Filip Watteeuw en Peter Reekmans: ‘Gent moet geld lenen bij de banken, Antwerpen haalt het bij de N-VA-kabinetten’

© Rebecca Fertinel
Peter Casteels

Tot aan de gemeenteraadsverkiezingen zet Knack elke week twee lokale politici bij elkaar. De Gentse Groen-schepen Filip Watteeuw en Peter Reekmans (Dorpspartij Glabbeek) overschouwen de kloof tussen stad en platteland. ‘Mathias De Clercq heeft zijn broek afgestoken om de sjerp te krijgen.’

Filip Watteeuw komt met de Cambio naar onze plek van afspraak, Peter Reekmans met zijn – elektrische! – Porsche. Ook op het politieke spectrum staan ze ver van elkaar, maar de begroeting is hartelijk. De groene mobiliteitsschepen van Gent en de burgemeester van Glabbeek kennen elkaar van hun tijd in het Vlaams Parlement. Ze zaten allebei in de oppositie, Reekmans voor Lijst De Decker – zo’n beetje de Partij voor de Auto.

Terwijl Peter Reekmans met de Dorpspartij veel kans maakt om zijn absolute meerderheid te behouden, worden de verkiezingen in Gent spannender. Ze lijken zelfs om Watteeuw te draaien. Hij moet het opnemen tegen een kartel van de Open VLD en Vooruit, dat getrokken wordt door de liberale burgemeester Mathias De Clercq. De drie partijen zitten samen met de CD&V in het bestuur, maar Voor Gent, zoals het kartel heet, probeert tijdens deze campagne gaten te schieten in het mobiliteitsbeleid van Watteeuw.

Filip Watteeuw: Mobiliteit is altijd een heel gevoelig thema. Wij moeten als politici beslissingen nemen over de hele stad, terwijl burgers meestal alleen kijken naar hun particuliere situatie en of die is verbeterd of verslechterd. Daar komen discussies van, maar daar is niks mis mee. Vervolgens gaan we op zoek naar een oplossing waar iedereen tevreden over is. Soms lukt dat, soms lukt dat niet. Het circulatieplan werd in 2017 ingevoerd. Daar volgde toen al protest op, maar er was een hele grote, tevreden groep die zich stilhield. Want wie heeft er in 2018 ook de verkiezingen gewonnen? Groen. Ik stond op de vijfde plaats van onze kartellijst en behaalde op twee na de meeste voorkeurstemmen van alle Gentse politici.

De lage-emissiezone is in ons bestuursakkoord geraakt omdat de Open VLD dat graag wilde.

Filip Watteeuw

Peter Reekmans: Uw kiezers zijn natuurlijk heel tevreden, zij worden goed bediend. Maar als buitenstaander merk ik toch ook dat er bij de meerderheid van de bevolking nooit echt een draagvlak is geweest voor het circulatieplan. In Tienen, in de buurt van Glabbeek, is ook zo’n plan ingevoerd. Dat is uitgedacht door studiebureaus die de praktijk niet kennen, en het gevolg is dat er niemand nog weet hoe hij daar moet rijden. Ik heb in Glabbeek ondertussen een commercieel centrum gebouwd. Iedereen dacht dat wij die handelspanden nooit meer verkocht zouden krijgen, en toch waren ze onmiddellijk ingevuld. Dat is een succes, en ik weet waarom: omdat er parking voor de deur is, en geen files zoals rond Tienen. Daar is de leegstand intussen enorm.

Watteeuw: Ik wist dat je daarover zou beginnen. Gelukkig bestaan daar indicatoren over. Gent is de stad in Vlaanderen met de laagste leegstand van handelspanden. In Antwerpen daalt de winkeloppervlakte ondertussen én is de leegstand groter. De Gentse economie draait zeer goed. Dat heeft natuurlijk niet alleen met ons mobiliteitsbeleid te maken, maar het draagt er wel aan bij. In enkele jaren hebben wij een enorme modal shift gezien van auto’s naar fietsen. Het aandeel fietsverplaatsingen is van een goeie twintig procent naar bijna veertig procent gegaan. De files zijn daardoor ook flink afgenomen voor mensen die de auto wél willen gebruiken, want dat kan natuurlijk ook nog in Gent. Het is vandaag nog altijd mogelijk om met de auto tot op vijftig meter van het stadhuis te parkeren.

N-VA en Vooruit na het Antwerpse experiment: ‘Bart De Wever is Sinterklaas niet’

Ondertussen voert uw burgemeester, Mathias De Clercq, campagne alsof hij zelfs nooit met u in het bestuur heeft gezeten.

Watteeuw: Ik stel dat ook vast, ja. Wat wilt u dat ik daarop zeg?

Reekmans: Jullie hebben nog geen voorakkoord? Ik wel, hoor. Met mezelf. (lacht)

Watteeuw: Ik voer uit wat ik voor de verkiezingen heb beloofd en na de verkiezingen in het bestuursakkoord heb geschreven. Ik zie dat andere politici daar meer moeite mee hebben. Er is in Gent nu veel discussie over de lage-emissiezone. Voor Gent wil de uitbreiding tegenhouden en de hele LEZ misschien zelfs afschaffen. Ze doen alsof dat helemaal iets van Groen is. Weet u hoe dat voorstel in ons bestuursakkoord is geraakt? Omdat de Open VLD dat graag wilde. We hebben die zin uit het Open VLD-programma zelfs letterlijk overgenomen tijdens de onderhandelingen. Maar er komt wat reactie op, en men deinst meteen achteruit. Dat is absoluut niet mijn manier om aan politiek te doen. Sommige politici lijken bang te zijn voor discussies. Nochtans zullen die er altijd zijn wanneer er iets verandert. Wat is daar mis mee? Je moet natuurlijk wel verdedigen waar je voor staat, je moet niet gaan lopen.

© Rebecca Fertinel

Is Glabbeek zo’n dorp waar de dienstverlening van De Lijn erop achteruit is gegaan met het nieuwe vervoersplan?

Reekmans: Integendeel, wij gaan erop vooruit. Ik krijg eindelijk een buslijn in een deelgemeente waar er vroeger nooit een bus reed. Ik heb daar als burgemeester twaalf jaar voor gelobbyd, en die lijn is er nu gekomen doordat het overaanbod in andere gemeenten wat wordt afgebouwd. Door de vervoersregio’s hebben we eindelijk meer inspraak over hoe de middelen worden ingezet. Maar als u mij vraagt hoe het is gesteld met het openbaar vervoer in Glabbeek, dan is mijn antwoord eenvoudig: abominabel. Er wordt al jaren op bespaard.

Watteeuw: Gent is er als stad serieus op vooruitgegaan. Wij krijgen zestien procent meer vervoerskilometers. Er rijden ook eindelijk bussen en trams na middernacht: wauw zeg, daar moeten we waarschijnlijk heel dankbaar voor zijn. Maar net als in kleinere dorpen zien we dat sommige wijken opeens geen verbinding meer hebben met het centrum. Dat is het probleem met die hervorming, zeker omdat ze budgetneutraal moet zijn. Ik moet een deelgemeente benadelen als ik ergens anders iets wil verbeteren. Mijn moeder woont in een klein West-Vlaams dorpje. Ik kan daar ‘s zondags op geen enkele manier raken met het openbaar vervoer, dat gaat gewoon niet meer.

Enrique Peñalosa, een oud-­burgemeester van Bogota, verwoordde het ooit goed: een ontwikkeld land is niet een land waar alle arme mensen een auto hebben, maar een land waar rijke mensen ook het openbaar vervoer gebruiken. De lat moet echt veel hoger want vandaag gebruiken mensen het openbaar vervoer alleen omdat ze echt geen andere keuze hebben.

