eindeloze regeringsvorming is? Of willen we een smalle, efficiënte federale staat die werkt, met daarin sterke deelstaten die eigen accenten kunnen leggen? Ik zou dát België veel mooier vinden. Want voor alle duidelijkheid: ik wil dat ons land werkt.
Vanpraet: Ik geloof niet in het herfederaliseren van bevoegdheden. Ze zijn ooit voor een reden gesplitst: een verschil in beleidspreferenties op federaal niveau. Stel je voor dat we samen met de Franstaligen een onderwijshervorming zouden moeten regelen. Dat sluit niet uit dat je in dat nieuwe België zou kunnen werken met een vlottende bevoegdheidsverdeling. Je creëert dan de mogelijkheid dat de deelstaten, onder bepaalde voorwaarden, bevoegdheden delegeren naar het federale niveau en omgekeerd. Denk aan klimaatbeleid of crisissituaties zoals covid-19.
Zulke voorstellen zijn misschien theoretisch haalbaar, maar politiek gezien niet. Dat geeft zelfs de N-VA toe over Arizona. ‘Omdat een grote staatshervorming nu niet zal lukken, moet het een verhaal zijn met grote hervormingen’, aldus Els van Doesburg (N-VA) in Het Laatste Nieuws.
Jacobs: Dat is het drama van de N-VA. Haar communautair programma is haar bestaansreden. En wat doet die partij? Zich verstoppen achter het gebrek aan een tweederdemeerderheid. Dat is wel een heel gemakkelijke manier om je programma voortdurend in de koelkast te steken. Weet u wat politici vroeger deden als er geen tweederdemeerderheid was? Ze gingen ernaar op zoek. Ik stel alleen maar vast dat de N-VA dat op dit moment zelfs niet eens probeert. Hechten ze dan zo weinig waarde aan hun eigen programma?
‘Maar wat houdt De Wever tegen om opnieuw zijn groot akkoord te zoeken met de PS?’
Quinten Jacobs
Vanpraet: Georges-Louis Bouchez is beter in het bepalen van de agenda dan Bart De Wever. Hij zet de toon van de politieke agenda zoals De Wever dat jarenlang in Vlaanderen heeft gedaan. Bouchez wil geen staatshervorming, en dus komt er geen. Daar kan een Vlaamse partij als de N-VA toch haar eigen ideeën naast plaatsen? Het haalbare is voor een stuk ook maakbaar. Als Donald Trump zegt dat hij Groenland wil inlijven, dan is dat een politiek feit. Als de Vlaamse partijen zouden zeggen dat het institutionele ertoe doet, dan bepalen zij de agenda en moet Bouchez daarmee omgaan. Dat gebeurt dus niet.
Had een sterke PS iets veranderd? Bart De Wever koketteerde al vaker met de contouren van zijn ‘groot akkoord’ met Paul Magnette (PS) in de zomer van 2020.
Jacobs: Als Arizona zou mislukken, spreekt iedereen over een spoor zonder Vooruit en met de Open VLD. Maar wat houdt De Wever tegen om opnieuw zijn groot akkoord te zoeken met de PS? De N-VA-voorzitter was zowel informateur als formateur. Alles wat nu op tafel ligt, komt uit zijn koker. Hij is geen slachtoffer van de verkiezingsuitslag, maar een winnaar. De Wever heeft al gezegd dat hij een historische opdracht heeft te vervullen. Dan moet je niet zeuren dat het te moeilijk is. Wie heeft De Wever ooit beloofd dat een staatshervorming makkelijk zou worden? Zoals hij zelf zegt: ad astra per aspera, moeilijk gaat ook.
De staatshervorming staat nooit boven aan het prioriteitenlijstje van de kiezer. Speelt dat mee?
Vanpraet: Die peilingen kunnen misschien kloppen, maar tegelijk stemt bijna de helft van de Vlamingen voor de N-VA of het Vlaams Belang, partijen die de onafhankelijkheid van Vlaanderen gewoon in hun programma hebben staan. Ook de CD&V heeft een uitgesproken Vlaams profiel. Maar er is geen sense of urgency bij de politieke elite. Wellicht speelt het mee dat enkele jonge partijvoorzitters denken dat het institutionele iets van het verleden is. Maar het is niet omdat je erover zwijgt, dat het probleem er niet meer is.
Jacobs: Het is een combinatie van gebrek aan kennis en onwil. Als ik bij medewerkers van politieke studiediensten de term ‘bijzondere financieringswet’ laat vallen, duiken ze angstig weg. Iedereen denkt dat die wet te ingewikkeld is, dat je die niet kunt begrijpen. Dat klopt niet, elke geïnteresseerde kan zich eenvoudigweg inlezen. Zéker de partijen, die dankzij de partijfinanciering over enorm veel middelen beschikken.
Neem nu Brussel. Ik hoor voortdurend dat de federale overheid niet kan ingrijpen in de dramatische begrotingssituatie in Brussel. Wel, artikel 49 van de bijzondere financieringswet stelt dat de federale overheid via een koninklijk besluit de deelstaten kan verhinderen om geld te lenen. Ik heb geen enkele politicus dat ooit horen opperen – ook niemand van de Vlaamse partijen in Brussel. Volgens mij kennen ze de wet gewoon niet.
