Franstaligen in Wallonië en Brussel worden rechtser en… Vlaamser

Alle Franstalige partijen, van links tot rechts, trekken met het thema (on)veiligheid naar de gemeenteraadsverkiezingen © Getty
Walter Pauli

Lectuur van de Franstalige kranten leert dat in Wallonië en Brussel de hoogtijdagen van de linkse oplossingen voor alle maatschappelijke problemen voorlopig voorbij zijn.

Een merkwaardige kop in Le Soir vandaag: ‘Du PTB au MR, la insécurité sur tous les lèvres’. De redactie van Le Soir kon er niet meer naast kijken. Op 23 september had de redactie in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen een debat georganiseerd in Luik. De abonnees werden er aan het woord gelaten. Le Soir: ‘Het grootste deel van de vragen ging over het onveiligheidsgevoel in de stad. Dat komt onder meer door de aanwezigheid van drugsverslaafden.’

Veiligheid is traditioneel een rechts thema, zeker in Franstalig België. In de jaren tachtig haalde politiecommissaris Johan Demol voortdurend de krantenkoppen en de tv-uitzendingen met zijn gespierde optreden tegen de misdaad in Schaarbeek. Zeker bij Franstalige Brusselaars werd hij daarmee enorm populair. Maar de nieuwe volksvedette viel van zijn voetstuk toen bekend werd dat Demol als twintiger aangesloten was bij het Front de la Jeunesse, een uiterst gewelddadige extreemrechtse organisatie die intussen door de rechter veroordeeld was als een verboden privémilitie. Demol had ook gelogen over het feit dat hij nog lid was van het Front de la Jeunesse toen hij lid was van de rijkswacht – de voorloper van de federale politie. Hij werd ontslagen en trad prompt toe tot het Vlaams Belang (VB). Die partij dacht daarmee een dikke electorale slag te slaan in Brussel, maar dat viel tegen. Voor alles wat naar (extreem)rechts rook, haalde Franstalig België toen nog de neus op – niet alleen de Franstalige media en de politici, maar ook een overgrote meerderheid van kiezers.

Crackdealers

Een kwarteeuw later zijn de bakens verzet. In Le Soir legt Loïc Fraiture, de PTB-lijsttrekker in Sint-Gillis, omstandig uit waarom ‘veiligheid’ hoog op de agenda staat van zijn partij bij de gemeenteraadsverkiezingen. Dat was een gevolg van een beproefde PVDA/PTB-techniek die men in arbeidersgemeenten zoals Hoboken, Zelzate en Herstal al langer toepast: vooraf de mensen van de gemeente zelf laten zeggen wat ze belangrijk vinden, en op basis daarvan een politiek programma opstellen.

Na een bevraging van zo’n 900 inwoners kwam de PTB-afdeling van Sint-Gillis tot de conclusie dat veiligheid ‘als tweede prioriteit’ naar voren zou worden geschoven, na huisvesting. Fraiture: ‘Tijdens de campagne voor de verkiezingen van juni kwam het al in alle gesprekken ter sprake. Mensen vertellen ons over hun angst en hoe ze balen.’

Wat hij vertelt, heeft de Vlaamse tv-kijker al eerder gezien: hoe op pleintjes in Sint-Gillis rekeningen worden vereffend met vuurwapens, hoe een steeds ruimere buurt rond het Brusselse Zuidstation wordt gedomineerd door opdringerige crackdealers en junkies op bankjes. Het PTB-gemeenteraadslid wil de problemen niet meer uit de weg gaan: ‘Naargelang de prioriteiten die de mensen naar voren schuiven, passen wij ons programma uiteraard aan. Want anders bestaat het risico dat rechts die thema’s domineert.’

Le Soir voegt eraan toe dat veiligheid sinds de verkiezingen van juni zeker geen exclusief rechts thema meer is. Zelfs in kleinere Waalse gemeenten en dorpen staat ‘sécurité’ niet meer alleen voor sociale zekerheid, maar voor veiligheid in het algemeen.

Ook de Franstaligen zijn er inmiddels van overtuigd: ‘La N-VA est quasi incontournable au gouvernement Bruxellois.’

Commentaar van Le Soir: ‘Dit is ongetwijfeld een opvallend thema van deze verkiezingen: in de programma’s en prioriteiten die door alle grote partijen naar voren worden gebracht, is het duidelijk dat de veiligheidskwestie bijna overal op de voorgrond te vinden is.’

Vaak wordt dat ‘gereduceerd tot een thema van rechts’, schrijft de krant, maar dat is nu niet meer. Het is overal een prioriteit, ‘bij links en rechts, in grote steden en zelfs in sommige dorpen’.

