Grondwetsspecialiste: ‘Met de bicefale bevoegdheden van Bart De Wever stoot je al snel op rechtsonzekerheid’
We hebben eigenlijk een verkozen grondwetsvergadering nodig, vindt de Franstalige grondwetsspecialiste Céline Romainville, om België zonder taboes tegen het licht te houden. ‘Wat willen we nog samen doen?’
Twee Franstalige grondwetsspecialisten riepen vorige week in Le Soir op om zoveel mogelijk grondwetsartikelen voor herziening open te stellen. Doel is om een groot debat over een diepgravende grondwetsherziening na de verkiezingen van 9 juni niet bij voorbaat te bemoeilijken of onmogelijk te maken, zegt Céline Romainville. ‘Niet alleen met het oog op een staatshervorming, waarover ik verder geen inhoudelijk standpunt inneem, maar ook om nieuwe grondrechten, denk aan het recht op abortus, in de grondwet te kunnen opnemen.’
Maar vanwaar de nood aan een groot institutioneel debat?
Romainville: Met name omdat België de grote problemen op het vlak van klimaat en overheidsfinanciën zonder een staatshervorming nooit doelmatig zal kunnen aanpakken. Daarbij mag je niet vergeten dat de door Europa opgelegde klimaatmaatregelen de komende 5 jaar handenvol geld gaan kosten. Maar België beschikt niet over de bestuurskracht en de institutionele architectuur om die met elkaar verweven uitdagingen het hoofd te bieden. Zo zijn er vier ministers van Klimaat, maar het is ieder voor zich met de eigen bevoegdheden. Je kunt wel zeggen dat het klimaatprobleem en ook het begrotingsprobleem in België in de kern institutionele problemen zijn.
Niet alle Franstaligen hebben last van communautaire koudwatervrees.
Hoe precies?
Romainville: Er is geen hiërarchie tussen de verschillende overheden in ons systeem, er is geen federale coördinerende macht, er zijn te weinig besluitvormingsmechanismen die de verschillende beleidsniveaus en politici aanmoedigen om beter samen te werken… Dat wreekt zich op den duur.
Tijdens de coronacrisis hebben politici bewust de regels van de exclusieve bevoegdheden, waarbij in beginsel één overheid voor één materie bevoegd is, aan hun laars gelapt. Want dat werkte gewoon niet. En dus werd het coronacrisisbeheer een federale bevoegdheid, en kwam er tijdelijk toch een soort hiërarchie in ons federale systeem, weliswaar in een juridisch vacuüm, maar met de goedkeuring van de Raad van State. Maar zullen de Raad van State en onze politici even soepel omgaan met de regels als het gaat over het crisisbeheer van een mondiale klimaatcrisis of onhoudbare overheidsfinanciën? Dat valt te betwijfelen. Veel beter zou het dus zijn om die coördinatie wél grondwettelijk te regelen.
Het valt op dat uitgerekend Franstalige academici pleiten voor een grote grondwettelijke ronde.
Romainville: Niet alle Franstaligen hebben last van communautaire koudwatervrees, hoor. Iemand die bijvoorbeeld heel ver wil gaan, is grondwetsspecialist Hugues Dumont. Zijn stelling: de komende verkiezingen zullen, of we het nu leuk vinden of niet, voor velen gelden als een nieuwe existentiële test voor België. Maar de stemmen voor bepaalde partijen kunnen niet automatisch worden geïnterpreteerd als duidelijke institutionele voorkeuren: er blijkt een grote kloof tussen het stemgedrag van Vlamingen bij gewone verkiezingen zoals op 9 juni, waar Vlaams-nationalistische partijen het ongetwijfeld goed zullen doen, en het aantal Vlamingen dat zich in gedegen enquêtes uit als voorstander van Vlaamse onafhankelijkheid.
Daarom pleit Dumont ervoor om naast de parlementsverkiezingen ook verkiezingen te organiseren voor een aparte constituante of grondwetgevende vergadering, die als enige taak zou hebben om zich te buigen over de institutionele toekomst van België. Moet ons land ophouden te bestaan, of blijven en met welk doel dan? Wat willen we nog samen doen? (lacht) Dat idee komt dus van een Franstalige collega, en ik ben het helemaal met hem eens. Het alternatief is immers heel die communautaire kwestie verder te laten woekeren in ons systeem, waarbij in de praktijk natuurlijk vooral het federale niveau door de rot wordt getroffen.
Grote problemen het hoofd bieden, lukt niet meer binnen ons staatsbestel.
Volgens de PS is een staatshervorming na 9 juni politieke fictie, omdat je vanwege de verwachte sterkte van VB en PVDA in de federale Kamer nooit aan de nodige 100 zetels komt voor een tweederdemeerderheid. Bart De Wever pleit, naar een idee van Jean-Luc Dehaene, voor zogenaamde bicefale bevoegdheden, waarbij federale bevoegdheden de facto anders uitgeoefend worden in de verschillende deelentiteiten.
Romainville: Een schoonheidsprijs wint dit idee niet, maar zulke asymmetrische uitoefening van federale bevoegdheden kun je inderdaad regelen met gewone wetten en zonder een staatshervorming. Justitie blijft dan bijvoorbeeld een federale bevoegdheid, maar wordt in de praktijk volledig gedecentraliseerd. Er circuleren voorstellen in die richting. Volgens de Raad van State mag die asymmetrische uitoefening van bevoegdheden echter niet tot discriminatie leiden. Onder meer daar knelt het schoentje. Alle burgers zijn immers gelijk voor de wet. Maar afhankelijk van de woonplaats zou dat mogelijk niet meer het geval zijn voor wat grondwettelijk gezien nog steeds federale bevoegdheden zijn. En dus denk ik dat je met bicefale bevoegdheden snel zult stoten op problemen van rechtsonzekerheid – of het nu gaat over justitie, gezondheidszorg of de arbeidsmarkt.
OPROEP: kom naar de Knack-redactie en stel zélf uw vraag aan Alexander De Croo, Zuhal Demir of Jos D’Haese