Hugo Beersmans
‘Een ander woonbeleid: komt daar nu iets van in huis?’
‘Terwijl de wooncrisis zich afspeelt op de huurmarkt, lijkt het er nu al op dat de baksteen in de maag opnieuw de kern van het nieuwe woonbeleid zal vormen’, schrijft Hugo Beersmans. Hij roept de onderhanelaars die momenteel een nieuwe Vlaamse regering vormen op om werk te maken van een ander woonbeleid.
Een beperkte voorraad sociale huurwoningen, in combinatie met een stiefmoederlijk behandelde private huurmarkt: dat is het perfecte recept voor de aanslepende wooncrisis. Hoewel het recht op behoorlijke huisvesting in onze Grondwet staat ingeschreven, zijn er zo’n kwart miljoen huishoudens in Vlaanderen die niet deftig wonen. Zij wonen vaak noodgedwongen onzeker en onbetaalbaar, en ook nog eens ongezond of gevaarlijk.
Dat is geen nieuwe analyse. Tien jaar geleden al kenden we dezelfde problemen op de woonmarkt. En toch ging het woonbeleid op het traditionele elan door. Van een reële verbetering is er geen sprake, zo blijkt uit menig onderzoek. Het aandeel sociale woningen nam niet toe, in tegenstelling tot de wachtlijsten. Dat zorgde op zijn beurt voor extra druk op de private huurmarkt, waar het nog steeds ontbreekt aan voldoende betaalbaar en kwaliteitsvol aanbod.
Op het moment dat ontslagnemend minister van wonen Matthias Diependaele zich klaarmaakt om de stoel van minister-president in te nemen, rijst bij ons de vraag of een volgende regering dan wel de ambitie heeft om een koerswijziging in te zetten.
In de campagne richting Vlaamse verkiezingen vond alvast geen enkele partij het nodig om een sociaal rechtvaardig woonbeleid tot speerpunt te bombarderen. Enigszins verwonderlijk wordt de thematiek nu wel door verschillende partijen en in verschillende gemeenten en steden naar voor geschoven voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober. Nochtans liggen de meeste hefbomen op Vlaams niveau.
Niet onlogisch dus dat we uitkijken naar het komende Vlaams regeerakkoord, waarmee de formerende partijen N-VA, CD&V en Vooruit een nieuwe kans krijgen om het recht op wonen te versterken. Een blik op de partijprogramma’s leert alvast dat CD&V en Vooruit veel meer sociale woningen willen. Dat zou zeker een trendbreuk betekenen tegenover de stilstand van de afgelopen jaren. Maar is het voor hen ook een prioriteit? En indien ja, hoe moet dat dan, want N-VA lijkt op zijn minst geen vragende partij te zijn. Wil de toekomstige Vlaamse Regering zich een warmer gelaat aanmeten – de ontslagnemende regering is niet alleen haar meerderheid maar ook 20% van haar zetels kwijt in het Vlaams Parlement – dan zal ze toch een aantal recent ingevoerde en hardvochtige voorwaarden voor sociale huurders en kandidaat-huurders moeten terugdraaien.
Hoe dan ook zijn bijkomende sociale woningen niet van vandaag op morgen gebouwd. Ingrijpen op de private huurmarkt en die sterker ondersteunen kan wel een stuk sneller effect sorteren. Dat is ook nodig, want niet alleen laat de kwaliteit daar vaak te wensen over, ook een derde van de private huurders slaagt er niet in om na het betalen van de huur nog voldoende over te houden om menswaardig te leven: een serieus probleem voor deze huishoudens dus en niet meteen een aantrekkelijke vaststelling voor verhuurders die de kans op betaalachterstand zien stijgen.
Er lijkt een opening bij de formerende partijen om de bestaande huurpremie sneller toe te kennen. Nu krijgen huurders zo’n tegemoetkoming in de huurprijs pas na vier jaar wachten op een sociale woning, maar slechts als ze er zelf in slagen een woning aan een redelijke huurprijs te vinden. Rijkelijk laat dus en bovendien een teken van een armtierig woonbeleid omdat de Vlaamse overheid tot dusver nalaat redelijke huurprijzen te garanderen.
Een maatregel die zich opdringt en de overheid geen geld kost, is een gedeeltelijke maar permanente blokkering van de indexering van huurprijzen van energetisch slechte panden. Zo’n maatregel werd al tijdelijk toegepast tijdens de energiecrisis en werd als proportioneel beoordeeld door het Grondwettelijk Hof. Hij maakte in de praktijk ook echt een verschil. Zo konden private huurders met een hoge energiefactuur vermijden dat ze daarbovenop nog een serieuze huurindexatie moesten ondergaan. Ten slotte zorgde die maatregel er voor dat verhuurders versneld werk maakten van energetische renovaties.
Terwijl de wooncrisis zich afspeelt op de huurmarkt, lijkt het er nu al op dat de baksteen in de maag opnieuw de kern van het nieuwe woonbeleid zal vormen. In haar analyse van de startnota concludeert De Tijd dat er tussen de drie formerende partijen al een consensus zou zijn om de registratierechten te verlagen. Nochtans vertaalt een verlaging van de registratierechten zich rechtstreeks in stijgende woningprijzen en wees de Nationale Bank er eerder al op dat zulks op zijn beurt zorgt voor hogere huurprijzen. Zo worden huurders met vaak beperkte inkomens dus opnieuw de dupe.
Wil de toekomstige Vlaamse Regering, mogelijk met ontslagnemend minister van wonen Matthias Diependaele aan het roer, een rechtvaardig woonbeleid uitrollen, dan zal ze in elk geval uit een andere vaatje moeten tappen dan wat we de jongste 10 jaar gezien hebben.
Hugo Beersmans is woordvoerder van Woonzaak, een groep organisaties die zich inzetten voor een meer rechtvaardig woonbeleid. Via een Europese procedure roepen ze de overheid ter verantwoording.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier