Belg is geloof kwijt in de democratie: ‘Er bestaat geen wondermiddel om het tij te keren’

Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Bijna één derde van de Belgen vindt dat we niet in een democratie leven. En dat is niet alles: ‘Meer en meer wordt de schuld voor wat er fout loopt ook bij justitie en de media gelegd’, zegt professor Jean-Benoît Pilet.

‘Wat een indrukwekkende cijfers bevat de Knack-enquête over democratie’, zegt Jean-Benoît Pilet, politoloog aan de ULB die het politieke ongenoegen in onze samenleving bestudeert. ‘De resultaten bevestigen overduidelijk een aantal bevindingen uit eerder onderzoek. De helft van de Belgen vindt bijvoorbeeld dat zijn stem niet meetelt, en een op de drie geeft de voorkeur aan een sterke leider zonder parlementaire invloed. Maar vooral ontluisterend is dat uit deze enquête blijkt dat 1 miljoen Vlamingen en bijna 2 miljoen Belgen niet meer geloven in de politiek én in justitie én in de traditionele media. Een op de vijf landgenoten keert zich dus tegen het systeem. Dat is een enorm grote groep mensen.’

Wie zijn die mensen die zich tegen het systeem keren?

Jean-Benoît Pilet: Het is een zeer diverse coalitie van heel ontevreden mensen. Je kunt vier groepen onderscheiden. Er zijn burgers die vinden dat onze parlementaire democratie, waarbij we mensen kiezen die ons vertegenwoordigen, te ver afstaat van de kiezers en dat verkozenen te weinig rekening houden met de wensen van de burgers. Er is onvoldoende inspraak.

Die horen we nu vaak.

Pilet: Ja, die horen we het vaakst, maar er zijn nog andere ontevredenen. Zo is er een groep mensen die meent dat eerder het gebrek aan bekwaamheid en expertise van de politici het grootste probleem is. Zij zijn niet voor meer burgerparticipatie, maar hameren op meer efficiëntie en een beter functionerende overheid die haar beslissingen baseert op feiten. Een derde groep heeft – al dan niet terecht – de indruk dat hun levenskwaliteit achteruitgaat. Zij voelen zich bedreigd.

Waardoor?

Pilet: Voor sommigen gaat het om een economische bedreiging, bijvoorbeeld omdat de energieprijzen stijgen en winkelen veel duurder wordt of omdat ze moeilijk een betaalbaar huis vinden. Voor anderen gaat het eerder om een culturele bedreiging. Zij maken zich zorgen over migratie, de hele discussie over seksuele identiteit enzoverder. En dan is er nog een vierde groep, die we vandaag vooral in Vlaanderen zien.

Traditionele partijen nemen het antidiscours over. Ook staatssecretaris Nicole de Moor (CD&V) legt rechterlijke uitspraken naast zich neer. © Belga

Vlamingen die zich niet terugvinden in het Belgische beleid?

Pilet: Voilà, zij zeggen dat het Belgische systeem vastzit, dat er federaal geen beslissingen meer kunnen worden genomen. Er zijn Vlamingen die vinden dat hun stem niet telt omdat de grootste partijen in Vlaanderen, N-VA en Vlaams Belang, federaal niet aan de macht zijn of zelfs door het cordon sanitaire bij voorbaat worden uitgesloten. Dat is geen typisch Vlaams fenomeen, tot de jaren negentig zagen we een soortgelijke groep ontevreden Franstaligen. Zij vonden dat onze democratie slecht functioneerde omdat het altijd weer Vlamingen waren die in België alles beslisten.

Dat zijn vier heel verschillende groepen ontevreden burgers.

Pilet: En vanuit heel verschillende hoeken komen ze allemaal tot dezelfde conclusie: wij tellen niet mee, met ons wordt geen rekening gehouden. Het grote probleem is dat die ontevredenen verschillende en soms zelfs tegenstrijdige oplossingen voorstaan. Sommigen zeggen dat we meer burgerparticipatie nodig hebben, terwijl anderen net vinden dat we al te veel macht aan de burgers geven, en dat er een sterke leider moet komen. Of een regering van experts. Terwijl anderen dan weer menen dat we burgers via loting moeten aanwijzen om in het parlement te zitten.

Is de ontevredenheid over politiek geëvolueerd?

Pilet: Er heeft altijd wel enig wantrouwen bestaan jegens verkozenen, maar lange tijd bleef dat bij: ‘Als we de onbekwame of corrupte politici vervangen, zal alles beter gaan’. Financiële schandalen oplossen, meer controle op de handel en wandel van verkozenen enzoverder, dat zou alles oplossen. Dat station zijn we gepasseerd. Het ijveren voor betere politici heeft niet gewerkt, de kloof tussen politici en de burger werd zelfs groter, met bijvoorbeeld Vlaams Belang als grote winnaar bij de verkiezingen in 2019. Nu hoor je steeds vaker dat niet de politici het probleem zijn, maar het parlementair systeem zélf.

(Lees verder onder de preview)

Is het ter discussie stellen van ons parlementaire systeem nieuw?

Pilet: De eerste sporen daarvan zie je al begin jaren negentig in het Burgermanifest van Guy Verhofstadt (Open VLD). Hij wilde de stemplicht afschaffen, een meerderheidsstelsel installeren zoals in Groot-Brittannië waar de grootste partij alle zetels binnenhaalt, referenda organiseren over van alles en nog wat. Ook bij de groenen, de Volksunie, het FDF, het Rassemblement Wallon en andere partijen waren er toen mensen die nadachten over het parlementaire systeem. In die tijd waren daar slechts een handvol politici mee bezig, maar sinds 2015-2020, toen het duidelijk was dat de besluitvorming in ons land steeds moeilijker werd, denken veel meer mensen, en vooral jonge politici, in alle partijen na over hoe we onze democratie kunnen verbeteren. Dat is nieuw.

Het is dus niet alleen extreemrechts dat ons parlementaire systeem ter discussie stelt, zoals vaak wordt gedacht?

Pilet: Nee, we zien dat lang niet alleen bij het Vlaams Belang, of bij de extreemlinkse PVDA-PTB en een populistische partij als Lijst Dedecker. Ook bij de traditionele partijen zijn er steeds meer mensen die de werking van onze parlementaire democratie ter discussie stellen. Het heeft ook al geleid tot belangrijke hervormingen voor de komende gemeenteraadsverkiezingen in Vlaanderen: de stemplicht werd afgeschaft en de burgemeester zal meer rechtstreeks worden verkozen, omdat de kandidaat met de meeste voorkeurstemmen in de grootste fractie van de coalitie automatisch burgemeester wordt.

Uit de Knack-enquête blijkt dat het wantrouwen vandaag niet alleen politici of onze parlementaire democratie treft. 42 procent van de Belgen vindt dat de rechters niet onafhankelijk zijn en 54 procent dat de politiek en de traditionele media onder één hoedje spelen.

Pilet: Dat is een recente ontwikkeling. Het is begonnen bij extreemrechtse partijen, maar nu wordt dat discours overgenomen door traditionele partijen. De N-VA heeft het vaker over ‘wereldvreemde rechters’. De CD&V legt in het vluchtelingendossier rechterlijke uitspraken en veroordelingen met dwangsommen naast zich neer. MR-voorzitter George-Louis Bouchez hekelt geregeld de ‘laksheid van justitie’. PS-voorzitter Paul Magnette zegt dat we ons niets moeten aantrekken van de Europese begrotingsregels. Enzovoort. Meer en meer wordt de schuld voor wat er fout loopt ook bij justitie en de media gelegd. We zagen dat ook al elders, denk maar aan Donald Trump in de VS.

‘Als PS-voorzitter Paul Magnette de sterke leider wordt, dan zal de Vlaams Belang-kiezer een sterke leider geen goed idee meer vinden.’ © Belga

Die zegt zelfs dat de verkiezingsresultaten vervalst zijn.

Pilet: Dat hebben we in West-Europa nog niet gehoord. Hier heerst toch nog altijd de overtuiging dat de verkiezingen vrij, eerlijk en transparant verlopen. Het is afwachten of het wantrouwen tegenover politici, rechters en media zich ook bij ons zal uitbreiden naar het verkiezingsproces zelf.

Opvallend: Walen zijn cynischer over politiek dan Vlamingen, zo blijkt uit de Knack-enquête. Meer Franstaligen vinden dat België geen democratie is, dat de meeste Belgische politici corrupt zijn, dat de macht moet worden uitgeoefend door een sterke leider…

Pilet: In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, kiezen zeker niet minder Walen dan Vlamingen voor een autoritaire leider. En zijn er niet minder Walen tegen migratie. Maar er zijn wel twee grote verschillen tussen het noorden en het zuiden van het land. Eén, Franstaligen zijn meer bezorgd over economie dan over leiderschap en migratie, bij de Nederlandstaligen ligt dat omgekeerd. Twee, in Franstalig België is er geen enkele politieke partij die de onvrede over thema’s als corrupte politici en migratie heeft opgepikt, terwijl in Vlaanderen het Vlaams Belang dat wel heeft gedaan.

(Lees verdre onder de preview)

Hoe komt het dat Wallonië geen extreemrechtse partij heeft die de onvrede van de bevolking politiek weerspiegelt?

Pilet: Dat heeft zeker te maken met de incompetentie van de extreemrechtse beweging in Franstalig België. Die mensen maken altijd maar ruzie met elkaar en blijken uiteindelijk nog corrupter dan degenen die ze bekritiseren. Dus telkens als er een kleine extreemrechtse partij in Wallonië opkwam, reed die zichzelf in de vernieling. Een andere factor is dat extreemrechts in Franstalig Belgie steeds wordt geconfronteerd met een hecht blok, zowel in de politiek als in de media. Daar heerst niet alleen een cordon sanitaire, maar ook een cordon médiatique. En zolang je te maken hebt met een kleine partij werkt dat: extreemrechts komt niet aan bod, noch in politieke debatten noch in de pers. Zo werd elke poging tot het vormen van een extreemrechtse partij in Franstalig België in de kiem gesmoord.

Tot slot: zijn die bijna 2 miljoen Belgen die zich tegen het systeem keren verloren? Of kunnen we ze toch opnieuw laten geloven in de parlementaire democratie, justitie en media?

Pilet: Het is een illusie dat je het wantrouwen jegens onze instellingen bij iedereen kunt wegnemen. Er bestaat ook geen wondermiddel om het tij te keren, daarvoor is het probleem te complex en zijn de voedingsbodems voor het wantrouwen veel te verschillend. Ik denk wel dat we de groep ontevreden burgers kunnen verkleinen – met een goed beleid, als die burgers merken dat een democratie hen iets oplevert. Maar wat hoor ik al heel mijn leven? De overheidsschuld is te groot, straks is er geen geld meer voor de pensioenen enzoverder. Als we erin zouden slagen om mensen te overtuigen dat onze democratie hun levensstandaard verbetert, zou dat al veel wantrouwen wegnemen.

Jean-Benoît Pilet.

Of je er persoonlijk op vooruitgaat is voor veel mensen belangrijker dan principes over hoe een democratie moet functioneren?

Pilet: Voor een deel van de bevolking is de persoonlijke situatie belangrijker dan de regels van de democratie, dat tonen tal van studies aan. Mensen zijn bijvoorbeeld voor een sterkere leider omdat ze geloven dat die dan maatregelen zal nemen waar ze zelf beter van zullen worden. Als een Vlaams Belang-kiezer een sterke leider wil, dan is dat omdat hij denkt dat die de migratie zal stoppen. Maar stel dat Magnette, voorstander van een meer opengrenzenbeleid, de sterke leider wordt, dan zal die Vlaams Belang-kiezer een sterke leider geen goed idee meer vinden. Idem voor referenda: de pro-Europakiezers in Duitsland waren voor referenda, maar sinds de Brexit zijn ze tegen referenda. Niet omdat hun mening over referenda is veranderd, wel omdat ze beseffen dat ze misschien niet zullen krijgen wat ze willen. En dat is voor heel wat mensen doorslaggevend als ze oordelen over een politiek systeem: behoor ik tot de winnaars of tot de verliezers?

Partner Content