Laten we het eens over de gemeentefinanciën hebben. Er is geen enkele stad in Vlaanderen met zo veel schulden als Gent.

Watteeuw: Daar moeten we de komende bestuursperiode heel hard op werken. Door de covid- en energiecrisissen was deze bestuursperiode moeilijk. We hebben er toen terecht voor gekozen om de Gentenaren te ondersteunen. Maar een hoge schuld is niet het grootste probleem. Sommige bedrijven hebben in verhouding zwaardere schulden. Het kan dan juist verstandig zijn om toch te investeren. Het is erger dat er onvoldoende procedures waren om nauwgezet op de centen te letten. Die moet je ontwikkelen als er marge is. Daarom is het volgens mij eerder in de vorige bestuursperiode misgelopen. Toen de buffers in het begin van deze bestuursperiode wegvielen, werd het opeens echt moeilijk. Gent moet daar beter mee leren omgaan.

Reekmans: Ik ga met een financieel doorgerekend verkiezingsprogramma naar de kiezer. Ik vind dat elke partij dat moet doen. Gent heeft recent 54 miljoen euro moeten lenen, enkel en alleen om ervoor te zorgen dat de bouwwerven niet stilvallen. Dat is geen verstandig financieel beleid.

Welke Vlaamse steden heffen het meest en het minst belastingen? En wie zit het diepst in het rood?

In dezelfde periode bouwde Antwerpen zijn schuldenberg al af.

Reekmans: Gent moet geld lenen bij de banken, Antwerpen haalt het eenvoudigweg bij de kabinetten van de N-VA in de Vlaamse regering. (lacht)

Watteeuw: Dat is een zeer juiste analyse.

Reekmans: Maar jullie leven wel allebei boven jullie stand, Filip. Het verschil is dat Antwerpen triomfantelijk schuldafbouw kan aankondigen omdat de subsidies in Vlaanderen gewoon op maat van Antwerpen worden geschreven door N-VA-ministers. Ik heb dat al eens aangeklaagd. De Antwerpse schepen Koen Kennis zei mij toen: u zou in onze plaats hetzelfde doen. Daardoor betaalt heel Vlaanderen mee voor Antwerpen.

Ik krijg per inwoner 245 euro van Vlaanderen. Alles opgeteld krijgt Gent per inwoner zo’n 1700 euro. Ik begrijp dat een stad grotere noden heeft, maar dat is totaal buiten proportie. Een studie van de Vlaamse universiteiten kwam erop uit dat Gent en Antwerpen genoeg moeten hebben aan 600 euro per inwoner. Die studie bewijst dat Gent en Antwerpen al veel te lang veel te veel geld krijgen. Pas op, ik vraag niet zelf om meer geld. Ik klaag alleen de scheve verhoudingen aan.

De Vlaamse regering moet de grote steden en het platteland niet laten duelleren met elkaar.

Filip Watteeuw (Groen)

Watteeuw: Ik ga me niet laten meeslepen in een debat waar de grote steden en het platteland tegen elkaar worden uitgespeeld, maar het klopt wel dat die financieringsstromen een optelsom van koterijen zijn geworden. Dat moet veel transparanter, er moet objectief gekeken worden naar de noden van alle steden en gemeenten. Gent heeft echt wel meer sociale noden dan kleinere gemeenten, maar in het dorp van mijn moeder zie ik evengoed dat er andere problemen zijn. Voorzieningen trekken er weg. Gemeenten in de rand van steden hebben dan weer minder behoeften. Maar de Vlaamse regering moet ons niet met elkaar laten duelleren.

Meneer Reekmans, u zegt zelf dat u geen extra geld hoeft. Wat denkt u dan van al die andere burgemeesters van kleinere gemeenten die daar wel om vragen?

Reekmans: Ik voer zeer inventief beleid. Ik ga zelf – volgens de regels – op zoek naar subsidies, aangezien ze niet voor mij worden uitgeschreven in Brussel. Ik heb de voorbije jaren meer dan 18 miljoen euro aan subsidies naar Glabbeek gehaald, waarmee ik een ongezien investeringsbeleid kan voeren. Ik leg nieuwe fietspaden aan met 90 procent aan subsidies van het Vlaams fietsfonds. Ik ken burgemeesters die dat doen zonder ooit van dat fonds te hebben gehoord. We hebben een oude pastorij verbouwd in onze gemeenten. De Koning Boudewijnstichting schreef toen een projectsubsidie uit waar die renovatie voor in aanmerking kwam. We hebben daar 150.000 euro voor gekregen. Naast Glabbeek hadden alleen twee Waalse gemeenten een project ingediend. Blijkbaar wisten mijn collega’s van niks. Ik moet toegeven dat mijn passage in het Vlaams Parlement me heeft geholpen om die fondsen te vinden, want je moet er wel zelf als burgemeester mee bezig zijn.

Ik merk soms dat de fusies van de jaren zeventig nog altijd niet door iedereen verwerkt zijn.

Filip Watteeuw (Groen)

Voor kleine gemeenten die niet zo’n handige burgemeester hebben als u, biedt een fusie misschien wel een uitkomst.

Reekmans: Ik ben geen genie, hè. Ik doe gewoon mijn job.

Watteeuw: De eisen voor gemeenten en steden nemen wel constant toe. Schaalvergroting kan een oplossing zijn, maar je moet dat zéér goed doordacht doen. Ik merk vandaag soms dat de fusies van de jaren zeventig nog altijd niet door iedereen verwerkt zijn. Dat klinkt misschien vreemd, maar dat gevoel van onvrede wordt van generatie op generatie doorgegeven.

Reekmans: Ook hier moet een en ander geobjectiveerd worden. Alleen als gemeenten een bepaalde bestuurlijke slagkracht niet meer halen, zouden ze wat mij betreft in een fusietraject gedwongen kunnen worden. Maar zeker bij vrijwillige fusies moeten burgers via een referendum het laatste woord krijgen.

Denkt u dat de verplichte fusies van de Vlaamse onderhandelingstafel zijn? U hebt er lang tegen gestreden.

Reekmans: Ik denk van wel. Als ik zie waar de CD&V allemaal veto’s tegen stelt, gaat ze dat zeker tegen verplichte fusies doen. Maar hoe erg is het niet gesteld als ik al mijn hoop moet vestigen op de tjeven? (lacht)

Meneer Watteeuw, u stapte met een kartel met Vooruit in deze coalitie. Ondertussen vormden Vooruit en de Open VLD een nieuw kartel en voeren ze haast campagne tegen u. Hoe is het zo kunnen misgaan?

Reekmans: De Clercq heeft zijn broek afgestoken om de sjerp te krijgen. (lacht) Hij heeft veel te veel toegegeven aan de groenen in de bestuursonderhandelingen en daar heeft hij nu spijt van.

Watteeuw: Scherp. (lacht) U moet de geschiedenis van de coalitie bekijken. We zitten met vier partijen in het bestuur, waarvan er met de groenen en de liberalen maar twee echt nodig zijn. Voor alle partijen was die constructie nieuw. Dan moet een burgemeester heel veel tijd en energie steken in zo’n samenwerking. Aan dat groepsgevoel is onvoldoende gewerkt, de coalitie is nooit echt een team geworden zoals de vorige besturen.

Het cruciale moment kwam er in november 2021. Toen zijn Mathias en ik gaan praten om de spanningen tussen ons weg te werken. Dat was een goed gesprek, tot ik een week later gebeld werd door een journalist. Hij vroeg mij wat ik dacht van de fusielijst tussen de Open VLD en Vooruit. Ik heb dat nieuws niet alleen van een journalist moeten vernemen, ik heb daarna ook dagenlang niks van Mathias gehoord. Er kon blijkbaar zelfs geen telefoontje vanaf. Op dat moment is er een breuk ontstaan tussen ons en die twee partijen. Ondertussen zien wij ook wat er Vlaams en federaal aan de gang is. De kans is groot dat Voor Gent een coalitie vormt met de N-VA, tenzij ze niet om Groen heen kunnen.

Over het Gentse kartel tussen Vooruit en Open VLD: ‘Het is wél een machtsconstructie’

Meneer Reekmans, uw partij beschikt over een absolute meerderheid. U hebt alleen schepenen van uw eigen partij. Is dat geen ongezonde situatie?

Reekmans: Wacht hè, zo’n volstrekte meerderheid krijgt iemand niet zomaar, en je moet daarna wel hard werken om ze te behouden. En het is niet omdat al mijn schepenen van dezelfde partij zijn dat ze het allemaal met elkaar eens zijn. Ik heb heel verschillende mensen samengebracht, die maar één doel hebben: Glabbeek beter maken. Tot nu toe is dat een groot succes.

Haast niemand durft lokaal nog onder de naam Open VLD of CD&V op te komen.

Peter Reekmans (Dorpspartij Glabbeek)

U voorspelde eerder al dat het cordon sanitaire in oktober lokaal wordt doorbroken. Denkt u, met het teleurstellende resultaat van het Vlaams Belang in juni, dat daar straks nog veel appetijt voor zal zijn?

Reekmans: Lokaal is de particratie zo goed als dood. Haast niemand durft nog onder de naam Open VLD of CD&V op te komen. Wat gaan zulke partijen doen als ze een of twee zetels tekortkomen voor een meerderheid? Ik denk dat ze nog altijd naar het Vlaams Belang zullen lonken. Vergeet niet dat zelfs Jean-Luc Dehaene (CVP) voor het eerst burgemeester van Vilvoorde is kunnen worden doordat twee Vlaams Blokkers als onafhankelijken gingen zetelen en hem steunden.

Gent en Antwerpen krijgen al veel te lang veel te veel geld.

Peter Reekmans (Dorpspartij Glabbeek)

Meneer Watteeuw, u hebt een atypische stijl voor een groen politicus: helder, duidelijk en zonder angst voor hevige reacties. Als Groen na de lokale verkiezingen ook nationaal aan een evaluatie begint, zou dat de partij misschien kunnen inspireren?

Watteeuw: Politici moeten geloven in wat ze doen, en trots zijn op wat ze realiseren. Het klopt dat ik dat soms mis bij groene politici, maar lang niet bij allemaal. Elke Van den Brandt heeft dat ook en is communicatief nog veel sterker dan ik, maar het geldt evengoed voor Nadia Naji en Jeremie Vaneeckhout. Natuurlijk had ik liever een betere verkiezingsuitslag gehad in juni, maar het enthousiasme dat nog altijd binnen de partij leeft, maakt veel goed. Ik ben van de generatie die ook 2003 heeft meegemaakt: het defaitisme en de richtingloosheid waren toen verschrikkelijk. Vandaag is dat helemaal anders. Ik heb alle vertrouwen in de toekomst van mijn partij.

Peter Reekmans

1975: Geboren in Tienen.

1996-1998: Voorzitter van de Jong VLD.

2000: Lid van de gemeenteraad in Glabbeek.

2014: Burgemeester voor de Dorpspartij.

2014-2019: Vlaams Parlementslid voor LDD.

Schreef boeken als Dorpstraat-Wetstraat (2016) en De Vlaamse ziekte: het web van de intercommunales (2018).

Filip Watteeuw

1962: Geboren in Moorslede.

Studies: stedenbouw & ruimtelijke ordening en criminologie.

2001: Gemeenteraadslid in Gent.

2009-2013: Vlaams Parlementslid voor Groen.

2013: Schepen in Gent.

Partner Content