En de linkse partijen laten zich daarbij niet onbetuigd, schrijft Le Soir: ‘Wie belooft 100 nieuwe camera’s in de openbare ruimte? De Brusselse PS van Philippe Close. Wie wil een ‘Operatie Clean Liège’ lanceren tegen de drugshandel? De Ecolo’s van de cité ardente.’ Met als gevolg dat centrumrechts en rechts nog feller en harder op die thema’s hameren, want ze willen natuurlijk marktleider blijven op het terrein dat de linkse partijen tot voor enkele jaren liever uit de weg gingen.

Herkenbare maatregelen

Maar de problemen die zich in het noorden van het land voordoen – en de politieke oplossingen die er aangereikt worden – doen zich blijkbaar ook voor in het zuiden. En de Franstalige politici reageren daar steeds nadrukkelijker op met maatregelen die in Vlaanderen al langer op tafel liggen.

Is België dan toch meer één land dan de voorbije decennia zeker in Vlaanderen (maar ook in Wallonië) voor waar werd aangenomen? Toen Bart De Wever (N-VA) bij de Kamerverkiezingen van 2010 voor het eerst van de N-VA de (aller)grootste partij van Vlaanderen maakte, deed hij dat met een discours waarbij de Walen en bij uitbreiding alle Franstaligen kop van Jut waren. Dat kwam door de grondstroom, legde hij uit, in Vlaanderen was die rechts en in Wallonië en Brussel links. Die kloof lijkt vandaag veel kleiner dan toen – of dan toen werd voorgehouden. De verkiezingsoverwinning van de MR en Les Engagés waren al een fameus signaal dat de Franstalige kiezers ook oor hebben voor andere boodschappen dan die van de PS, de PTB en Ecolo.

Activering van werklozen

Dat besef leeft niet alleen in de steden maar ook op het platteland. La Libre Belgique trok naar Eghezée, een relatief kleine maar welvarende plattelandsgemeente ten noorden van Namen. In de kleine deelgemeente Liernu heeft chef-kok Sang Hoon Degeimbre in een voormalige vierkantshoeve zijn beroemde tweesterrenrestaurant L’Air du Temps gevestigd – de soms uitzichtloze armoede van de Borinage of le Centre bepaalt het leven niet in Eghezée. Op 17.000 inwoners zijn er slechts 65 leefloners. De lokale MR-lijst heet er ‘Ensemble pour Vous’ en levert zowel de burgemeester als de voorzitter van het CPAS (in Vlaanderen OCMW).

Het was de blijkbaar erg ongewone werking van het CPAS die de aandacht had getrokken van La Libre. De directeur van het CPAS legt de nieuwe visie uit: ‘Ons doel is niet om sociale hulp toe te kennen ad vitam aeternam (voor de eeuwigheid, nvdr). Wij willen de mensen ertoe brengen om hun leven zelf in handen te nemen, vooral door weer aan het werk te gaan. Dat vereist dat steuntrekkers in de toekomst individueel opgevolgd zullen worden en persoonlijk aangesproken worden op het traject dat ze volgen onder begeleiding van het CPAS-personeel.’

Het feit dat die aanpak een grote reportage waard is in de krant, illustreert hoezeer het Franstalig publiek nog moet wennen aan wat tot voor kort totaal onbespreekbaar was: de activering van werklozen en steuntrekkers, een sociale zekerheid die dertig jaar geleden, in de woorden van toenmalig premier Jean-Luc Dehaene (CD&V), het best niet gezien zou worden als een ‘hangmat’ waar men levenslang kan uitrusten, maar als een trampoline om mensen een zetje te geven om uit hun put te raken.

Is België dan toch meer één land dan de voorbije decennia zeker in Vlaanderen (maar ook in Wallonië) voor waar werd aangenomen?

Op de koop toe licht La Libre Belgique haar lezers in dat, om uit de Brusselse politieke impasse te raken, stilaan iedereen ervan overtuigd is dat er dringend een nieuwe piste moet worden bewandeld: ‘La N-VA est quasi incontournable au gouvernement Bruxellois.’ Nog niet zo vreselijk lang geleden had een Franstalige journalist niet eens mogen dénken aan die optie, laat staan ze opschrijven in zijn krant. Vandaag heerst er blijkbaar een nieuw realisme. En dat alles terwijl ook Franstalig België wacht tot een nieuwe federale regering is gevormd door de beoogde redder van het vaderland, Bart De Wever (N-VA). Het kan verkeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content