Over Brussel gesproken: ook daar draait de regeringsvorming vierkant. De PS stelt een veto tegen de N-VA. In de Brusselse regeringsvormingen moeten de Nederlandstaligen en Franstaligen nochtans apart een meerderheid vinden. De Franstaligen stellen steeds meer vragen bij de gewaarborgde vertegenwoordiging van de Nederlandstaligen.
‘Weet u wat politici vroeger deden als er geen tweederdemeerderheid was? Ze gingen ernaar op zoek.’
Quinten Jacobs
Jacobs: Dat is ongezien, ook het veto van de PS tegen de coalitie aan Vlaamse zijde. Maar toen ik de Franstalige vraagtekens bij de Brusselse structuren zag, dacht ik meteen: blijkbaar zijn de Franstaligen dan tóch vragende partij voor een staatshervorming.
Vanpraet: Met de 19 gemeentes, 6 politiezones en een hele resem OCMW’s zitten er tal van inefficiënties in Brussel. Daar komen nog ingewikkelde organen bovenop als de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommisie. Om daar in te grijpen heb je vaak een tweederdemeerderheid nodig. En dus zal er gesproken worden over veel meer dan Brussel alleen.
Eigenlijk zeggen jullie: ‘N-VA, grijp Brussel aan om te praten over België als geheel.’
Jacobs: Stel dat de Brusselse regering er komt met de PS. Als je alle partijen optelt die zowel in de Brusselse als de federale Arizona-regering zouden zitten, dan raak je aan een tweederdemeerderheid én een meerderheid in elke taalgroep in de Kamer. Ik zou dus zeggen: begin er maar aan.
‘Het haalbare is voor een stuk ook maakbaar. Als de Vlaamse partijen zeggen dat het institutionele ertoe doet, dan moet Bouchez daarmee omgaan.’
Jürgen Vanpraet
Allemaal goed en wel, maar op dit moment is er op het federale niveau géén vereiste meerderheid. Om terug te grijpen naar de uitspraken van Van Doesburg: het lukt gewoon niet.
Vanpraet: (schudt het hoofd) Er is een juridisch geitenpaadje om de top van de berg te bereiken: grondwetsartikel 195. Die zogenaamde sleutel op de grondwet werd aan het einde van de vorige regeerperiode voor herziening vatbaar verklaard. Van bevoegdheidsoverdrachten tot de manier waarop regering en parlement werken: er kan veel via 195.
Maar dat vereist toch ook een tweederdemeerderheid?
Vanpraet: Een relatieve tweederdemeerderheid. Dat betekent dat de Kamerleden die zich onthouden niet meetellen. Als 17 parlementsleden van de oppositie zich onthouden, beschikken de Arizona-partijen over een relatieve tweederdemeerderheid. De Wever zou dus met Open VLD, PS, Ecolo-Groen of Vlaams Belang kunnen praten. Dat is niet vanzelfsprekend, besef ik, maar die sporen worden op dit moment totaal niet verkend.
Jacobs: De N-VA maakt ook strategische fouten. Arizona wil eerst het zogenaamde laaghangend fruit plukken, zo blijkt uit de uitgelekte nota’s. De Senaat afschaffen, de uittredingsvergoedingen van parlementsleden inperken, de vertegenwoordiging van de lidstaten bij de EU… Pas als deze borrelnootjes de Franstalige honger ruimschoots hebben gestild, wil de N-VA beginnen aan het hoofdgerecht. Gelooft iemand dat de Franstaligen na die toegevingen nog willen praten over een grote staatshervorming?
Vanpraet: Ik zat aan de onderhandelingstafel in 2011. In die periode was er consensus onder de Vlaamse partijen om institutionele doorbraken te forceren. Op een bepaald moment hebben de Franstaligen ingezien dat ze hun veto daartegen niet konden volhouden. Premier Elio Di Rupo (PS) heeft daarop de zesde staatshervorming doorgevoerd. Wellicht tegen zijn zin, maar het is wel gebeurd. Sinds enkele jaren zien we een Franstalig blok dat impliciet of expliciet de afspraak heeft gemaakt om institutioneel geen duimbreed toe te geven. Daartegenover staan hopeloos verdeelde Vlaamse partijen. Dat vind ik bijzonder spijtig.
Quinten Jacobs
1999: Geboren in Sint-Niklaas.
2022: Master in de rechten aan de KU Leuven.
Sinds 2022: Advocaat grondwettelijk recht bij Eubelius.
Sinds 2022: Praktijkassistent grondwettelijk recht aan de KU Leuven.
Sinds 2024: Lid van de Vrijddaggroep, denktank van de Koning Boudewijnstichting.
Jürgen Vanpraet
1983: Geboren in Torhout.
2006: Master in de rechten aan de UGent.
Sinds 2006: Advocaat.
2011: Doctor in de rechten aan de UAntwerpen met een proefschrift over de principes van de bevoegdheidsverdeling in het federale België.
2011-2014: Expert op het kabinet van staatssecretaris voor Staatshervorming Servais Verherstraeten (CD&V).
Sinds 2018: Verbonden aan de UGent.
2021-2022: Expert op het kabinet van de minister van Institutionele Hervormingen Annelies Verlinden (CD&V).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier