Econoom Gert Peersman: ‘Deze regering zal de overheidsfinanciën niet gezond maken’
‘Het regeerakkoord schuift de rekening nog maar eens door naar de volgende generatie’, zegt de Gentse econoom Gert Peersman.
‘Laat ik positief beginnen’, antwoordt econoom Gert Peersman (UGent) op de vraag of de regering-De Wever erin zal slagen de overheidsfinanciën op orde te stellen. ‘De richting die de regering-De Wever uitgaat, is goed. Dat is al verschillend met de regering-De Croo, die vooral meer geld uitgaf, bijvoorbeeld aan pensioenen. Maar onze overheidsfinanciën op orde zetten, zal met dit regeerakkoord niet lukken.’
Waarom niet?
Gert Peersman: De regering gaat ervan uit dat ze een werkzaamheidsgraad van 80 procent kan bereiken. Mijn collega en arbeidseconoom Stijn Baert heeft al gezegd dat dit onhaalbaar is. De regering zal daarvoor bijvoorbeeld de werkloosheidsuitkeringen beperken in de tijd. Sommigen voorspellen menselijke drama’s, maar dat is overdreven want die maatregel bestaat al in andere landen. Maar zeggen dat dit de golden bullet is die de werkzaamheidsgraad veel zal verhogen klopt ook niet, want heel wat mensen die zonder werkloosheidsuitkering zullen vallen, komen bij een andere uitkering terecht. Zelfs met de meest drastische maatregelen zou je er in deze regeerperiode niet in slagen om de werkzaamheidsgraad te verhogen tot 80 procent.
‘Heel wat mensen die zonder werkloosheidsuitkering zullen vallen, komen bij een andere uitkering terecht.’
De regering rekent ook op productiviteitsgroei.
Peersman: Ik ben blij dat ze productiviteitsgroei zelfs ‘de sleutel’ noemt, maar nergens staan er maatregelen om de productiviteitsgroei te verhogen. Als men de productiviteit echt had willen verhogen had men de index en de loonnorm op de schop moeten nemen, zodat productieve bedrijven een hoger loon kunnen geven en goede arbeidskrachten kunnen aantrekken. Zulke ingrijpende maatregelen heeft men niet genomen.
De regering rekent op terugverdieneffecten, inkomsten dankzij hervormingsmaatregelen.
Peersman: We hebben de definitieve begrotingstabellen nog niet, maar in de laatste tabellen ging men alles bij elkaar uit van zo’n 13 miljard aan terugverdieneffecten. Dat is veel te hoog gegrepen. Neem bijvoorbeeld de maatregelen in de pensioenen, waar men degenen die langer werken wil belonen met een bonus van 2 procent per jaar tot 2030 en die vroeger met pensioen financieel wil straffen met een malus van 2 procent.
Experts over de pensioenhervorming: ‘Jammer dat de wettelijke pensioenleeftijd niet is aangepast aan de levensverwachting’
Een goede maatregel?
Peersman: Op zich wel, maar zullen veel mensen om die reden langer blijven werken? Daarvoor ligt die 2 procent te laag. Het systeem zal pas op dreef komen als de bonus en malus naar 4 en 5 procent gaan en dat is voor na 2030. Die maatregel zal dus pas tijdens de volgende regeerperiode iets opleveren. Zo zit dit regeerakkoord vol maatregelen die pas veel later een effect zullen hebben, maar waar men nu toch al rekent op terugverdieneffecten. Daarbij is er nog iets anders dat me stoort in het regeerakkoord: het is de volgende generatie die de duimschroeven wordt aangedraaid als het gaat over langer werken en pensioenen.
‘Dit regeerakkoord zit vol maatregelen die pas veel later een effect zullen hebben, maar waar men nu toch al rekent op terugverdieneffecten.’
De regering-De Wever schuift de rekening door naar de volgende generatie?
Peersman: Ja. Men had ook aan de mensen die ouder dan 55 jaar of al met pensioen zijn kunnen zeggen dat ze een bijdrage moesten leveren, bijvoorbeeld via een indexsprong, zodat de nodige inspanningen gespreid worden over alle generaties. Maar dat gebeurt niet, het komt allemaal op rekening van de volgende generatie.
De regering wil dat werken meer loont en doet dat door de belastingvrije som te verhogen voor iedereen die werkt.
Peersman: Een maatregel die heel veel geld kost en te weinig doelgericht is. De lage lonen zullen meer nettoloon overhouden en dat kan mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt aanzetten om te gaan werken. Maar de regering verhoogt de belastingvrije som voor iedereen die werkt, dus ook voor de hogere lonen. Daar zou je weleens een heel ander effect kunnen krijgen: omdat ze meer netto krijgen, gaan sommigen misschien nog maar vier vijfde werken. Voor hen is er ook geen prikkel om meer te werken, om overuren te doen, integendeel. Die maatregel zal dus ook een negatief effect hebben, iets waar men geen rekening mee houdt.
De regering voert een meerwaardebelasting in van 10 procent op de gerealiseerde meerwaarde, met een vrijstelling van de eerste 10.000 euro.
Peersman: De allergrootste kapitalen zul je daarmee niet belasten, ze verkopen hun aandelen niet maar geven ze door aan de volgende generatie en realiseren dus geen meerwaarde. Wie je wel treft, zijn de gewone beleggers en de kleine zelfstandigen die sparen om hun pensioen later aan te vullen. Als zij op dat moment hun beleggingen verkopen, moeten ze die meerwaardebelasting betalen. De meerwaardebelasting is dus een gemiste kans, ook om nog een andere reden: men voert nu nog maar eens een belasting in met andere tarieven en regels.
Fiscaliteit wordt nóg ingewikkelder?
Peersman: Inderdaad, ondanks alle mooie woorden over een eenvoudigere, transparantere fiscaliteit. En men mag de minwaarden van de meerwaarden bij beleggingen aftrekken: wie gaat dat allemaal berekenen en controleren? Men heeft steeds de mond vol over administratieve vereenvoudiging, maar dit is weer een voorbeeld van hoe in de praktijk het tegenovergestelde gebeurt. Men had dus beter beslist om alle inkomsten uit vermogen, weze het uit spaarboekjes, beleggingen, huurinkomsten en noem maar op, aan hetzelfde tarief te belasten. Want wat gebeurt er nu? Spaargeld wordt nu geïnvesteerd waar fiscaal het meeste voordeel valt te halen, in bakstenen dus, want de huurinkomsten worden niet belast. Maar dat zijn niet de investeringen die het meest bijdragen aan een hogere productiviteit.
‘Men heeft steeds de mond vol over administratieve vereenvoudiging, maar in de praktijk gebeurt het tegenovergestelde.’
De regering-De Wever moet Europa overtuigen dat ze serieus wil hervormen om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Zal Europa de Belgische inspanningen voldoende vinden?
Peersman: Het is nogal naïef om te denken dat je met dit regeerakkoord ons land financieel en economisch terug op de rails zal zetten. Met wat de regering nu van plan is, zal ze er niet in slagen om onze overheidsfinanciën gezond te maken. Ik vrees dan ook dat de volgende verkiezingen opnieuw over het op orde stellen van de overheidsfinanciën zullen gaan. Maar ik denk en hoop dat Europa onze inspanning toch voldoende vindt en dat we onze inspanningen over zeven jaar mogen spreiden in plaats van vier jaar. De terugverdieneffecten mag je van Europa wel niet in rekening brengen, maar onze pensioenhervorming moet hen kunnen overtuigen dat we het menen, ook al zal die tijdens deze regeerperiode nog geen effect hebben. Europa zal ook niet al te streng zijn, omdat Italië en Frankrijk soortgelijke problemen hebben als België. Daarop gokt ook de regering-De Wever, denk ik.
‘Regering-De Wever verkoopt regeerakkoord als een kat in een zak’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier