Ex-bankier Remi Vermeiren: ‘Wie dit land wil splitsen, loopt met zijn kop tegen de muur’
Met Vlaams Manifest schreef oud-bankier Remi Vermeiren een pleidooi voor een volledige regionalisering van het land, want ‘België is een onmachtige semidemocratie die van compromis naar compromis sukkelt’.
‘Of er al een politicus gereageerd heeft op het Vlaams Manifest? Geen enkele’, zegt Remi Vermeiren, ex-topman van KBC. Zijn boek pleit voor de verzelfstandiging van Vlaanderen en krijgt wel steun van veel academici, financiers en zakenlui, zoals filosoof Ludo Abicht, oud-rector Rik Torfs, politoloog Bart Maddens, arbeidsexpert Jan Denys en de ex-ceo van Janssen Pharmaceutica, Ajit Shetty.
‘Het is een mooie lijst van mensen die de krachtlijnen van het Vlaams Manifest onderschrijven’, knikt Vermeiren. Allen zijn ze het eens: de deelstaten doen het best bijna alles zelf, behalve wat zij, mede vanwege internationale regels, overeenkomen samen te doen. Volgens socioloog Mark Elchardus in zijn voorwoord wijst het boek ‘de weg naar een betere toekomst voor de Vlamingen en voor Vlaanderen, maar is het ook het eerste herstelplan voor Wallonië dat, als het wordt aanvaard, een reële kans op slagen heeft.’
‘Enkelen hebben het Vlaams Manifest niet ondertekend omdat ze vrezen voor eventuele gevolgen voor hun functie, reputatie en relatie met het Belgisch establishment als ze dat zouden doen’, zegt Vermeiren. Twintig jaar geleden moest Herman De Bode opstappen als topman van McKinsey na de ondertekening van het Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa, de voorloper van het huidige Vlaams Manifest. ‘Spijtig dat zelfs vandaag mensen niet voor hun mening durven uit te komen’, aldus Vermeiren.
De staatshervorming is geen thema in de verkiezingscampagne. PS-voorzitter Paul Magnette noemt een staatshervorming ‘politieke fictie’, premier Alexander De Croo (Open VLD) zegt dat er na de verkiezingen geen tijd te verliezen is met lange onderhandelingen over een staatshervorming.
Remi Vermeiren: Het is onverantwoord om zoiets als politicus te zeggen. Zoals ex-minister Koen Geens (CD&V) het onlangs zei: ‘Ik hoor steeds vaker partijen zeggen: “We hebben geen staatshervorming nodig.” Maar als men geen staatshervorming wil, dat men dan eens zegt wat men wél gaat doen om ons land betaalbaar te houden.’ Natuurlijk kan men na de verkiezingen proberen verder te doen met een Vivaldi II. Je kunt dan opnieuw compromissen sluiten en halve maatregelen nemen, maar dat zal onze budgettaire problemen niet oplossen, integendeel. En onze budgettaire problemen zijn gigantisch, daarom zal een staatshervorming na de verkiezingen wel op tafel komen. Er is toch iets ernstigs mis met België.
Waarover niemand nu spreekt, maar straks weer wel: een staatshervorming
Wat is er mis met België?
Vermeiren: We geven in verhouding tot onze economie meer uit dan bijna elk ander geïndustrialiseerd land, gaan ook meer schulden aan dan veel andere landen en onze belastingdruk op vooral arbeidsinkomen is torenhoog. Toch hebben we nog geld tekort voor kerntaken als justitie, veiligheid en ordehandhaving, infrastructuur, defensie, zorg, openbaar vervoer en noem maar op. En dat terwijl er grote budgettaire uitdagingen op ons afkomen, met de vergrijzing, het klimaat en defensie.
Een kleine minderheid heeft een vetorecht waarmee ze elke serieuze verandering kan tegenhouden.
Uitdagingen die extra uitgaven vergen.
Vermeiren: Precies. Als er geen maatregelen worden genomen, zal volgens het Planbureau ons budgettair tekort oplopen tot 45 miljard en onze schuld tot 117 procent van het bbp in 2029. Ondertussen zeggen de nieuwe Europese begrotingsregels dat we moeten besparen en geeft ratingsbureau Fitch België een ‘negative outlook’, wat wil zeggen dat we een hogere rente dreigen te moeten betalen als we gaan lenen. Daarbij kan ik alleen maar vaststellen dat de meeste Franstaligen heel anders tegen deze problematiek aankijken dan de Vlamingen. Heb je het dubbelinterview gelezen in De Tijd met Paul Magnette (PS) en Bart De Wever (N-VA)? Magnette noemt de Europese begrotingsregels ‘catastrofaal’, wil niet horen van besparingen, wil werktijdverkorting en nog meer belastingen invoeren. Dat staat lijnrecht tegenover wat nodig is en wat de meeste Vlamingen ook aanvaarden. Hoe kun je dan een ernstig gezamenlijk beleid voeren en de noodzakelijke maatregelen nemen? Maar ook om andere redenen is een staatshervorming nodig.
Welke?
Vermeiren: De voorbije staatshervormingen gebeurden met de handrem op, beperkte bevoegdheden werden versnipperd over het regionale niveau. Het is misschien nog komisch dat een zeehond in het water een federale materie is, maar zodra hij aangespoeld is op het strand een Vlaamse bevoegdheid wordt. Het wordt ernstiger als een zieke in een ziekenhuis federaal is en de zieke in de thuiszorg Vlaams. Of als de gevangenisstraf federaal is, maar de enkelband Vlaams. Of de handhaving van de verkeersregels federaal is en de verkeersveiligheid Vlaams. Als zeven regeringen bevoegd zijn en uitgavenbevoegdheden niet samengaan met de verplichting die ook zelf te financieren, dan wordt goed bestuur toch vrijwel onmogelijk? Ook om dat allemaal efficiënter te maken, dringt een staatshervorming zich op. En dan is er ook nog het democratisch deficit.
Democratisch deficit?
Vermeiren: Dat is misschien kras uitgedrukt, maar het is er wel. Normaal werkt een democratie volgens twee eenvoudige principes: elke burger heeft één stem en de meerderheid, de helft plus één, beslist. Als er ‘gekwalificeerde meerderheden’ gelden voor de wijziging van de grondwet is dat verdedigbaar. Maar als voor de wijziging van de Bijzondere Wetten, die onder meer de financiële verhoudingen tussen de regio’s beheren, ook twee derde van volksvertegenwoordigers in Kamer en Senaat én de helft van elke taalgroep akkoord moet gaan, gaat dat zeer ver. Wat betekent dat concreet? Dat 31 van de 62 Franstalige volksvertegenwoordigers een wijziging van de grondwet of Bijzondere Wetten kunnen tegenhouden. Zelfs als alle 88 Nederlandstalige volksvertegenwoordigers voor zo’n wijziging zouden zijn. Scherp uitgedrukt kan 21 procent van de Franstalige Belgen alle Vlaamse Belgen overstemmen.
Dat is een manier om rekening te houden met een minderheid, toch?
Vermeiren: Ja, maar zo wordt het meerderheidsprincipe wel erg gekrenkt: een kleine minderheid in het parlement heeft een vetorecht waarmee ze elke serieuze verandering kan tegenhouden. We zien dat ook op het niveau van de federale regering, die altijd samengesteld moet zijn uit evenveel ministers van beide taalgroepen. Karel De Gucht (Open VLD) bestempelde het regeringsoverleg daarom ooit als een ‘diplomatieke conferentie’. België is een onmachtige semidemocratie die van compromis naar compromis sukkelt. De kunst van het compromis behoort ondertussen tot het Belgische erfgoed. En elk compromis wordt luid toegejuicht. (schudt het hoofd)
Wat hebt u tegen compromissen?
Vermeiren: Een compromis staat vaak ver weg van de meest wenselijke oplossing. Zeker wanneer de uitdagingen groot zijn. Een compromis is bij ons vaak een bron van frustratie, waarop nieuwe onderhandelingen volgen met opnieuw een compromis als resultaat. Dat opnieuw wordt toegejuicht. Of het compromis werkt, is bijna bijkomstig. Een compromis staat in ons land ook vaak ver van de voorkeuren van elke gemeenschap, die zoals gezegd dikwijls diametraal tegenover elkaar staan.
De verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië zijn te groot om compromissen efficiënt te laten werken?
Vermeiren: Ja, op economisch vlak zijn de cijfers bekend: in Vlaanderen werkt 77 procent van de mensen tussen 20 en 64 jaar, in Wallonië 65 procent. In Vlaanderen is 3 procent arbeidsongeschikt door ziekte, invaliditeit enzovoort, in Wallonië meer dan 8 procent. Het risico op armoede ligt in Wallonië dubbel zo hoog als de 12 procent in Vlaanderen. Wallonië vertegenwoordigt ongeveer 31 procent van de bevolking, maar draagt slechts 24 procent bij aan het Belgisch bbp. En die bijdrage is nog geflatteerd.
Grondwetsspecialiste: ‘Met de bicefale bevoegdheden van Bart De Wever stoot je al snel op rechtsonzekerheid’
Waarom is dat een geflatteerd cijfer?
Vermeiren: Omdat in Wallonië de overheid een veel belangrijkere werkgever is dan in Vlaanderen. In Wallonië vertegenwoordigt de overheid zo’n 27 procent van het bbp, in Vlaanderen 19 procent. In Wallonië ligt de kostprijs van de overheid in verhouding dus de helft hoger! Het mag duidelijk zijn: er bestaat een aanzienlijke welvaartskloof tussen noord en zuid, die deels wordt toegedekt met de transfers, met geld dat komt van gewone, actieve Vlamingen. Dat geld vloeit vooral via de sociale zekerheid naar mensen die om welke reden dan ook niet werken en eerder in Wallonië wonen.
Wallonië zegt dat het aan een inhaalbeweging bezig is.
Vermeiren: Dat zeggen ze al jaren, maar de cijfers wijzen op het tegendeel: de kloof wordt groter. Sinds 1999 heeft het Waalse Gewest al een zestal plannen gelanceerd om meer mensen aan de slag te krijgen, maar die gaan altijd gepaard met pleidooien voor kortere arbeidstijden, uitbreiding van brugpensioenen, hogere minimumlonen enzoverder. Allemaal contraproductief om meer mensen aan het werk te krijgen. Bovendien zijn de uitgaven daarvoor grotendeels voor rekening van de federale staat, en dus vooral van de Vlamingen, aangezien zij de meeste belastingen betalen. Dan is de voor de hand liggende vraag: hoelang blijft Vlaanderen nog dat democratisch deficit en die financiële erfdienstbaarheid in België slikken?
Vlaanderen is al 60 jaar solidair met de Franstaligen en zorgde al die tijd voor de kredietwaardigheid van België.
In 2005 stelde u in het Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa een splitsing van het land voor. In het Vlaams Manifest hebt u het over een doorgedreven regionalisering. U bent milder geworden?
Vermeiren: Misschien. Kijk, bij een referendum zul je niet zomaar een meerderheid voor een splitsing behalen, ook niet in Vlaanderen. Probeer je tegen beter weten in toch een referendum te organiseren om het land te splitsen, loop je met je kop tegen de muur en zet je in feite een enorme stap achteruit. Zie Catalonië, zie Schotland.
Daarom pleit u nu dus voor een volledige regionalisering?
Vermeiren: Ja, de regio’s worden dan verantwoordelijk voor vele domeinen waar ze vandaag helemaal niet of slechts beperkt bevoegd zijn, zoals zelf belastingen heffen, financiën en begroting, sociale zekerheid, gezondheidszorg, justitie, arbeidsmarkt, binnenlands beleid, economie en energie. Wat federaal zou blijven? Defensie en Buitenlandse Zaken, net als de staatsschuld en het lidmaatschap van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, de NAVO en de EU. Met een volledige regionalisering kan elke regio haar eigen problemen oplossen op de manier die ze verkiest. En draagt ze daar ook de consequenties van.
Wat met de solidariteit en de transfers na de splitsing van de sociale zekerheid?
Vermeiren: Ik pleit voor een overgangsperiode: Vlaanderen en Brussel zouden de tekorten in de Waalse sociale zekerheid nog drie jaar opvangen. Daarna zouden we dat bedrag geleidelijk verminderen, bijvoorbeeld over een periode van een tiental jaar. Zeggen de Franstaligen dat ze dat niet zien zitten? Hebben ze dan echt zo weinig geloof en vertrouwen in eigen kunnen van hun bevolking dat ze de stap naar meer zelfstandigheid niet durven te zetten?
Velen zullen uw pleidooi voor een volledige regionalisering zien als een stap op weg naar Vlaamse onafhankelijkheid.
Vermeiren: Dat is een irrelevante opmerking, want wie weet wat er over tien of twintig jaar zal gebeuren? Niemand.
Het Vlaams Manifest zal ongetwijfeld worden weggezet als een ‘rechts’ en ‘bekrompen’ pleidooi.
Vermeiren: Ach ja, het zij zo. Historisch had de Vlaamse beweging nochtans een sociaal karakter. Links-progressieven hebben in het verleden belangrijke bijdragen geleverd tot de Vlaamse ontvoogding. Vandaag zijn ze inderdaad eerder afwezig, zodat het lijkt alsof het een louter ‘rechtse’ aangelegenheid is geworden. Misschien vrezen ze dat Vlaanderen na een volledige regionalisering te rechts zou worden? Nochtans behalen Vooruit, Groen en PVDA in Vlaanderen volgens de peilingen samen meer dan 30 procent van de stemmen, dat is toch een serieus aantal? En mag ik nog op iets anders wijzen?
Zeker.
Vermeiren: Sommigen kleven aan Vlaanderen steeds een negatieve connotatie van ‘rechts’ en ‘kapitalistisch’, maar dat Vlaanderen heeft er toch maar voor gezorgd dat er een regio is ontstaan waar de welvaart relatief hoog en goed verspreid is. Dat Vlaanderen is al zestig jaar solidair met de Franstaligen. Dat Vlaanderen zorgde ook al die tijd voor de kredietwaardigheid van België. En ik ben ervan overtuigd dat Vlaanderen nog welvarender zal zijn als het in de toekomst zijn eigen weg kan gaan. En eigenlijk geldt dat ook voor Wallonië als het onder meer goed gebruikmaakt van de geboden lange overgangsperiodes.
OPROEP: kom naar de Knack-redactie en stel zélf uw vraag aan Alexander De Croo, Zuhal Demir of Jos D’Haese
Bio Remi Vermeiren
1940: geboren in Oudegem (Dendermonde).
1960: begint te werken bij de Kredietbank, het latere KBC
1995 – 2003: voorzitter van het directiecomité van de KBC Groep
Vanaf 2003: voorzitter van de denkgroep In de Warande.
2005: publicatie ‘Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa’
2014: publicatie ‘België, de onmogelijke opdracht. Vlaamse onafhankelijkheid: recht, behoefte en noodzaak’ (Uitg. Pelckmans)
2024: publicatie ‘Vlaams Manifest’ (Uitgever: Borgerhoff & Lamberigts)