Daan Delespaul

‘Een gezonde democratie heeft geen opkomstplicht nodig’

Daan Delespaul Doctoraatsstudent KU Leuven ((Foto: © Charlotte Kamers)

‘‘Niet stemmen’ hoeft niet altijd ‘tegen stemmen’ te betekenen’, schrijft politicoloog Daan Delespaul (KU Leuven) naar aanleiding van de opkomstcijfers van de lokale verkiezingen. ‘Voor we de lijkrede van de lokale democratie uitspreken dus nog een gouden tip aan de nieuwe Vlaamse regering: maak stemmen niet verplicht maar aantrekkelijk.’

Zondag maakten u en ik deel uit van een groot maatschappelijk experiment rond de effectiviteit van de opkomstplicht. U mag de resultaten daarvan gerust opmerkelijk noemen – althans in zoverre u in de illusie verkeerde dat de gemiddelde Vlaming zich met interesse en enthousiasme naar het stemhokje begeeft.

Onder de sluier van een jarenlange opkomstplicht blijkt een grote groep Vlamingen zich immers weinig aan te trekken van de politiek. Het werd zo geen ‘zwarte’, maar vooral een ‘lege’ zondag. 

Het slechte nieuws: de thuisblijvers zijn naar alle waarschijnlijkheid korter geschoold, minder vermogend en politiek gefrustreerd. Het is precies deze groep die men in 1918 via het algemeen enkelvoudig stemrecht hoopte te integreren in de politiek. Het is problematisch en democratisch laakbaar dat de kiesuitslag van zondag geen correcte afspiegeling geeft van alle grondstromen in de samenleving. De afgelopen dagen zwol de oproep om de opkomstplicht te herstellen dan ook (terecht!) aan.

En het goede nieuws? Het had al bij al veel erger gekund. Met een opkomst van 63,6% blijven Vlamingen zelfs koploper in een traag peddelend peloton van Europese opkomstcijfers. In Nederland ging zowat de helft van de ingeschreven kiezers lokaal stemmen, in Engeland is het met 35,9% al helemaal kommer en kwel. Van de landen zonder opkomstplicht laten we enkel Denemarken en Spanje voor, maar daar vallen de gemeenteraadsverkiezingen gelijktijdig met (belangrijkere) regionale verkiezingen. Onze lokale democratie mag dan wel niet bloeien, echt bloeden doet ze nog niet echt.

Daar komt nog eens bij dat de grote groep afgehaakten geen nieuw fenomeen zijn. Een postelectorale survey uit 1979 geeft aan dat slechts 53% van de Belgische kiezers zou blijven stemmen bij een afschaffing van de opkomstplicht. In 1995 liep dat aandeel op tot 60% en in 2019 zelfs tot een toppunt van 65%. De gemiddelde Vlaming is, kortom, steeds gemotiveerder geworden om te gaan stemmen. De politieke storm van de voorbije dagen raast dus eigenlijk in een historisch glas water.

Wat kunnen we dan leren uit de stemming van zondag? Alvast niet dat de malaise van die aard is dat de democratie in dit land niet meer werkt. In tegendeel: onze lokale lijsten puilen nog steeds van gedreven en getalenteerde kandidaten. Succesverhalen als die van Mohamed Ridouani in Leuven of Dirk De fauw in Brugge tonen bovendien dat besturen loont. In de marge daarvan werden de politieke extremen van Vlaams Belang en PVDA stevig afgevijld.

We mogen ook niet vergeten dat er zondag amper campagne is gevoerd om kiezers op de been te brengen. In Denemarken bijvoorbeeld, dragen gerichte sms-campagnes bij jongeren bij tot een verhoogde turnout van 1,8%. Ook latere openingsuren voor stembureaus, zoals in Oostenrijk, kunnen de opkomst vergroten. Met een korte openingstijd van zes tot acht uur vormt België hier een Europese uitzondering.

Ook structureel beleid kan de opkomstcijfers opkrikken. Onderzoek uit de Verenigde Staten geeft aan dat de opkomst voor gemeenteraadsverkiezingen tot wel 18% hoger ligt in november, wanneer de presidentsverkiezingen traditioneel plaatsvinden. Indien België vervoegd stemmen zou toestaan, zou de opkomst 0,22% hoger liggen voor elke bijkomende verkiezingsdag. Er lijken, kortom, nog heel wat instrumenten voorhanden om kiezers te mobiliseren.

De grootste tegenstanders van de opkomstplicht baseren zich zo op de verkeerde veronderstelling: namelijk, dat kiezers niet meer willen stemmen. De 1,8 miljoen niet-stemmers gelden voor hen als een case in point voor de antipolitiek. Nochtans hoeft ‘niet stemmen’ niet altijd ‘tegen stemmen’ te betekenen. Kiezers kunnen lokaal onvoldoende geïnformeerd zijn, slecht ter been zijn, of door werk en familie in de onmogelijkheid verkeren om tot het stembureau te geraken. Zijn dit echt de kiezers die we uit het stemhokje willen filteren?

Voor we de lijkrede van de lokale democratie uitspreken dus nog een gouden tip aan de nieuwe Vlaamse regering: maak stemmen niet verplicht maar aantrekkelijk. Sta vervroegd stemmen toe, zorg ervoor dat (zoals in Nederland) stembureaus langer openblijven en laat de lokale verkiezingen samenvallen met nationale verkiezingen. Organiseer desnoods, zoals in Herstappe, een brunch voor heel Vlaanderen. Maar laat de niet-stemmers niet zomaar in de steek.

Daan Delespaul is doctoraatsstudent in de politieke sociologie aan de KU Leuven.

Partner Content