Winter Cnudde
‘Fiscaal voorstel in de supernota druist in tegen één van de belangrijkste verkiezingsbeloftes van Bart De Wever’
Winter Cnudde, student Bestuurskunde en Publiek Management aan de UGent, houdt de verkiezingsbeloftes van N-VA naast de voorstellen in de recente supernota van formateur Bart De Wever.
De in oktober gepresenteerde supernota van N-VA-voorzitter Bart De Wever legde de basis voor het sociaal-economisch beleid van de toekomstige federale regering. De belangrijkste nieuwigheden in het document tegenover de versie uit augustus: het schrappen van de hoogste belastingschijf van 50%, de invoering van een tussentarief van 35% en een verhoging van de belastingvrije som. Deze maatregelen komen vooral de hogere inkomens ten goede, terwijl de belastingdruk voor de lage- en middenklasse er nauwelijks op verbetert.
En zo is De Wevers fiscaal voorstel niet alleen sociaal onrechtvaardig en kosteninefficiënt, maar druist het tegelijk in tegen één van zijn belangrijkste verkiezingsbeloftes.
Werken moet opnieuw lonen
“Het verschil tussen werken en niet werken moet opnieuw minstens 500 euro per maand zijn”, zo valt letterlijk te lezen in het verkiezingsprogramma van de Vlaams-nationalisten. Het idee dat werken opnieuw moet lonen, vormde in aanloop naar de verkiezingen van 9 juni één van de speerpunten van de N-VA. Uit berekeningen van consultancybureau KPMG blijkt echter dat het vooral de hoge inkomens zijn die zouden profiteren van de geplande wijzigingen in de personenbelasting, die nu worden voorgesteld door diezelfde partij. Voor een alleenstaande zonder kinderen met een laag loon van 32.400 euro bruto leidt de nieuwe tariefstructuur tot een belastingverlaging van nog geen 300 euro.
Voor iemand met een loon van 90.000 euro loopt het verschil daarentegen op tot ongeveer 1700 euro. Het afschaffen van de hoogste belastingschijf draagt dus op geen enkele noemenswaardige manier bij aan de verkiezingsbelofte van de N-VA om de kloof tussen werken en niet werken te vergroten. Integendeel: enkel voor wie het verschil tussen werken en niet werken sowieso al een stuk hoger ligt dan 500 euro zal deze aanpassing echt voelbaar zijn.
De maatregel is dan ook niet meer dan een zoveelste toegeving van Bart De Wever aan MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. De geplande tariefwijziging van De Wever gaat bovendien resoluut in tegen het principe van “de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten”, waarop onze personenbelasting sinds jaar en dag is gebouwd. Een verlaging van de belastingdruk dient in een verzorgingsstaat als België van onderaf te gebeuren, niet omgekeerd.
Inefficiënte miljardenoperatie
Verder zouden de wijzigingen in de tariefstructuur van de personenbelasting de staat vooral een pak geld kosten. Zo zou het kostenplaatje van een algemene verhoging van de belastingvrije som torenhoog zijn: zo’n 10 miljard euro. Veel geld voor een maatregel
die het nettoloon met hetzelfde bedrag (110 euro) verhoogt voor iemand die 2000 euro per maand verdient als voor iemand die het driedubbele krijgt bijgestort op het einde van de maand. Hetzelfde geldt voor de afschaffing van de 50 procentschijf: een enorme begrotingskost voor een maatregel die uitsluitend de hogere inkomens bevoordeelt. Bovendien zijn er andere ingrepen mogelijk die rechtvaardiger en kostenefficiënter zijn, zoals een verhoging van de belastingvrije som die exclusief gericht is op de lage- en middeninkomens.
Combineer dit met een strengere hervorming van de uitkeringen, waarbij onder andere de beperking van de werkloosheidsuitkering wordt verlaagd tot minder dan de twee jaar die nu op tafel ligt, en je komt meteen tot een veel evenwichtiger en kostenefficiënter resultaat dat de inactiviteitsval beter aanpakt.
Nieuwe slogan
Ik kan enkel concluderen dat de geplande tariefwijziging in de personenbelasting er één is waarbij de doorsnee werknemer er slechts marginaal op vooruitgaat, terwijl de rijken uit de wind worden gezet. Wanneer we de tariefwijziging naast de eerdere fiscale voorstellen uit de supernota leggen, zoals de btw-verhoging naar 9%, lijkt Jan Modaal er zelfs mogelijk op achteruit te zullen gaan. Bovendien is de nieuwe tariefstructuur vanuit rechtvaardigheidsperspectief erg kosteninefficiënt. In tijden waarin er voorzichtiger dan ooit moet worden omgesprongen met het overheidsgeld kan dat wel tellen.
Indien Bart De Wever voet bij stuk houdt en de afschaffing van de 50 procentschijf realiteit wordt, kan zijn partij dan ook maar beter even gaan spieken bij haar rechterbuur voor een nieuwe slogan: eigen rijken eerst.
Winter Cnudde (2000) vogt de master Bestuurskunde en Publiek Management (UGent). Deze opdracht maakte deel uit van opleidingsonderdeel Arbeid en tewerkstelling van professor Stijn Baert.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier