Europese Commissie tikt België op de vingers voor ontwerpbegroting voor 2024
De Belgische ontwerpbegroting voor 2024 dreigt niet in overeenstemming te zijn met de Europese aanbevelingen. Dat heeft de Europese Commissie dinsdag geoordeeld. Ze vraagt België maatregelen te nemen om de groei van de uitgaven binnen de perken te houden.
De Commissie en de overige lidstaten hadden België deze zomer aanbevolen om de nominale toename van de netto primaire uitgaven (zonder rentebetalingen) volgend jaar te beperken tot maximaal 2 procent. Op basis van haar analyse van de ontwerpbegroting voor 2024 vreest de Commissie echter dat deze uitgaven met 3,8 procent zullen stijgen. Net als de andere lidstaten werd België ook gevraagd om de energiesteunmaatregelen uit te doven en het bespaarde geld aan te wenden om het begrotingstekort te verminderen. België respecteert die eerste vraag, zo stelt de Commissie, maar ze vreest wel dat een deel van het vrijgekomen geld niet gebruikt zal worden om het deficit te beperken.
De lidstaten moesten midden oktober hun ontwerpbegroting indienen. De Commissie heeft dat huiswerk nu beoordeeld in het licht van de budgettaire aanbevelingen die de lidstaten deze zomer voor elk land goedkeurden. Behalve België dreigen ook Frankrijk, Finland en Kroatië hun aanbevelingen niet te respecteren.
België overhandigde de Commissie een ontwerpbegroting waarin voor 2024 wordt uitgegaan van een tekort van 27,5 miljard euro, of 4,6 procent van het bruto binnenlands product. Dit jaar zou het tekort uitkomen op 5,2 procent van het bbp. De Europese regels gebieden de lidstaten het tekort onder 3 procent te houden. Die norm wordt als gevolg van de coronacrisis en de daaropvolgende energiecrisis al sinds 2020 niet meer afgedwongen.
Vanaf volgend jaar wil de Commissie echter opnieuw procedures lanceren tegen lidstaten die de budgettaire teugels vieren, op basis van de definitieve cijfers van 2023. Volgens de huidige projecties zouden België en acht andere eurolanden de norm niet halen.
Staatssecretaris voor Begroting Alexia Bertrand erkent dat de uitgaven toenemen. Ze wijst er wel op dat een aanzienlijk deel van de stijging te wijten is aan de kosten voor inflatie. “Een automatische loonindexering brengt een kostenplaatje met zich mee en dat ziet de Europese Commissie niet graag, maar de bescherming van de koopkracht is voor deze regering absoluut een noodzaak”, stelt ze.
Daarnaast is een deel van de stijging volgens Bertrand ook te wijten aan investeringen. Bertrand beklemtoont ook dat de regering de eerste stappen heeft gezet om de openbare financieën terug op het juiste pad te krijgen. Zo deed Vivaldi bij de begrotingscontrole in maart nog een inspanning van 1,8 miljard euro, in oktober een inspanning van 1,2 miljard. Bertrand wijst er echter ook op dat ook de deelstaten hun bijdrage moeten leveren om het tekort de komende jaren opnieuw onder 3 procent te brengen.
Hoe dan ook is voor Bertrand duidelijk dat er werk op de plank ligt na de verkiezingen. “De volgende regeringen, op alle beleidsniveaus, zullen moeten hervormen, en moeten daar zelfs een versnelling hoger in schakelen. Het is ook van groot belang dat we na de verkiezingen zo snel mogelijk aan de slag gaan om een regering te vormen. Zo vermijden we grote uitgaven tijdens lange lopende zaken en kunnen we meteen aan de slag om deze grote werven aan te pakken.”