Ewald Pironet

‘Er is geen goede kant aan de keuze van Rutten voor de eigen carrière’

Ewald Pironet Senior writer

Gwendolyn Rutten stopt als Vlaams minister om weer burgemeester te worden. Het is een goede aanleiding om het te hebben over de decumul van politieke mandaten.

Het is altijd oppassen als er tijdens de zomervakantie op een zwoele vrijdagavond een persmededeling wordt verspreid. Zo ook vorige vrijdag toen Gwendolyn Rutten (Open VLD) via het persagentschap Belga liet weten dat ze stopt als Vlaams viceminister-president en minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen en dat ze terugkeert naar Aarschot, om opnieuw de burgemeesterssjerp te omgorden. Ze wil zich met het oog op de lokale verkiezingen in oktober op dat burgemeesterschap concentreren. Opvallend is dat ze wel Vlaams Parlementslid blijft.

De verontwaardiging over het flipfloppen van Rutten is groot. Negen maanden geleden zei ze de nationale politiek nog vaarwel omdat ze van haar partij geen federaal minister van Justitie mocht worden. Een paar weken later kwam ze op die beslissing terug toen ze Vlaams minister kon worden. In juni werd ze verkozen als Vlaams Parlementslid en nu stapt ze vervroegd op als Vlaams minister om opnieuw burgemeester te worden. De derde wending in haar carrière in minder dan een jaar wordt omschreven als ‘een van meest schaamteloze vertoningen in de Wetstraat van de laatste jaren’.

Er is geen goede kant aan de keuze van Rutten voor de eigen carrière: ze brengt niet alleen zichzelf en haar al gehavende partij Open VLD in diskrediet, maar bij uitbreiding de hele politieke klasse waarvan sommigen vinden dat die meer belangstelling heeft voor het eigen dan voor het algemeen belang. Het enige goede is dat er nu misschien opnieuw wordt nagedacht over de decumul van politieke mandaten, een verbod om een job als (waarnemend) burgemeester of schepen uit te oefenen in combinatie met het mandaat van volksvertegenwoordiger (of minister). Het zou de integriteit van politieke ambtsdragers ten goede komen, belangenverstrengeling zou beter voorkomen kunnen worden en het flipfloppen van Rutten en anderen zou onmogelijk zijn.

Er was al vaker sprake van om een decumul in te voeren. Groen past die toe, bij Vooruit werd hij onder voorzitter John Crombez ingevoerd, maar zijn opvolger Conner Rousseau voerde hem in alle stilte weer af. In Brussel mogen de burgemeesters en schepenen vanaf dit jaar niet langer in het Brusselse, federale of Europese parlement zitten.

In Vlaanderen en op nationaal niveau kan in het kader van ‘politieke vernieuwing’ de decumul op tafel komen, naast de partijfinanciering, het aantal parlementsleden en ministers, hun bezoldiging, de functie van de kabinetten enzovoort. Maar politici huiveren ervoor om hun eigen werking en financiering onder de loep te nemen, ze reguleren en saneren liever elders.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content